Vandaag geleerd:
Ontbijten voor zo’n lange wandeling is een goed idee. Halverwege even een kwartiertje/halfuurtje zitten/eten/drinken/plassen ook. Die regenponcho moet er toch maar komen, en is die 5 tientjes en 440 gram vast waard. En positieve reacties werken erg motiverend.
Op 3 kwart van de reis:
“Zo, ga je heel de wereld over?”
“Nee, ik ga naar Spanje.”
“O, ga je naar Kamperstella?”
“Precies.”
En zo kabbelde het nog even voort.
Nog geen 100 meter verder:
Een achterop komende fietser blijft langzaam naast me rijden: “Santiago de Compostela?”
Hij herkende de schelp, want had samen met zijn vrouw de tocht gemaakt in 2001. En da’s 12/13 jaar geleden, maar ik kon aan ‘m zien en horen dat de indruk blijvend was.
Na een leuk gesprek, en met gelukwensen die ik in m’n zak kon steken, namen we afscheid met het uitwisselen van visitekaartjes en een handdruk.
En drentelde ik vol hernieuwde moed het laatste stukje naar huis, om mezelf daar te trakteren op de warme douche die ik onderweg waarschijnlijk zo regelmatig zal moeten missen.
Geef een reactie