Vandaag een behoorlijk lange wandeling. Ik wil vandaag Rocroi bereiken, zodat ik weer op een Jacobsroute zit in plaats van mijn eigen, door de GPS uitgestippelde, tussenroute. De GPS geeft aan dat ik nog 25,4 kilometer te gaan heb; met het onvermijdelijke omlopen erbij wordt dat zeker 30 kilometer, en ruim daarboven zou ook geen verrassing zijn. Als ik daar de bergen bij optel, mag ik gerust zeggen dat het een zware dag wordt.
En daar blijft het niet bij…
De dag begint met regen, en zo blijft het de hele ochtend. ’s Middags wisselen miezerregen en een waterig zonnetje elkaar af; ik krijg niet de kans om op te drogen, maar het gaat wel lekker broeien en jeuken. Ik overweeg een paar keer om een camping op te zoeken of mijn kamp in het bos op te slaan, maar telkens besluit ik nog een stukje door te lopen; Rocroi lonkt. Met nog minder dan 10 kilometer te gaan, als ik tussen Cul-des-Sarts en Petite-Chapelle loop, zie ik in de verte een heel donkere lucht aan komen drijven waar af en toe een bliksemflits uit schiet. Tegen beter weten in hoop ik dat ik Rocroi zal bereiken voordat de bui mij bereikt. Maar bij Petite-Chapelle ontmoeten de bui en ik elkaar; het onweer is gelukkig net voor me langs gedreven, maar van de regen lijkt elke druppel mij te willen raken. Tegen de tijd dat ik Rocroi in loop, hoor ik bij elke stap het water in mijn schoenen borrelen. En dan weet ik nog niet eens zeker of Rocroi wel een pelgrimsopvang heeft, en zo ja, waar ik die zou moeten zoeken.
De meest logische plaats om te beginnen met zoeken lijkt me het centrum. Maar ik heb natuurlijk geen idee waar het centrum is, en het regent zo hard dat het geen goed idee is om de GPS tevoorschijn te halen. Op de gok dan maar…
Net als ik op het punt sta om te concluderen dat ik verkeerd gelopen ben, en wil besluiten om mijn tent in de stromende regen in een parkje neer te zetten, zie ik tussen 2 huizen door het puntje van een kerktoren. Het centrum van Rocroi ligt lager dan de omliggende wijken, dus je kunt hier de kerk niet al van verre zien staan, zoals elders. Helaas is het inmiddels ruimschoots na zevenen, dus de kerk is gesloten, en l’Office de Tourisme ertegenover ook. Maar nu ik zo dichtbij ben, laat ik het daar niet bij zitten: iemand zal me onderdak bieden, hoe dan ook. Dus ik schiet iemand aan die net een huis binnegaat naast de kerk om te vragen waar de pastorie is. Maar ik ben niet zo heel erg thuis in de termen van de kerk, en al helemaal niet in het Frans, en daarbij ben ik ook nog eens koud en moe, dus de man heeft geen flauw idee waar ik het over heb, hoewel hij echt zijn best doet; ik dacht het Franse woord voor ‘pastorie’ te kennen, maar hij kijkt me alleen maar heel glazig aan. Met de moed der wanhoop gooi ik er nog wat termen uit die ik wel ken: ‘prière‘ (gebed), ‘église‘ (kerk), ‘où il habite‘ (waar hij woont). En dan breekt het licht door in de ogen van de man, en zegt hij ‘Ah, la presbytère!‘ (dat woord moet ik dus onthouden, ‘pastorie’). Dat was eenvoudig: op la place de straat à la droite, da’s de Rue de Bourgogne, en dan à coté le tabac (tegenover de tabakswinkel). Ik val bijna op mijn knieën om de man te bedanken.
Bij de presbytère hoef ik niet eens aan te bellen: er hangt een brief op het raam waar in staat dat pelgrims 7 dagen per week welkom zijn in de Gîte Municipal voor 15 euro per nacht. Je kunt je melden bij l’Office de Tourisme, en als dat dicht is bij de 2 hotels op het plein. Bij het eerste hotel waar ik me meld, heeft men geen idee waar ik het over heb, maar bij het andere hotel is het bonnetje invullen, betalen, code voor de deur opschrijven, die straat in, na 50 meter aan je rechterhand, veel plezier. En zo sta ik ineens 10 minuten later onder een loeihete douche in een pelgrimsherberg die ik zo te zien weer helemaal voor mezelf heb, net als in Antwerpen.
Vandaag was in ieder geval een goeie test voor de poncho die ik van de week gekregen heb, en ik heb er veel plezier van gehad. Mijn romp is redelijk droog gebleven waardoor ik het niet al te koud kreeg. En misschien wel even belangrijk: mijn rugzak is grotendeels droog gebleven; een liter water weegt een kilo, dus je wilt niet dat je rugzak vol regent.
Naam | Gîte Municipal |
Plaats | Rocroi |
Prijs per nacht | €15,00 |
Douche | Bij de prijs inbegrepen. |
Wifi | Nee. |
Eten | Verschillende restaurants en supermarkten op loopafstand. |
Ha Rob,
De regen heeft dan wel gewonnen maar jij kunt weer een zelfoverwinning op je conto schrijven toch! Hoop dat je na het douchen ook lekker hebt kunnen eten!
Goed vervolg!
Elisabeth
Van de ene kant is elke dag een zelfoverwinning. Van de andere kant stelt het niks voor. Vergelijk het met het verschonen van de luier van je kind: je houdt er van, dus wat kan jou de stank schelen…
(Goed, ik geef het toe: rare vergelijking. Maar ik houd nogal van metaforen. En ergens snijdt het wel hout: ik ben iets aan het doen wat ik geweldig vind; op het moment dat het regent vind ik dat dan wel even wat minder, maar zodra ik droog zit ben ik het ook direct weer vergeten.)