Vandaag was het dan eindelijk zover: ik kon een stukje oplopen met een andere pelgrim.
De route vanuit Arcy-sur-Cure begon met een stevige klim, gevolgd door een stuk bos. Daarna had ik dus wel even een pauze verdiend. En terwijl ik die pauze zat te vieren, kwam er nog een andere pelgrim uit het bos kruipen. Ze bleek Siets te heten, en ook van Nederland naar Santiago te lopen. Ze is bovenin Friesland gestart, en loopt vandaag voor de 44e dag; ze gaat dus een stuk harder dan ik. Maar omdat ze vandaag Vézelay als eindpunt heeft geprikt, net als ik, besluiten we een dag samen te lopen. Eindelijk eens een dag kunnen praten onder het lopen (behalve tegen mezelf), en we hebben dan ook zo’n beetje alle onderwerpen gehad: van pelgrimeren (uiteraard) tot werk, en van levenshouding tot religie (mooie uitspraak: Jezus was ook geen christen).
Siets heeft een onduidelijk kopietje van een kaart uit een boekje, en ik heb de GPS. Die 2 blijken elkaar tegen te spreken, dus we besluiten de GPS te volgen. Helaas let ik niet helemaal goed op, waardoor we steeds dieper het bos in dwalen, en uiteindelijk geen andere keuze hebben dan te proberen dwars door akkers de bewoonde wereld weer te bereiken. Maar och, anders waren we toch maar veel te vroeg in Vézelay aangekomen…
Omdat we allebei morgen een rustdag gepland hebben in Vézelay – voor haar de wekelijkse rustdag, en ik hoop een winkel te vinden voor T-shirts – besluiten we automatisch ook samen op zoek te gaan naar opvang voor pelgrims. Helaas is het Centre Sainte Madeleine vol, waardoor we veroordeeld zijn tot de jeugdherberg, wat een soort omgebouwd sanitairgebouw op de camping blijkt te zijn.
’s Avonds eindelijk weer eens wat fatsoenlijks gegeten: ik heb even wat geïnvesteerd in een Boeuf Bourguigon bij een restaurant. Het was heerlijk.
(Ik heb trouwens afgelopen nacht geen noodweer gezien, en heerlijk geslapen.)
Geef een reactie