In 2014 liep ik van Wateringen in Nederland (in het Westland) naar Fisterra in Spanje (ten westen van Santiago de Compostela).
Daarna besloot ik om niet terug te keren naar Nederland, maar verder te zwerven.
Sinds begin 2022 heb ik, na bijna 8 jaar zwerven in Noord-Spanje en heel Frankrijk, een huisje in de Loire-Atlantique in Frankrijk.
Ik volg momenteel een opleiding waarmee ik straks aan de slag kan in de hulpverlening.

Archief

Camino de Santiago

Nieuwe schoenen, dus niet te ver

Reims Cormontreuil Trois-Puits Montbré Rilly-la-Montagne

Ik wilde m’n nieuwe schoenen (en m’n voeten) rustig inlopen, dus vandaag heb ik er vroeg de brui aan gegeven. Het was kiezen tussen Rilly-la-Montagne en Germaine, een dorp dat er op de kaart erg klein uitziet, en bovendien 6 kilometer berg en bos verderop ligt. Ik koos voor Rilly-la-Montagne.

Het landschap werd al vlakker voor ik Reims bereikte. Dat is op zich prettig, want het klimmen en dalen gaat nu weer wat geleidelijker. Maar vlakker land is ook geschikter voor landbouw, en dus is het ook afgelopen met de bossen. En daarmee ook met de schaduw. Gelukkig is de lucht hier droger, waardoor de warmte, ondanks de felle zon, redelijk uit te houden is. En ik kan ook maar beter een beetje wennen aan de warmte, want in juli en augustus loop ik nog zuidelijker.

Om mij heen gaan de graanvelden langzaam over in wijnvelden. Dit is het Frankrijk zoals je het voor je ziet als iemand het heeft over het Franse platteland: glooiend land met druivenranken zover het oog rijkt, een stralende zon erboven, hier en daar wat onduidelijke bedrijvigheid, af en toe een huis met gesloten luiken, en in elke tuin en op elk erf een blaffende hond. Deze streek heet Champagne, en dat maken ze in dit dorp direct duidelijk: ik heb het aantal champagne-huizen niet kunnen tellen, maar het zijn er zeker meer dan 25; het hele dorp leeft van de champagne. (Verder zijn er 2 kappers, 1 schoonheidssalon, een heel klein supermarktje, en een boulanger.)

In het dorp vroeg ik aan een inwoonster of er opvang was voor pelgrims. Ze zei dat ik dat het beste kon proberen bij Hubert Fagot, aan de rand van het dorp, zijn naam stond op het hek. Hubert Fagot blijkt 1 van de champagne-handelaren te zijn (de zaak lijkt overigens gerund te worden door mevrouw Fagot). Normaal gesproken hebben ze inderdaad plaats voor pelgrims, maar de slaapzaal was nu net in orde gemaakt voor een grote groep die morgen komt kijken/proeven/slapen, dus eigenlijk was er geen ruimte. Maar mevrouw zou voor me rondbellen, en als ze niets vond, kon ik mijn tent in de tuin opzetten. En nu sta ik dus met mijn tentje in de tuin. Ik word over een paar minuten verwacht voor het eten, en stiekem ben ik wel een beetje nieuwsgierig wat ze hier drinken bij het eten…

UPDATE na het eten:
Ja, voor het eten werd er eerst een kleine flute champagne geserveerd (Brut Grande Réserve). En bij het toetje ook nog één. Een heel aparte combinatie met een eenvoudig bord paella met een stuk stokbrood en een flesje bronwater. Maar in een dorp als dit heeft champagne natuurlijk een andere betekenis dan in Nederland. Ik kreeg er trouwens ook een bestelformulier bij; helaas heb ik geen geld om iets naar huis te laten sturen, maar ter compensatie een link: Champagne Joseph & Hubert Fagot.

Eindpunt (overnachting)
Naamparticulier
PlaatsRilly-la-Montagne
Prijs per nachtdonativo (vrijwillige bijdrage)
DoucheBij de prijs inbegrepen.
WifiNee.
EtenBij de prijs inbegrepen.
Rust

Reims

Weer een rustdag vandaag. Nieuwe schoenen moest ik hebben, en nieuwe sokken, en de blarenpleisters waren bijna op (Compeed: superspul!). O, en een nagelvijl moest ik ook hebben: voor het eerst in mijn leven bijt ik geen nagels. Met nieuwe T-shirts wacht ik nog even tot ik een wat goedkopere stad tegenkom.

Mijn schoenen hebben het dus een kilometer of 700 volgehouden. Als dat een gemiddelde is, betekent dat dat ik in totaal (ruim) 4 paar schoenen zal verslijten. ‘t Is wel verstandig om daar qua financieën een beetje rekening mee te houden.

En verder, Reims: mooie stad wat betreft de oude gebouwen, verder een stad als alle andere: dezelfde winkels met dezelfde reclames, dezelfde ongeduldige bus- en trambestuurders, en dezelfde mensen die allemaal heel veel van dezelfde spullen kopen, die ze allemaal helemaal niet nodig hebben, en waar ze geen splinter gelukkiger van worden. Lekker gegeten, blij dat ik nieuwe schoenen heb (daar word ik wel gelukkig van), en blij dat ik morgen weer verder mag.

Camino de Santiago

Mijlpaal

Bazancourt Bétheny Reims

Vandaag heb ik Reims bereikt. Dat voelt wel een beetje als een mijlpaal, niet in de laatste plaats doordat er elke middag een ontvangstcomité klaarzit in de kathedraal om pelgrims te ontvangen en te begeleiden bij hun aankomst en verblijf in Reims.

Eigenlijk was vandaag best een makkie: 17 à 18 kilometer. Wat het lastig maakte, is dat deze route vrijwel geheel tussen akkers door loopt. Op zich prachtig, maar je komt er geen dorp of zelfs huis tegen. En dat betekent dat je nergens je waterfles kunt vullen. Tegen de tijd dat ik aankwam in Bétheny keek ik letterlijk scheel van de dorst. Ik heb bij het eerste het beste huis aangebeld voor water, en binnen het kwartier was de hele liter verdwenen, en kon ik weer op zoek naar een nieuwe leverancier.
(Dus. tipje van een ervaringsdeskundige: als het warm is, schaf dan voordat je Bazancourt verlaat een extra fles water aan. Je zult aan me denken als je dat niet doet.)

Maar zoals gezegd was dit een korte wandeling, en werd ik in de kathedraal van Reims ontvangen door erg behulpzame mensen van RP51, die mij graag hielpen bij het vinden van onderdak voor de nacht. In eerste instantie zou de dame me onderbrengen bij een hotel, maar omdat ze geen gehoor kreeg, zei ze ‘Ik kan natuurlijk ook Saint Sixte voor je bellen.’. En omdat ik daar nog nooit van gehoord had, zei ik ‘Prima, doe maar. Als ik maar 2 nachten mag blijven, niet met heel veel anderen op een kamer hoef, en wifi heb.’. En zo kwam ik terecht in een klooster-achtig gebouw waar ik een eenpersoonskamer heb plus wifi en ontbijt voor 2 nachten, voor minder dan in Maubeuge bij een niet nader te noemen hotelketen voor 1 nacht zonder ontbijt; en de wifi is hier ook nog eens betrouwbaarder.

En zo was ik vanmiddag om 16:30 klaar om fris gedoucht de stad te gaan verkennen, een hamburger te eten, en een zak chips en wat rum en cola in te slaan. In eerste instantie wilde ik mezelf een etentje op een terrasje gunnen, maar bij nader inzien wilde ik het geld besparen, en bovendien op tijd in bed liggen, zodat ik morgen op tijd op jacht kan naar nieuwe schoenen, sokken, T-shirts, en nog wat zaken.

En terwijl ik dit tik, waait door het open raam prachtige klassieke muziek naar binnen. Ergens in het gebouw wordt een concert gegeven (of misschien wordt er gewoon geoefend), en het hele gebouw galmt ervan. Als ze zachtjes spelen verdwijnt het even, maar zodra ze poco forte of piu forte gaan, is mijn kamertje weer vol muziek. Eigenlijk hoop ik een beetje dat ze gewoon door zullen gaan tot ik slaap, maar ik ben bang dat het flesje rum het toch gaat winnen van de muzikanten (zo gaat het immers altijd: de drank wint van de muzikant ;-) ).
(UPDATE: Ik ben net even naar beneden gelopen, en direct onder mijn kamertje zit een heel orkest te oefenen. Ze zitten met een man-en-vrouw of 30 in een heel klein hokje, en de zweetlucht is niet te harden, maar het klinkt geweldig. Ik kreeg het idee dat sommigen wat onrustig werden van die langharige zwerver in de deuropening, dus ik luister verder op mijn kamer.)

Eindpunt (overnachting)
NaamMaison diosécaine Saint Sixte
PlaatsReims
Prijs per nacht€25,00 + €5,00 voor een set lakens en handdoeken (verplicht; ten minste 1 set).
DoucheBij de prijs inbegrepen; op de kamer.
WifiBij de prijs inbegrepen.
EtenOntbijt €4,00. Veel restaurants in de omgeving.
Camino de Santiago

Het volgende dorp dan. Of het daarop volgende…

Château-Porcien Avançon Saint-Loup-en-Champagne L’Ecaille Bazancourt

De dag begon niet lekker vandaag: gisteravond niet gegeten; vannacht slecht geslapen; m’n was niet droog en dus te zwaar de tas in; toen ik de deur van de gîte achter me dichttrok begon het te bewolken; de supermarkt ging een uur later open dan op de deur stond aangegeven; en tegen de tijd dat ik echt op pad ging, kwam er een onweersbui over. Gelukkig was ik het dorp nog niet helemaal uit toen de bui losbarstte, en had iemand een hek open laten staan bij de voetbalvereniging, zodat ik daar onder een luifel kon schuilen.

Moe, sloom van te weinig eten, met pijn in mijn rug, en een blaar onder mijn voet die snel groeide, wilde ik eigenlijk in het eerstvolgende dorp alweer afhaken. Daar was echter geen pelgrimsopvang, en ook winkels waren er niet. En datzelfde gold voor de volgende 2 dorpen, waardoor ik uiteindelijk toch de volle 22 kilometer van deze etappe liep.

Een paar kilometer voor Bazancourt begonnen donkere luchten zich samen te pakken. Een jogger waarschuwde me nog dat er een orage aankwam, maar toen was het voor mij al ruimschoots te laat om om te keren en terug naar huis te gaan. Dus ik ritste mijn broekspijpen aan mijn broek, gooide mijn poncho over mijn hoofd, en zette me schrap. Regen en storm kreeg ik behoorlijk te verduren, maar tegen de tijd dat het onweer losbrak, zat ik gelukkig al binnen bij een vriendelijk oud stel. Zij zouden voor mij degene bellen die verantwoordelijk was voor de pelgrimsopvang, maar eerst moest er geproeft worden van de zelfgebakken brioche en bood de man mij een Heineken aan; eigenlijk niet mijn merk, maar de man was zo trots dat hij het in huis had, dat ik niet kon weigeren.

Vervolgens werd ik met de auto naar de andere kant van het dorp gebracht, waar degene woont die verantwoordelijk is voor de pelgrimsopvang. Omdat ik maar alleen was, en hun zoon zojuist was vertrokken richting universiteit, hoefde ik niet naar de gîte, maar kon ik op de kamer van de zoon slapen. En ik kon ook meeëten, hoewel zij zelf zo weining gegeten hebben, dat ik denk dat zij samen nog even ‘echt’ gegeten hebben toen ik om kwart over 8 richting bed vertrok. (Maar het kan ook gewoon zijn dat ze ‘s middags al warm gegeten hadden, dat doen de mensen hier vaak; ik kan niet tellen hoe vaak ik hier rokende barbecues heb gezien op maandagmiddag.)

Eindpunt (overnachting)
Naamparticulier
PlaatsBazancourt
DoucheJa.
WifiNee.
EtenAanschuiven aan tafel.
Camino de Santiago

Ingebroken in de lokale gîte

Lalobbe Wasigny Justine-Herbigny Hauteville Château-Porcien

Hoe een zware dag in de volle zon slecht af leek te lopen, maar uiteindelijk een briljant einde kreeg.

Vandaag begon de dag met een onweersbuitje, maar tegen de tijd dat ik vertrok, scheen de zon alweer volop. De ochtend was dus weer warm en vochtig. De middag was alleen nog maar warm: de lucht was strak blauw, en er was geen plekje schaduw te vinden – ik heb 2 keer even onder een boom kunnen staan. Verbranden doe ik gelukkig niet meer, daar ben ik inmiddels te bruin voor.

Afgepeigerd kom ik aan in mijn bestemming van vandaag: Château-Porcien. Een oude dame wijst me de weg naar de mairie, waar ik meer informatie moet kunnen vinden over de pelgrimsopvang. En inderdaad hangt daar een papier met 6 adressen waar ik, als de mairie dicht is, terecht kan om toegang te krijgen tot de gîte: het plaatselijke café, de plaatselijke supermarkt, en 4 huisadressen. Een beetje lastig, maar er is in ieder geval iets geregeld. Dus ik maak een foto van de lijst met adressen, en ga op zoek.

Het café is dicht, evenals de supermarkt, en op de huisadressen is niemand thuis. Dit wordt vervelend. Ik sleep mezelf terug naar de mairie, en neem voor de deur plaats met m’n rugzak met schelp goed zichtbaar voor me, in de hoop dat iemand naar me toe zal komen om me te helpen. Dat gebeurt niet, en na een uurtje hang ik m’n rugzak weer om, om hetzelfde rondje langs de huizen nog een keer te maken. Er is nog steeds niemand thuis. Weer sleep ik mezelf terug naar de mairie, en begin mijn opties te overwegen; dat zijn er niet veel – het is inmiddels half acht -, en ik besluit dat het wildkamperen wordt. Maar ik blijf nog even zitten, want ik ben gesloopt.

Terwijl ik daar zit, zie ik een paar keer een auto met jongeren (18-25) langsrijden en naar me kijken; de derde keer dat ze langsrijden, zwaait de bestuurder zelfs naar me. Stadsmens (en chagrijnig) als ik ben, denk ik ‘die zoeken natuurlijk een verzetje in dit uitgestorven klotedorp, en nu hebben ze een anonieme dakloze gevonden’. De vierde keer dat de auto langskomt, draait hij het plein op. Ik word nieuwsgierig: een dakloze aftuigen doe je over het algemeen toch niet op klaarlichte dag op het plein voor het gemeentehuis…
De bestuurder roept iets dat ik niet versta, dus ik loop naar de auto terwijl ik uitleg dat ik pelgrim ben, en op zoek naar een slaapplaats. Ja, dat hadden ze al begrepen. Maar er hing daar toch een lijst met contactpersonen? Ik antwoord dat ik op alle 6 de adressen al 2 keer langsgeweest ben, maar dat er niemand thuis is. En de telefoonnummers, vraagt hij. Ik leg uit dat ik geen telefoon heb. Een achterdeur zwaait open, en er springt een jongen uit die vrolijk roept ‘Maar ik wel!’ (in het Frans natuurlijk). Hij loopt naar de lijst, tikt het eerste telefoonnummer is, en geeft me de telefoon; geen gehoor. Zo gaan we de hele lijst af; er neemt niemand op. Terwijl wij aan het bellen zijn, worden er luid toeterend en zwaaiend nog 2 auto’s met jongeren binnengehaald. Nadat er volop onderling geknuffeld, gezoend en handengeschud is (dit is immers Frankrijk), willen de nieuwkomers weten wat er met die langharige zwerver aan de hand is. Er wordt uitgelegd dat ik pelgrim ben, en graag naar de gîte wil. ‘Dan moet-ie toch gewoon daarheen?’, wijst één van de nieuwkomers (ook weer in het Frans uiteraard), ‘Jullie weten toch wel waar de gîte voor pelgrims is?’. Als je hem ziet, weet je direct dat hij de regelaar van de club is, waarschijnlijk de zoon van een lokale notabele. Ja, natuurlijk weten ze wel waar de gîte is, maar ik heb de code van het cijferslot op de deur nodig. De regelaar begint te grijnzen: dit past in zijn straatje. Hij haalt z’n telefoon uit zijn auto, en begint driftig in het rond te bellen. Nog geen 3 minuten later roept hij tegen de bestuurder van auto 1: ‘Ecoute! Ecrit!’ (Luister! Schrijf!), en hij noemt een code op. Ik krijg nog net de tijd om ‘merci‘ tegen de jongen te zeggen, voordat de groep weer luid toeterend uit elkaar valt, en ik achterblijf met auto 1. Ik moet instappen, en even later stopt de auto voor een deur met cijferslot. De code wordt ingetoetst, en met een gebaar van ‘na u meneer’ zwaait de deur open.

We geven elkaar nog een hand, en weg zijn ze. De code van het slot hebben ze gehouden, maar ik geloof niet dat ze daar heel slechte dingen mee zullen doen.

De gîte stelt niet heel veel voor: er staan een paar bedden, en er zijn een douche en een toilet. En gegeten heb ik vanavond niet, want alles is dicht. Maar dat maakt me allemaal niet meer uit. Ik ben binnen.

2 Waarschuwingen voor toekomstige pelgrims vandaag:
– Als het zo warm is, zorg dan dat je in ieder dorp je waterfles vult, ook als-ie nog maar half leeg is; je weet niet wanneer je weer een huis tegenkomt waar iemand thuis is.
– Houd er rekening mee dat in kleine Franse dorpjes op zondag alle winkels, restaurants en cafés dicht zijn.

Eindpunt (overnachting)
Naam?
PlaatsChâteau-Porcien
Prijs per nacht- (ik begreep uit het gastenboek dat het ook niks kost als je niet inbreekt)
DoucheJa.
WifiNee.
EtenNiet op zondag.
Camino de Santiago

Pfff…

Aubigny-les-Pothées Signy-l’Abbaye Lalobbe

Vandaag was een dag om in het zwembad te liggen. Maar het zwembad heb ik thuisgelaten, want zonder dat was mijn rugzak al zwaar genoeg. En dus moest ik lopen vandaag…

Het was vandaag ongeveer net zo warm als gisteren (bij aankomst op mijn slaapadres ongeveer 27 graden in de schaduw). Maar omdat het hier de afgelopen dagen nogal geregend had, was de lucht extreem vochtig. Dus ik zweette net zoveel als gisteren, maar doordat het zweet niet verdampte, bracht dat geen enkele verkoeling. De route was daarbij misschien wel de zwaarste tot nu toe: modderige bospaadjes, weilanden met hoog gras waaronder molshopen, keien en andere narigheid, en weggetjes die alleen ‘verhard’ genoemd mogen worden omdat er keien en puin op zijn gestort (meer heb je met een trekker niet nodig). En de paar weggetjes waar wel asfalt lag, gingen of steil omhoog, of steil omlaag. Een aanslag voor de enkels en knieën dus, en ik denk dat ik morgen ook wel spierpijn zal hebben. Maar alles doet het nog, dus ik heb weer een etappe zonder schade volbracht.

Het doel was vandaag Lalobbe (kilometer of 20) of Wasigny (kilometer of 25). Met de hakken over de sloot werd het Lalobbe, en dat ook alleen omdat er verder weinig opties waren. Zodra ik Lalobbe instruikelde, sprak ik de eerste de beste inboorlingen aan om te vragen of er een camping of gîte in het dorp is. Er was een gîte, daar op het plein, en op de deur zat een affiche waar op stond waar ik les Hollandais kon vinden die ‘m runden. En inderdaad werd ik door een briefje op het raam doorverwezen naar Rue de l’Église nummer 2 (3 deuren verder). Alwaar ik aanbelde. En nog een keer aanbelde. Niemand deed open. Maar ik hoorde wel een hond blaffen. En dus besloot ik in de schaduw te gaan zitten wachten: een Nederlander laat immers met dit weer z’n hond geen dag en nacht alleen thuis.

En ik kreeg gelijk: een half uurtje later kwam er een auto met een Nederlands kenteken aanrijden, en er stapten 4 mensen uit; ze keken niet eens verbaasd dat ik daar zat. Ze hadden visite, maar het was geen enkel probleem dat ik zonder aankondiging binnen kwam vallen. Terwijl ik met de mannen een biertje dronk, gingen de dames de gîte in orde maken en werd het plaatselijke restaurant gebeld dat er iemand kwam eten. Ik had de gîte voor mezelf, en na het eten kon ik zelfs lekker in de tuin uitbuiken. En zo werd een zware dag toch weer een mooie dag. :-)

Eindpunt (overnachting)
Naam? (Ton & Karin; les Hollandais)
PlaatsLalobbe
Prijs per nacht€20,00
DoucheBij de prijs inbegrepen.
WifiNee.
EtenMee-ontbijten met de familie: €5,00 (inclusief een paar boterhammen voor de lunch). Er is mogelijkheid om zelf avondeten klaar te maken, maar liever bij het lokale restaurantje, om die te helpen het hoofd boven water te houden. Geen winkels in het dorp.

En dus nam ik nog een flesje wijn mee voor in de tuin. Puur om de lokale horeca te helpen natuurlijk; voor mij had het niet gehoeven…

Camino de Santiago

Zomer!

Rocroi Sévigny-la-Fôret Chilly Laval-Morency l’Échelle Aubigny-les-Pothées

Wat een heerlijke dag was het vandaag! Waar ik nu zit, gaf de thermometer vanmiddag 28 graden aan. (Misschien een beetje jammer dat ik met dit weer moet lopen… ;-) )

Gisteren de eerste mede-pelgrims ontmoet: een Nederlandse vrouw en een Australische man waren mijn huisgenoten de tweede nacht in de gîte in Rocroi. Leuk om elkaar te spreken, maar het viel weer op hoe iedereen z’n eigen tocht maakt, met zijn eigen redenen en gedachten. Verder weet ik nu ook wel dat ik niet al te vaak in zulke groepshonken moet overnachten: ik heb gewoon geen zin om rekening te moeten houden met het ritme van anderen; ik ben niet voor niks alleen op pad…

Vandaag heel de dag onder een strakblauwe lucht gelopen. Vanmorgen nog een kilometer of 10 door het bos, maar dat had ik liever ‘s middags gehad: een bos geeft verkoeling, en wat was het vanmiddag warm.

De lunch nog maar net achter de kiezen klopte ik ergens aan om water. Dat was geen probleem, maar zo makkelijk kwam ik er niet vanaf. Ik moest even komen zitten in de schaduw, en of ik misschien een glaasje appelsap uit eigen tuin wilde, en er moest gepraat worden over lengte en bestemming van de tocht, en over voetbal, en over religie. Deze mensen waren duidelijk blij dat er iemand langskwam die ze even uit de dagelijkse sleur van in de tuin werken en in de zon zitten kon halen. :-)

Aangekomen in Aubigny zat ik er wel doorheen en wilde ik een camping zoeken. Helaas hebben ze die hier niet; er zijn wel 2 gîtes. Omdat de eerste waar ik aanklopte dicht was, bleef er niet veel keuze over. Toen ik de prijs hoorde, dacht ik in eerste instantie dat deze mensen handig gebruik maakten van het feit dat het volgende dorp 10 kilometer verderop zit, maar nadat ik de kamer gezien had, een douche had genomen en een waar feestmaal voorgeschoteld had gekregen (voorafje met rosé, hoofdgerecht met Côtes du Rhone, kaasplankje met Bordeaux, dessert), moest ik mijn mening toch bijstellen. En dan moet het ontbijt nog komen. (En ik heb internet, waardoor ik het nu weer veel te laat zit te maken; ik heb ook nog wat video’s toegevoegd aan voorgaande berichten.) Dit onderkomen is de prijs waard, en ik ben blij dat ik nergens anders terecht kon.

Eindpunt (overnachting)
NaamGîte du bois du loup
PlaatsAubigny-les-Pothées
Prijs per nacht€32,00 (inclusief biertje bij aankomst, uitgebreid diner, en ontbijt)
DoucheBij de prijs inbegrepen.
WifiBij de prijs inbegrepen.
EtenBij de prijs inbegrepen.
Rust

Opdroogdag

Gisteravond na een pizza en een paar glaasjes wijn lekker vroeg in m’n slaapzak gekropen. Ik heb de gîte inderdaad heel de nacht voor mezelf gehad, dus ik heb lekker door kunnen slapen.

Als ik wakker word, heb ik pijn in mijn voeten omdat ik een hele dag met natte schoenen heb gelopen. Volgende keer dat het zo regent, moet ik eens proberen of het een oplossing is plastic zakjes over mijn sokken te dragen. Een doos grote diepvrieszakken heb ik al standaard in m’n rugzak; die gebruik ik om smartphone, portemonnee, paspoort, camera, shag, enzovoort te beschermen tegen de regen.

Mijn schoenen, kleren en hoed zijn ook nog (lang) niet droog. Ik besluit daarom vandaag weer een rustdag in te lassen. Behalve om mijn kleren en voeten te laten drogen, ga ik deze dag in ieder geval gebruiken om een gids aan te schaffen van de Via Campaniensis, zodat ik wat slaapadressen bij me heb. Verder wil ik eens een kritische blik werpen op mijn rugzak om te zien wat er achtergelaten of naar ‘huis’ gestuurd kan worden; er komen wel steeds zaken bij, maar er gaat niks uit, en inmiddels wordt de rugzak behoorlijk zwaar, wat er vooral op een zware dag als gisteren extra in hakt.

Tot slot wil ik eens gaan kijken wat een prepaid SIM-kaart hier kost. Niet om te bellen, maar vooral voor data, zodat ik mijn website af en toe eens kan bijwerken. Wifi lijkt hier toch wat dun gezaaid te zijn, en ik vind het wel leuk om het thuisfront (ja, lieve lezer, dat ben jij) een beetje op de hoogte te houden.

En ik hoop dat er vandaag ook nog andere pelgrims arriveren. Ik zie in het gastenboek dat hier bijna dagelijks pelgrims elkaar ontmoeten, en ik heb na een maand lopen nog geen andere pelgrim gezien.

Update rond lunchtijd:

Wat een contrast met Nederland: er is hier geen telefoonwinkel te bekennen. In Nederland zijn er zoveel dat ik weleens wens dat ze allemaal failliet gaan, maar hier heb ik er na een rondje door de stad nog steeds 0 gezien. De eerstvolgende echte stad die ik tegenkom, is Reims; ik hoop dat er daar wel 1 is.

Verder ben ik even langsgegaan bij l’Office de Tourisme om een nachtje bij te betalen; uiteraard ben ik vergeten om gelijk een gids te kopen voor de route…
Straks ga ik lunchen bij een hotel dat wifi zou moeten hebben, zodat ik de website weer eens kan bijwerken. Ik heb geen idee wanneer ik weer toegang heb tot internet, dus ik weet ook niet wanneer ik weer bij m’n website kan.

Rocroi is trouwens een prachtig oud vestingstadje. Wie zich interesseert voor geschiedenis moet hier zeker eens gaan kijken als-ie in het noorden van Frankrijk of het zuiden van België is.

Camino de Santiago

Via Campaniensis

Chimay Baileux Presgaux Brûly-de-Pesche Cul-des-Sarts Petite-Chapelle Rocroi

Vandaag een behoorlijk lange wandeling. Ik wil vandaag Rocroi bereiken, zodat ik weer op een Jacobsroute zit in plaats van mijn eigen, door de GPS uitgestippelde, tussenroute. De GPS geeft aan dat ik nog 25,4 kilometer te gaan heb; met het onvermijdelijke omlopen erbij wordt dat zeker 30 kilometer, en ruim daarboven zou ook geen verrassing zijn. Als ik daar de bergen bij optel, mag ik gerust zeggen dat het een zware dag wordt.
En daar blijft het niet bij…

De dag begint met regen, en zo blijft het de hele ochtend. ‘s Middags wisselen miezerregen en een waterig zonnetje elkaar af; ik krijg niet de kans om op te drogen, maar het gaat wel lekker broeien en jeuken. Ik overweeg een paar keer om een camping op te zoeken of mijn kamp in het bos op te slaan, maar telkens besluit ik nog een stukje door te lopen; Rocroi lonkt. Met nog minder dan 10 kilometer te gaan, als ik tussen Cul-des-Sarts en Petite-Chapelle loop, zie ik in de verte een heel donkere lucht aan komen drijven waar af en toe een bliksemflits uit schiet. Tegen beter weten in hoop ik dat ik Rocroi zal bereiken voordat de bui mij bereikt. Maar bij Petite-Chapelle ontmoeten de bui en ik elkaar; het onweer is gelukkig net voor me langs gedreven, maar van de regen lijkt elke druppel mij te willen raken. Tegen de tijd dat ik Rocroi in loop, hoor ik bij elke stap het water in mijn schoenen borrelen. En dan weet ik nog niet eens zeker of Rocroi wel een pelgrimsopvang heeft, en zo ja, waar ik die zou moeten zoeken.

De meest logische plaats om te beginnen met zoeken lijkt me het centrum. Maar ik heb natuurlijk geen idee waar het centrum is, en het regent zo hard dat het geen goed idee is om de GPS tevoorschijn te halen. Op de gok dan maar…
Net als ik op het punt sta om te concluderen dat ik verkeerd gelopen ben, en wil besluiten om mijn tent in de stromende regen in een parkje neer te zetten, zie ik tussen 2 huizen door het puntje van een kerktoren. Het centrum van Rocroi ligt lager dan de omliggende wijken, dus je kunt hier de kerk niet al van verre zien staan, zoals elders. Helaas is het inmiddels ruimschoots na zevenen, dus de kerk is gesloten, en l’Office de Tourisme ertegenover ook. Maar nu ik zo dichtbij ben, laat ik het daar niet bij zitten: iemand zal me onderdak bieden, hoe dan ook. Dus ik schiet iemand aan die net een huis binnegaat naast de kerk om te vragen waar de pastorie is. Maar ik ben niet zo heel erg thuis in de termen van de kerk, en al helemaal niet in het Frans, en daarbij ben ik ook nog eens koud en moe, dus de man heeft geen flauw idee waar ik het over heb, hoewel hij echt zijn best doet; ik dacht het Franse woord voor ‘pastorie’ te kennen, maar hij kijkt me alleen maar heel glazig aan. Met de moed der wanhoop gooi ik er nog wat termen uit die ik wel ken: ‘prière‘ (gebed), ‘église‘ (kerk), ‘où il habite‘ (waar hij woont). En dan breekt het licht door in de ogen van de man, en zegt hij ‘Ah, la presbytère!‘ (dat woord moet ik dus onthouden, ‘pastorie’). Dat was eenvoudig: op la place de straat à la droite, da’s de Rue de Bourgogne, en dan à coté le tabac (tegenover de tabakswinkel). Ik val bijna op mijn knieën om de man te bedanken.

Bij de presbytère hoef ik niet eens aan te bellen: er hangt een brief op het raam waar in staat dat pelgrims 7 dagen per week welkom zijn in de Gîte Municipal voor 15 euro per nacht. Je kunt je melden bij l’Office de Tourisme, en als dat dicht is bij de 2 hotels op het plein. Bij het eerste hotel waar ik me meld, heeft men geen idee waar ik het over heb, maar bij het andere hotel is het bonnetje invullen, betalen, code voor de deur opschrijven, die straat in, na 50 meter aan je rechterhand, veel plezier. En zo sta ik ineens 10 minuten later onder een loeihete douche in een pelgrimsherberg die ik zo te zien weer helemaal voor mezelf heb, net als in Antwerpen.

Vandaag was in ieder geval een goeie test voor de poncho die ik van de week gekregen heb, en ik heb er veel plezier van gehad. Mijn romp is redelijk droog gebleven waardoor ik het niet al te koud kreeg. En misschien wel even belangrijk: mijn rugzak is grotendeels droog gebleven; een liter water weegt een kilo, dus je wilt niet dat je rugzak vol regent.

Eindpunt (overnachting)
NaamGîte Municipal
PlaatsRocroi
Prijs per nacht€15,00
DoucheBij de prijs inbegrepen.
WifiNee.
EtenVerschillende restaurants en supermarkten op loopafstand.
Rust

Rustdag

Vandaag een rustdag; geen foto’s, niks te vertellen.