Vandaag word ik niet best wakker. De warmte van gisteren is duidelijk een te grote aanslag op mijn lichaam geweest: alles doet pijn, en ik heb geen energie. Mijn benen voelen als blubber, voor mij inmiddels een duidelijk teken van vochttekort. Ik heb vannacht een liter water gedronken, maar toch hoef ik niet naar de wc, dat zegt ook wel wat. Om de pret nog wat te vergroten, vertrek ik met de waarschuwing dat ik vandaag regen krijg, en dat het vanavond en vannacht waarschijnlijk gaat onweren.
Inderdaad begint het na een half uurtje te regenen, en als ik 10 minuten later in het bos met mijn ene voet tot mijn enkel in een modderpoel glijd, daarbij mijn rug in een pijnlijke knoop draai, en om mijn val te breken mijn hand in een doornstruik zet, kan ik in ieder geval tegen mezelf zeggen dat het vandaag niet veel slechter kan worden. En inderdaad is aan de andere kant van het bos de lucht alweer grotendeels blauw, en loopt de weg heerlijk ontspannen naar beneden.
Zo blijft het heel de ochtend: beetje stijgen, beetje dalen, beetje zon, beetje bewolkt; regenen doet het niet meer, en het stijgen blijft me moeite kosten.
Dan volgt er aan het begin van de middag een lange klim. Het is niet zo zeer de stijlheid als wel de duur die me bijna de das omdoet; na bijna een uur constant omhoog bereik ik meer kruipend dan lopend het tot nu toe hoogste punt van mijn tocht: 725 meter, Saint-Goussaud. Hier moet ik even een half uur gaan zitten om op adem te komen, water te drinken en mijn shirt te laten drogen. Een lokale golden retriever komt naar me toe sloffen en legt haar kop op mijn schoot; ik ga er van uit dat ze hier wel vaker uitgeputte pelgrims ziet zitten.
Yves had me aangeraden naar Châtelus-le-Marcheix te lopen; dat was maar 18 kilometer, en er was een prima gîte municipal. Vanaf Saint-Goussaud is dat nog zo’n 5 en een halve kilometer, maar gelukkig gaat het vrijwel de hele weg naar beneden. Vlak voor Châtelus zie ik nog een bordje ‘Camping’, maar gezien het aangekondigde onweer besluit ik toch door te lopen naar de gîte.
Als ik aankom bij de gîte, komt daar ook net een Frans stel aanfietsen met 2 kinderen. Als ze mij aan zien komen, hebben ze direct geen zin meer in de gîte. Madame heeft zelfs zo de pest in over mijn brutaalheid dat er geen ‘bonjour’ af kan; als monsieur merkt dat madame boos is, kijkt monsieur me ook niet meer aan. En zo heb ik weer een gîte voor mezelf.
Yves had me al uitgelegd dat de gîte tegenover het postkantoor was, en dat de sleutel in de brievenbus lag; als de deur op slot was, kon ik de sleutel pakken en me installeren. Voor de zekerheid heb ik me nog even gemeld bij het Office-de-Tourisme-slash-Bibliotheque. De dame daar verzekerde me dat de beheerster van de gîte altijd om 18:00 uur even een kijkje kwam nemen. Ik ben blij dat ik daar niet op heb gewacht, want als ik dit tik (23:11), heb ik nog steeds niemand gezien.
Als ik net een uurtje binnen ben, begint het te druppelen en te rommelen. Tegen de tijd dat het eet- en muziekfeest op het plein hier vlakbij begint, gaat het echt regenen, en de band van de avond is zo slecht dat ze de zondvloed over het dorp lijken af te roepen, stortregen en vrijwel onophoudelijk onweer. Maar wat maakt het uit? Het hele publiek (een man of 30) lijkt een geweldige avond te hebben, en ik zit binnen.
Omdat het morgen zondag is, en omdat het onweer best nog een dag door zou kunnen gaan (de band is er slecht genoeg voor), wil ik hier 2 nachten blijven. Maar omdat ik nog niemand gezien heb, weet ik niet of dat wel kan: voor hetzelfde geld zijn alle 6 de bedden morgen gereserveerd.
Naam | Gîte d'etape |
Plaats | Châtelus-le-Marcheix |
Prijs per nacht | €10,00 |
Douche | Bij de prijs inbegrepen. |
Wifi | Nee. |
Eten | Kookgelegenheid aanwezig; 1 klein winkeltje met een mini-assortiment in het dorp. |
Je denkt dat ik overdrijf? Ik ben even buiten gaan staan voor je; oordeel zelf, klik op het pijltje:
Geef een reactie