Gisteravond, vannacht en vanmorgen hebben we de zondvloed over ons heen gekregen: onweer met hoosbuien. Dat maakte het inpakken van de rugzakken er niet makkelijker op, en uiteraard gingen de tenten en veel andere spullen nat in de rugzak.
Vanwege die buien vertrekken we laat en te zwaar beladen. Omdat we gisteren Saint-Géry niet gehaald hebben, kunnen we vandaag kiezen tussen Saint-Géry (10 kilometer) of Sainte-Foy (30 kilometer). Het is al snel duidelijk dat het Saint-Géry zal worden, en dat wordt nog eens bevestigd door de onweersbui die we onderweg te verduren krijgen. De gids die Maarten bij zich heeft, vermeldt geen refuge of gîte in Saint-Géry, maar we vertrouwen op de macht van de kerk en de burgemeester.
Drijfnat aangekomen in Saint-Géry is het al direct duidelijk dat we niet op de kerk hoeven rekenen: niet alleen is er niemand aanwezig, de deur is ook op slot, er hangt geen lijst met contactgegevens aan de deur, en er is geen pastorie in het dorp. Dat valt overigens heel vaak op: de katholieke kerk wil wel heel graag dat de chemin bekend staat als een katholieke bedevaart, maar doet verder het liefst zo weinig mogelijk voor de pelgrims.
Omdat de mairie (uiteraard) gesloten is op zondag, besluiten we op zoek te gaan naar het bar-restaurant dat er volgens de gids moet zijn. Van de enige lokale bar-eigenaar in een dorp mag immers verwacht worden dat hij iedereen kent. Helaas blijkt de bar gesloten, en niet alleen vandaag: de eigenaar heeft de handdoek in de ring gegooid, en het pand staat te koop. Ondertussen krijgen we een tweede onweersbui over ons heen.
Door een bewoner door zijn open raam aan te spreken, krijgen we aanwijzingen naar het huis van de burgemeester. Het past natuurlijk helemaal binnen dit verhaal dat die niet thuis is. Onderweg naar het afdak dat we gezien hebben bij de salle de fêtes, krijgen we een derde onweersbui over ons heen. We accepteren al half dat we onder dat afdak zullen slapen, maar besluiten om het over een uurtje ofzo nog eens te proberen.
Als we anderhalf uur later weer bij het huis van de burgemeester zijn, komt hij wel naar de deur. Zijn ongeschoren drankhoofd doet vermoeden dat hij de vorige keer ook al thuis was, maar toen even de lunch lag te verwerken. Hij neemt niet de moeite om uit de deuropening naar het hek te komen, maar roept dat er op 3 kilometer afstand een refuge is. Dat klinkt ons wat raar in de oren, aangezien dat middenin the middle of nowhere is, maar omdat duidelijk is dat we hier verder niets hoeven te verwachten, besluiten we maar weer te gaan lopen.
De ‘refuge’ in kwestie blijkt een gîte, waar je voor 20 euro per persoon een nacht in een stapelbed mag slapen. We keren de gîte de rug toe, en vragen bij de buren of we de tenten in de tuin mogen zetten. Dat is geen probleem. Dat het voor deze mensen ook nieuw is, en we dus geen douche of wc hebben, zien we door de vingers.
Naam | particulier |
Plaats | Fraisse |
ja je kunt niet altijd mazzel met alles hebben natuurlijk is het soms ook afzien ach gossie maar ik blijf je wel stoer vinden Rob! Buen camino! Elisabeth