Hoewel het vandaag zonnig genoeg was, ging de tent toch nat in de rugzak. Toen ik vaqnmorgen wakker werd, was de tent drijfnat van de dauw, en omdat Bidarray in de schaduw van een berg ligt, zou het veel te lang gaan duren voor de zon ‘m eindelijk zou kunnen drogen. Halverwege de ochtend heb ik dus maar even een wat langere pauze genomen in de zon om de tent weer uit te vouwen.
De bergen zijn hier overigens wel echt begonnen: het is klimmen of dalen, iets er tussen in kennen ze hier niet. En er zitten behoorlijk steile hellinkjes tussen. En de rugzak voelde vandaag toch al als 40 kilo…
De GPS deed trouwens ook raar vanmorgen: soms plaatste hij me wel 200 meter van de plaats waar ik dacht te zijn, en meer dan eens liet hij me sprongen van een meter of 20 maken. Heel de ochtend heb ik dus maar moeten gokken dat ik goed liep. Aan het begin van de middag kwamen de GPS en ik elkaar eindelijk weer tegen (en bleek ik inderdaad goed te lopen).
Halverwege de middag begreep ik trouwens ineens waarom alle wandelaars hier rondlopen met van die kekke rugzakjes en bijpassende wandelstokjes, en kleertjes en schoentjes met merkjes. Ik zag op de GPS dat de plaats die ik verderop aan zee (!) zag liggen, Biarritz is. Blijkbaar gaat het rijke volk dat een strandvakantie een te luie uitstraling vindt hebben, de bergen in om elkaar daar verveeld aan te kijken. Dus dat verklaart dan ook waarom dat terras in Bidarray gisteren met open mond zat toen ik vertelde dat ik er al 2.000 kilometer op heb zitten: ze zijn zelf van het soort ’10 kilometertjes paraderen met die kekke rugzak, en dan de rest van de dag op een terras’. En het verklaart ook waarom ik vandaag allemaal wandelaars tegenkwam die me aankeken met zo’n blik van ‘als je wilt dat ik bonjour terug zeg, zul je er voor moeten betalen’. Nee, geld maakt niet gezellig.
In het gebied waar ik vandaag doorheen moest zijn geen dorpen of steden; hier en daar staat een huis of een groepje huizen, of een hotel, en dat is het. Echt een streek voor wildkamperen is het ook niet, daarvoor zijn de hellingen te steil. Ik richtte me daarom op Espelette; het zag er niet echt groot uit, maar wel groot genoeg voor een mairie, en het was ver genoeg. Dat het ver genoeg was, daar moest ik aan het einde van de dag een beetje op terug komen: met al dat klimmen en dalen was het meer dan ver genoeg.
Het plan was om Espelette direct de mairie op te zoeken, me bekend te maken als pelgrim, en de mairie-medewerkers te overtuigen mij onder te brengen in een sporthal of feestzaal. Het liep net even anders.
Espelette bleek geen dorp, maar een stadje. Zwaaiend met mijn schelp paradeerde ik de mairie binnen. Om daar, nog voor ik mijn zin had afgemaakt, verder gebonjourd te worden naar het Office de Tourisme. Dat vond ik wel raar, want het OdT gaat normaal gesproken niet over de sporthallen en feestzalen, maar omdat het OdT in hetzelfde gebouw zit als de mairie, besloot ik daar voor de vorm toch maar even naar binnen te tuimelen. En daar kreeg ik te horen dat Espelette een gîte pèlerins heeft. En dat had ik niet verwacht. Een sporthal of feestzaal kon ik nu dus wel vergeten. En ik had ook de puf niet meer om weer een paar kilometer het stadje uit te klimmen om een boer te vragen of ik op zijn erf mocht staan. En dus legde ik dat tientje neer, en deed ik net of ik dat helemaal niet veel vond voor scheren, douchen en slapen. Gelukkig heb ik nog wat pain complet, rillettes en Coulommiers in mijn tas, evenals een paar pain chocolat en een paar mueslirepen voor morgenochtend, dus boodschappen heb ik niet nodig.
Als er een pen bij het gastenboek zou liggen, zou ik in het gastenboek vermelden dat ik voor 10 euro op zijn minst een douche verwacht die vrij is van schimmel; ik verwacht daarom dat ze die pen expres hebben weggelaten.
Naam | Gîte pèlerins |
Plaats | Espelette |
Prijs per nacht | €10,00 |
Douche | Bij de prijs inbegrepen. |
Wifi | Nee. |
Eten | Geen kookgelegenheid aanwezig. Restaurants en supermarktje op loopafstand. |
Geef een reactie