Vannacht prima geslapen: we waren met 2 pelgrims, maar er waren ook 2 slaapzalen, dus we hadden elk een eigen slaapzaal. Ik heb dus lekker een lange nacht kunnen maken.
De route richting Irún ging vandaag weer verder door de bergen: het was klimmen of dalen. Ik weet nu waarom ik skiën zo heerlijk vind: dan kun je met de lift omhoog, en omlaag hoef je alleen maar rechtop te blijven staan…
Heel de ochtend hoorde ik het in de verte, richting de kust, al rommelen. Aan het begin van de middag was de verte ineens heel dichtbij, en kreeg ik de zondvloed over me heen. Uiteraard was ik niet voorbereid — want bezig met om me heen kijken — en dus moest ik, met een rugzak om en tegen een berg op, proberen te rennen richting een groepje bomen, om daar mijn poncho uit mijn rugzak te halen. Vanaf dat moment bleef het bij vlagen regenen, soms behoorlijk hard.
Ascain is een plaatsje dat het vooral lijkt te moeten hebben van de rijke toeristen die het een beetje beu zijn om elkaar in Saint-Jean-de-Luz verveeld aan te zitten kijken, en daarom een dagje ‘het binnenland’ in gaan: winkeltjes met lokale specialiteiten en restaurantjes wisselen elkaar af, maar er is maar 1 klein supermarktje. Desondanks was ik vast van plan me niet weer 10 euro of meer af te laten troggelen voor een stapelbed.
Bij het Office de Tourisme liet ik daarom maar direct weten dat ik geen geld had voor wat voor onderdak dan ook. ‘Ook niet voor een gîte d’etape?’, probeerde de dame nog onzeker. ‘Ook niet’, antwoordde ik onverbiddelijk, ‘er is vast ergens een sporthal waar ik mijn matje kan uitrollen.’. Tja, de sporthallen, daar ging zij niet over. Maar als ik nou door die deur ging, dan stond ik in de mairie, en dan had zij de verantwoordelijkheid in ieder geval mooi afgeschoven.
Aan de andere kant van de deur dreunde ik weer hetzelfde riedeltje op: pelgrim, geen geld, sporthal, dankjewel. De man die in eerste instantie was opgestaan om me te helpen, verschoot bijna van kleur door mijn brutaliteit: hij zei het niet, maar ik kon hem horen denken dat ik wel idioot moest zijn om zijn heerlijk voorspelbare kleine-dorpjes-ambtenaren-sleur te doorbreken met een onverwachte en ongewone vraag. Een sporthal of feestzaal? Dat ging zomaar niet. Zijn collega aan het volgende bureau was iets welwillender, en onderbrak hem door te zeggen dat er wel een sporthal was, maar dat die op vrijdagavond in gebruik was. Ambtenaar 1 nam die mantra graag van haar over: ‘in gebruik, niet beschikbaar, in gebruik, …’. Maar weer onderbrak zijn collega hem — blijkbaar was ze hoger in rang — en zei tegen hem ‘Ga het eens aan Daniele vragen.’.
En Daniele blijkt een hele lieve dame die af en toe pelgrims, of anderen die dat nodig hebben, in huis neemt. En het eerste dat ze, na ‘Bonjour, ça va?’, tegen me zei, was dan ook ‘Ik nodig je uit om bij mij te komen overnachten.’. Uiteraard moest ik me wel even zien te vermaken tot ze om 17:00 naar huis mocht, maar daarna was ik van harte welkom.
En bij overnachten bleef het niet. Daniele en haar man André zijn enthousiaste bewoners van deze streek, en vonden het er dan ook bij horen dat ze me het nabij gelegen Saint-Jean-de-Luz lieten zien. We konden daar dan ook direct de kerk gaan bekijken waar koning Lodewijk de 14e (Louis Quatorze) getrouwd is. En zo reden en liepen we even later door Ciboure en Saint-Jean-de-Luz. Tijdens die wandeling bood Daniele me aan dat ik morgen, als ik dat wil, best een rustdag mag houden en een nachtje langer kan blijven. Ik moest een keer of 3 vragen of ze het zeker weet, en keek ook André eens onzeker aan, voordat ik dat accepteerde.
En het is maar goed dt ik een dag langer blijf, want we komen vrienden tegen van Daniele en André, en na kennismaken, een drankje en bijpraten, was de kerk gesloten. Die kunnen ze me dan mooi morgen laten zien.
Bij thuiskomst eet ik eindelijk weer eens echt vlees: Daniele heeft axoa (spreek uit: aasjoa) gemaakt, een baskisch gerecht met vlees, zoete pepers en piment.
En als ik na het eten nog even gebruik maak van wifi om e-mail en reacties op mijn blog te checken, tref ik een uitnodiging voor 1 of meer rustdagen wanneer ik een stuk langs de kust gevorderd ben. Het kan niet op.
Een heerlijke dag. En ik weet nu al dat morgen weer een heerlijke dag wordt.
Naam | partikulier |
Plaats | Ascain |
Douche | Ja. |
Wifi | Ja. |
Eten | Ja. |
Geef een reactie