In 2014 liep ik van Wateringen in Nederland (in het Westland) naar Fisterra in Spanje (ten westen van Santiago de Compostela).
Daarna besloot ik om niet terug te keren naar Nederland, maar verder te zwerven.
Sinds begin 2022 heb ik, na bijna 8 jaar zwerven in Noord-Spanje en heel Frankrijk, een huisje in de Loire-Atlantique in Frankrijk.
Ik volg momenteel een opleiding waarmee ik straks aan de slag kan in de hulpverlening.

Archief

Camino de Santiago

Je blijft lachen

Roquefort Sarbazan Bostens Gaillères Bougue

Ik schreef er laatst al over dat je in Frankrijk blijkbaar beschonken achter het stuur mag zitten als je een Frans kenteken hebt. Ik was zojuist getuige van de meest schunnige illustratie die ik me daarvan kan voorstellen.

Voor de deur van de gîte waar ik zit, staan 2 agenten auto’s te controleren. Ongeveer 1 op de 20 auto’s houden ze staande, en ze controleren de papieren, en lopen een rondje om de auto. Er komen 2 auto’s aanrijden die voor mijn neus parkeren. Althans, de eerste parkeert, en de andere rijdt tegen de eerste aan wanneer hij probeert te parkeren. Let wel: dit gebeurt op nog geen 15 meter van genoemde agenten. De 2 auto’s horen bij elkaar. De bestuurder van de eerste auto stapt geïrriteerd uit, maar is blijkbaar wel wat gewend van de andere bestuurder. De tweede bestuurder klautert met moeite uit zijn auto; hij is duidelijk zo blauw als een tientje, en kan amper op zijn benen staan. De agenten zien het aan, maar als ze merken dat ik verbaasd naar ze kijk, kijken ze een andere kant op; ze hebben niets gezien. Bestuurder 1 haalt zijn zoontje uit de school om de hoek, en ze stappen samen in de eerste auto. Bestuurder 2 moet tegen zijn auto steunen als hij er omheen loopt, maar belandt uiteindelijk ook achter het stuur. De agenten zien het gebeuren. De 2 auto’s rijden weg, de tweede hortend en stotend. Ze rijden langs de agenten de straat uit, en die zien op dat moment net iets heel interessants aan de overkant van de straat (een huis met gesloten luiken).
(Mocht er iemand van de Franse autoriteiten meelezen: 11 augustus 2014, net na 17:00 uur, voor de Gîte Pèlerin in Bougue.)

Goed, tot zover bananenrepubliek Frankrijk.
Ook om te lachen: de beloofde hospitalier van de refuge in Roquefort gisteren.

In sommige van de gîtes die gerund worden door een nationale of regionale Vader-Jacob-Vereniging is een zogenaamde hospitalier aanwezig. Deze persoon (of personen) zorgt dat de gîte netjes blijft, maar beantwoordt ook vragen over de route en andere zaken, beschikt over gidsen en kaarten, weet de weg naar autoriteiten en medische hulp, kent de winkels in de buurt en hun openingstijden, enzovoort. De hospitalier overnacht ook in de gîte, maar heeft daar dan wel een eigen kamer. Volgens het bordje dat in de refuge in Roquefort op tafel stond, zou de hospitalier aldaar ook helpen bij de bereiding van de avondmaaltijd en het ontbijt.

Aan het begin van de avond kwam er een man binnen. Hij keek stuurs naar de vloer, en zei alleen ‘bonjour’, omdat ik dat eerst tegen hem zei. Vervolgens zette hij zijn tas in de hospitalier-kamer, ging in de huiskamer achter een bureautje zitten, pakte zijn telefoon, en ging verschillende telefoongesprekken voeren, waarbij de andere kant steeds moest weten dat hij ‘er vanavond 3 had’ (er slapen ook nog 2 fietsers in de gîte). Als hij uitgebeld is, vertrekt hij; ik gok dat hij ergens gaat eten. Na zo’n anderhalf uur komt hij terug, loopt direct door naar zijn kamer, en doet zijn deur dicht; niets meer van gehoord. Toen ik vanmorgen wakker werd, was hij er niet, en toen ik vertrok nog steeds niet.

Soms vraag je je af waarom mensen de keuzes gemaakt hebben die ze gemaakt hebben…

Verder lag ik vannacht weer met een snurker op een zaal. Ik heb vanmorgen in het telefoonboek direct een jachtwinkel opgezocht.
Nee, niet om een wapen te kopen om een einde te maken aan snurkers, maar om een stel goede oorpluggen aan te schaffen. De pluggen die ik heb, ben ik vergeten mee te nemen; die zitten nog in mijn schiettas, en die ligt met wat andere spullen ergens in een kruipruimte te wachten tot ik weer in Nederland ben. Morgen heb ik een korte wandeling en dan ben ik in Mont-de-Marsan; daar gooi ik mijn rugzak af bij de refuge, en dan ga ik de stad in totdat ik heb wat ik nodig heb om ’s nachts doof te kunnen zijn.
(Overigens mis ik het schieten ook best wel, en ik heb al een paar keer op het punt gestaan om een jachtkatapult te kopen — ben in Limoges zelfs een jachtwinkel in gegaan om te kijken wat ze kosten — maar heb toch besloten dat geld uit te sparen.)

De wandeling van vandaag dan.

Het was nog steeds behoorlijk benauwd, maar omdat de zon achter de wolken zat, was het in ieder geval niet zo heel warm. Wat de weg vrij zwaar maakte, is dat de eerste helft over een zandpad ging, en dat de route nog steeds behoorlijk saai is. Na een kilometer of 20 besloot ik het daarom in Bougue voor gezien te houden. De gîte municipal in Bougue is prima verzorgd en lekker ruim, en vooralsnog zit ik er in mijn eentje. Enige nadeeltje is dat de enige winkel van het dorp op maandag dicht is; de kasten zijn helemaal leeggegeten op een beetje droge spaghetti na. Gelukkig kwam ik vanmorgen bij het verlaten van Roquefort een supermarkt tegen, dus ik eet vanavond chocoladebroodjes en mueslirepen met oploskoffie.

Eindpunt (overnachting)
NaamGîte pèlerins de Saint-Jacques
PlaatsBougue
Prijs per nacht€5,00
DoucheBij de prijs inbegrepen.
WifiNee.
EtenDe bar/épicerie van het dorp is op maandag dicht.
Camino de Santiago

Korte wandeling, maar toch te lang

Bourriot-Bergonce Roquefort

Vandaag was het idioot benauwd. Door de regen van afgelopen nacht zat er veel vocht in de grond, en door de brandende zon van vandaag kwam al dat vocht ook weer uit de grond. Het was zo’n dag dat zelfs ademhalen al hard werken is. Gelukkig had ik maar een korte wandeling.

Die korte wandeling leek echter ontzettend lang. Blijkbaar hangt men hier het idee ‘lange halen, gauw thuis’ aan: de wegen zijn recht en ellenlang (tout droit, sans fin). In combinatie met het benauwde weer werkte dat enorm demotiverend. Ik heb behoorlijk wat pauzes gehouden voor dat stukje van een kilometer of 15, en was dan ook blij verrast toen ik bij aankomst in de refuge van Roquefort zag dat het pas 13:00 uur was.

En die refuge is er weer één in het rijtje ‘Te mooi om waar te zijn’: erg ruim en voorzien van alle gemakken als keuken, wasmachine, droger, enzovoort. Maar dat is niet alles: er staat wijn klaar voor de uitgedroogde pelgrim, er staat confit de canard in de koelkast, en er komt straks een vrijwilliger langs om te helpen die eend klaar te maken. En het mooiste: je mag hier verblijven op basis van donativo, oftewel ‘geef wat je wilt geven of kunt missen’.

Eigenlijk wilde ik gebruik maken van donativo-refuges om gratis te overnachten, vanwege mijn budget. Maar hier kan ik morgen niet weggaan zonder iets achter te laten…
Een bordje dat op tafel staat, vertelt trouwens dat deze hele refuge, inclusief de aankoop van vast- en losgoed, gefinancierd is van de donativo-bijdragen. Het dagelijks en groot onderhoud wordt gedaan door vrijwilligers.

Eindpunt (overnachting)
NaamRefuge associatif
PlaatsRoquefort
Prijs per nachtDonativo.
DoucheBij de prijs inbegrepen.
WifiNee.
EtenAanwezig.
Camino de Santiago

Hulp ligt op de loer

Captieux Bourriot-Bergonce

Als je de gidsen volgt (zoals iedereen lijkt te doen), zou de route van vandaag naar Roquefort moeten gaan. Ik had 2 redenen om dat niet te doen: ten eerste was dat een wandeling van 33 kilometer (bij 4 kilometer per uur, ruim 8 uur lopen), en ten tweede ging Jean-Pierre daar ook heen. Jean-Pierre is op zich een aardige kerel, jaar of 60, die samen met zijn vrouw aan het lopen is. Ik ben ze een al een aantal keer tegengekomen, en 2 keer hebben we op dezelfde locatie overnacht, waar ik beide keren bij hen aan mocht schuiven om mee te eten. Maar afgelopen nacht hadden we geen eigen kamers, maar een dortoir (slaapzaal). En ik denk dat, als ik nog 1 keer met Jean-Pierre op een zaal moet, ik hem wat aangedaan heb voor het licht wordt; wat kan die man snurken…
Ik heb me dus vannacht de halve nacht liggen ergeren aan het gezaag van een ander, en ben dus ook doodmoe.

In de refuge in Captieux hing een briefje waar op stond dat de refuge in Retjons (ruim 20 kilometer) helaas gesloten was. Ik besloot me van de domme te houden, en me toch naar Retjons te begeven, in de hoop dat ze daar iemand niet op straat zouden laten slapen. Maar vlak voor ik Retjons bereikte, liep ik door Bourriot, en leek het me een leuk idee om wat mensen aan te spreken met de vraag of er in dit hele kleine en stille dorpje misschien een refuge was. Uiteraard was die er niet, maar ik bleek wel precies de goede persoon aangesproken te hebben: hij begreep dat Roquefort te ver was (nog bijna 15 kilometer), hij had gehoord dat de refuge in Retjons dicht was, en hij had de sleutel van de lokale sporthal. En dus lig ik vannacht weer op de vloer van een kleedkamer, waar ik zojuist ook lekker heb kunnen douchen.

Als het goed is, gaat straks de lokale épicerie nog even open, zodat ik daar wat te eten kan halen, maar mocht dat onverhoopt niet gebeuren, dan ben ik uitgenodigd om bij deze man en zijn vrouw te komen eten. Wat is het heerlijk om een pelgrim te zijn.

UPDATE avond:
Hoewel ik al zat te eten toen Vincent en Kathy terugkwamen van hun uitje, werd ik toch aan tafel verwacht. Het was lekker en gezellig.
Vincent is de onderwijzer en vice-burgemeester van het dorp. Hij vertelde me dat er in Bourriot over gedacht wordt een refuge te openen, zeker nu die in Retjons gesloten is. Ik heb ‘m wat tips gegeven. Ik ben overigens niet de eerste pelgrim die in de sporthal slaapt, dus als je hier langskomt en een slaapplaats zoekt, schroom niet om bij de mairie aan te kloppen of, wanneer die gesloten is, bij het huis ernaast.
En terwijl ik dit zit te tikken, is het buiten begonnen met regenen en onweren. Ik heb het weer goed voor elkaar.
Morgen een korte wandeling: Roquefort.

O, en nog een tip die ik al een tijdje vergeet: de meeste dorpen hier hebben een openbaar toilet (en dus ook een openbare kraan). Meestal is dit toilet ook toegankelijk voor rolstoelen; niet dat ik veel rolstoel-pelgrims verwacht, maar dat betekent dus ook dat er ruimte is om je rugzak mee naar binnen te nemen. Begin met zoeken bij de lokale feestzaal (salle de fêtes), sporthal (salle de sports) of het gemeentehuis (mairie of hôtel de ville).

Eindpunt (overnachting)
NaamSalle de sports
PlaatsBourriot-Bergonce
DoucheJa.
EtenHoe dan ook.
Camino de Santiago

Tout droit (alsmaar rechtuit)

Bazas Cudos Captieux

Vanmorgen zat ik aan het ontbijt met nog 3 wandelaars, 1 pelgrim en 2 budgettoeristen die pelgrimspaspoorten hebben aangeschaft om misbruik te kunnen maken van pelgrimsopvang. De pelgrima had voor moederdag van haar zoon een armband gekregen met GPS en een internetverbinding, zodat hij op elk moment kan zien waar zij is. Toen ik zei dat ik daarvoor een beetje teveel aan mijn privacy hecht, antwoordde zij dat ze ‘m ook weleens af doet en in haar rugzak steekt.
Mensen hebben niet alleen geen idee meer, ze willen ook geen idee hebben…
Er zijn duizenden en duizenden doden gevallen om onze vrijheid te bevechten, en zodra we de vrijheid hebben, geven we hem direct weer op om de lulligste redenen; of dat nou Google en Facebook zijn, of een zoon die zijn moeder in de gaten wil houden. Waarom zijn mensen zo bang voor vrijheid?

Maar goed, tot zover de gedachten bij het ontbijt…

De weg van Bazas naar Captieux laat zich als volgt beschrijven: bij de chambre d’hôtes linksaf de poort uit, eerste straat rechts, 20 kilometer rechtdoor, rechtsaf, anderhalve kilometer rechtdoor, bestemming bereikt. Gelukkig gaan die 20 kilometers grotendeels door bos, dus de weg hoeft niet zo heel saai te zijn, zeker niet als je, zoals ik, 2 Bambi’s tegenkomt. Nadeel is wel dat er langs die hele weg niet één bankje of iets dergelijks staat, waardoor je, vooral op regenachtige dagen als vandaag, geen andere keuze hebt dan de hele weg in 1 keer uit te lopen, zonder pauze. Voordeel daarvan is dan trouwens weer wel dat je je om 13:00 al kunt melden bij de mairie van Captieux (die overigens tot 13:30 dicht is), zodat je vroeg kunt gaan zitten op het terras van de refuge voor een uitgebreide lunch, en je ook vroeg je was gedaan hebt, zodat die morgen weer een keer droog in je rugzak kan.

Het bad van gisteren heeft me trouwens enorm goed gedaan, en de blaar die ik van mijn nieuwe schoenen op mijn linkerhiel had gekregen, is bijna weg. Ik besefte vanmorgen pas hoe hard ik liep toen ik de pelgrima, die 3 kwartier voor mij was vertrokken, inhaalde. Ik heb vandaag ruim 5 kilometer per uur gelopen, en me een paar keer afgevraagd of ik wel alles in mijn rugzak gedaan had.

Eindpunt (overnachting)
NaamRefuge municipal
PlaatsCaptieux
Prijs per nachtDonativo (geef wat je wilt geven of kunt missen)
DoucheBij de prijs inbegrepen.
WifiNee.
EtenKookgelegenheid aanwezig. Klein supermarktje en 1 of 2 kleine restaurantjes vlakbij.
Camino de Santiago

Nee en ja

La Réole Floudès Puybarban Pondaurat Savignac Auros Bazas

De wandeling van vandaag is er niet één die terecht komt in het lijstje hè, lekker. De chambre d’hôtes daarentegen…

Toen ik vanmorgen wakker werd, regende het. Dat is nooit fijn als je in een tent slaapt. Ik sleepte dus zo snel mogelijk mijn tent naar het sanitairgebouwtje om mijn tent te drogen te hangen, en mijn rugzak zo droog mogelijk in te kunnen pakken. Terwijl ik daar zo aan het rommelen was, heb ik verschillende medekampeerders jaloers zien kijken, omdat ze daar zelf niet aan gedacht hadden. Tja…

Eigenlijk wilde ik vandaag naar Auros lopen, maar omdat dat er op de kaart uitzag als een klein plaatsje, besloot ik mijn doel bij te stellen naar Bazas. Omdat Bazas volgens de GPS wel gelijk 10 kilometer verder was (totaal zo’n 35 kilometer), besloot ik de GPS een kortere route te laten berekenen, wat er nog een paar kilometer van af snoepte. Die nieuwe route liep echter wel langs 70-kilometerwegen, wat het lopen niet heel rustgevend maakte. Bovendien bleef het heel de ochtend regenen, wat mijn humeur er ook niet beter op maakte.

Doordat ik goed doorliep, en de route wat aangepast had, kon ik lunchen in Auros, de plaats waar ik eigenlijk had willen overnachten. Er bleek overigens wel een refuge te zijn. Maar er was ook een pizzeria met fatsoenlijke prijzen, en zo had ik voor een paar euro een stevige en warme lunch.

De laatste 10 kilometers naar Bazas vielen niet mee. Weliswaar was het droog, maar er moest ook geklommen worden; niet zo zeer steil, als wel lang. Bekaf kwam ik aan in Bazas en sleepte me naar het Office de Tourisme. Om daar te horen te krijgen dat de refuge vol was voor vanavond. Wederom verloekte ik iedereen die van te voren reserveert, en alle refuges die reserveringen accepteren; de naam ‘refuge’ geeft volgens mij al aan dat dat de bedoeling niet is.

Maar er was ook nog een chambre d’hôtes in het dorp, meldde het Tourisme-meisje blijmoedig. Ik gaf aan dat dat waarschijnlijk boven mijn budget was, en ze bevestigde dat dat inderdaad wel 20 euro kostte. Of er misschien een camping was, vroeg ik toen. Jawel, antwoordde ze, die kostte 16 euro per nacht.
Ik hoefde niet heel lang te rekenen, en vroeg het meisje of ze de chambre d’hôtes wilde bellen om te vragen of er nog plaats was. Dat was er, en ze legde me uit hoe ik er kon komen. Voor de zekerheid vroeg ik of ze ook een huisnummer voor me had. Dat had ik niet nodig, antwoordde ze nonchalant, het was een château, dus ik kon het niet missen. Ik werd steeds enthousiaster dat de refuge vol was…

En een château is het. Weliswaar aan de binnenkant niet helemaal even chique als aan de buitenkant — dit is nou eenmaal Frankrijk —, maar ik heb een erg ruime kamer, helemaal voor mezelf, inclusief een ruime keuken, en wifi. En het mooiste: EEN BAD! JA!

Op dit moment klatert het water, en staat er een flesje wijn op de rand van het bad, met 1 glas. Je mag 1 keer raden wie ik daar straks blij mee ga maken…
Ongetwijfeld word ik halverwege de nacht wakker in een steenkoud bad, want ik ben eigenlijk veel te moe, maar dit kadootje kan ik niet laten liggen; in plaats van een rustdag, doe ik deze week een rustavond.

Eindpunt (overnachting)
NaamChâteau Saint-Vincent
PlaatsBazas
Prijs per nacht€20,00
DoucheBij de prijs inbegrepen (en bad ook).
WifiBij de prijs inbegrepen.
EtenKookgelegenheid aanwezig. Verschillende supermarkten en restaurants op loopafstand.
Camino de Santiago

Lekker doorlopen

Pellegrue Saint Ferme Coutures Roquebrune Saint Hilaire de la Noaille La Réole

Heerlijke wandeling vandaag. Niet te laat vertrokken (alleen), stevig doorgestapt, lekker weer.

Halverwege de ochtend stopt er een auto naast me. De mensen stellen zich voor als de hospitaliers van de refuge in La Réole, en vragen waar ik heen ga; uiteraard zouden ze het leuk vinden als ik naar de refuge in La Réole kom. Ik heb in mijn GPS een vlaggetje gezet bij Saint Hilaire de la Noaille, omdat dat bij vertrek op een kilometer of 20 lag, maar vraag toch hoe ver La Réole nog is. Dat is op dat moment nog 20 kilometer. Ik geef aan dat dat waarschijnlijk te ver is voor vandaag, we nemen afscheid, en ik loop door.

Om 13:00 uur neem ik een uurtje de tijd voor mijn lunch; het is me gisteren goed bevallen om tijdens het warmste uur van de dag ergens in de schaduw te gaan zitten, dus ik neem dat direct op in mijn ritme voor warme dagen. Als ik tijdens die lunch/rustpauze op mijn GPS kijk, zie ik dat Saint Hilaire nog maar 3 kilometer ver is. Ik besluit dus om die 8 kilometer naar La Réole er toch nog maar aan toe te voegen; ik heb vanmorgen al uitgerekend dat ik daar om een uur of 18:00 moet kunnen zijn.

Na mijn uurtje lunch/uitblazen/opdrogen ben ik weer zo opgeladen dat ik fluitend verder huppel. Nou ja, dat is wat overdreven, maar de kilometers vliegen voorbij. Ik loop zo lekker door te stappen, dat ik ergens een afslag mis, en prompt een kilometer of 3, 4 omloop. Desondanks bereik ik om een uur of 5 La Réole, een uur eerder dan ik ’s morgens berekend heb. Een prestatie waar ik me niet voor hoef te schamen: bijna 35 kilometer in zo’n 8 en een half uur, inclusief de pauzes.

In La Réole blijkt de mairie al gesloten: ambtenaren moeten hier om 16:00 naar bed. Ook in de kerk is niemand aanwezig. Uiteindelijk vind ik het Office de Tourisme (weer een paar kilometer erbij). De dame achter de balie vertelt me dat de refuge van La Réole niet echt in La Réole is, maar 5 kilometer verderop. Dat kan ik er dan echt niet meer bij hebben.

Gelukkig heb ik mijn tent bij me, en heeft La Réole een camping. De camping blijkt niet meer dan een grasveld, met een stacaravan die als kantoortje dienst doet, maar ik kan er mijn tent neerzetten en douchen. En ik ben weer een stukje dichter bij Spanje. Eind goed, al goed.

Eindpunt (overnachting)
NaamCamping municipal
PlaatsLa Réole
Prijs per nacht€6,80
DoucheBij de prijs inbegrepen.
WifiNee.
EtenÉpicerie (klein assortiment, grote prijzen) vlakbij.
Camino de Santiago

Weer solo

Port-Sainte-Foy-et-Ponchapt Sainte-Foy-la-Grande Saint-Quentin-de-Caplong Caplong Pellegrue

Gisteren had ik al een beetje het idee dat het tijd werd om weer afscheid te nemen van Maarten. Vanaf het begin zijn we het erover eens dat je pelgrimeren in principe alleen doet, en ik denk dat het moment zo’n beetje gekomen is om dat weer te gaan doen.

Vanmorgen was hij zo vreselijk aan het treuzelen dat ik er eigenlijk wel genoeg van had. Toen we om 11 uur eindelijk op het punt stonden om te vertrekken, en hij zei dat hij nog even het dorp in moest om te gaan pinnen, vond ik het tijd om hem een hand te geven en een goeie reis te wensen. Ik ging er maar van uit dat het ermee te maken had dat hij een telefoontje had gehad van een vriendin; zij was in Noord-Spanje, en hij leek vastbesloten om met haar af te spreken in een gîte op 9 kilometer afstand.

Ondanks het late vertrek was ik vastbesloten om Pellegrue te bereiken, op 20 kilometer. Het wordt tijd om weer wat kilometers te gaan maken; de Spaanse grens lonkt. Mede door mijn zeer on-Franse ontbijt (sterke koffie, volkoren brood met eieren en spek, en een pak chocolademelk) merkte ik de eerste 10 kilometer nauwelijks dat ik aan het lopen was, en om 1 uur besloot ik een uur pauze te nemen in de schaduw om de ergste warmte te ontwijken. Volledig opgeladen (de mens loopt het beste op schaduw-energie) begon ik aan de tweede helft. Toen ik na een korte pauze in Caplong weer opstond om verder te gaan, zag ik een bekend gezicht aan komen lopen: Maarten; zijn vriendin mocht met haar huurauto Spanje niet uit.
We zijn een stukje samen opgelopen, maar toen hij even later lunchpauze wilde houden, ben ik doorgelopen; ik had al een uur lunchpauze achter de rug. In de refuge in Pellegrue zagen we elkaar weer.

Hoewel het de afgelopen dagen gezellig is geweest samen, vond ik het heerlijk om vandaag weer alleen te lopen. Ik ga ervanuit dat we morgen weer afscheid nemen.

In de refuge ontmoetten we ook een paar fietsers op weg naar Santiago, een Franse vader en dochter. Omdat mijn huisgenote van vandaag me daarnet vroeg hoe lang ik al onderweg ben, bedacht ik me dat ik vandaag 3 maanden onderweg ben. Hoera!

Als ik dit tik, is er op het plein voor de refuge — boven het Office de Tourisme — een klassiek concert bezig. We hebben alle ramen open, en iedereen is in stilte met zijn eigen ding bezig. Heerlijk.

Eindpunt (overnachting)
NaamRefuge municipal
PlaatsPellegrue
Prijs per nacht€5,00
DoucheBij de prijs inbegrepen.
WifiNee.
EtenKookgelegenheid aanwezig. Supermarkt op 5 minuten lopen.
Camino de Santiago

De kerk zit wat krap

Fraisse Monfaucon Port-Sainte-Foy-et-Ponchapt

Vandaag een wandeling van iets meer dan 20 kilometer. Omdat we aan ons ‘gastgezin’ hebben aangegeven dat we om een uur of 8 vertrekken, zijn we vroeg op pad. En dus zijn we ook al vroeg in Sainte-Foy. Ik overweeg nog even om door te lopen naar een volgend dorp, maar omdat ik geen schone kleren meer heb, lijkt het me toch een beter idee om niet het risico te nemen dat ik nog een nacht in een tuin of op een voetbalveld moet staan.

Eerst gaan we op zoek naar de camping, maar die blijkt behoorlijk duur — 22 euro voor 2 kleine tentjes voor 1 nacht. De gids geeft aan dat de refuge 5 euro kost, dus dat lijkt een beter idee. Voor het adres melden we ons bij het Office de Tourisme; de dame belt voor ons om te bevestigen dat er nog plaats is, en meldt gelijk dat de prijs inmiddels 7 euro is.

Bij de refuge kunnen we alleen terecht tussen 16:00 en 18:00, dus dat geeft ons de tijd om even uit te blazen. Als we ons om 16:15 eindelijk kunnen inschrijven, vraagt de dame om 10 euro. Wanneer ik aangeef dat ik al die verschillende prijzen wat verwarrend vind, zegt ze geïrriteerd dat 7 euro de minimumprijs is, en of ik misschien mijn 3 euro wisselgeld toch terug wil. Uiteraard wil ik dat. De andere 3 aanwezigen krijgen hun wisselgeld niet, omdat ze er niet naar vragen.
De refuge is onderdeel van de lokale kerk, die onderdeel is van de katholieke kerk, een kerk waarvan ik steeds minder onder de indruk ben.

Ik wordt trouwens ook een beetje moe van al die lange plaatsnamen. Wie al langer meeleest, weet dat ik de namen van alle plaatsen waar ik overnacht, in mijn wandelstok pyrografeer. Inmiddels betwijfel ik ten zeerste of ik genoeg ruimte zal hebben…

Eindpunt (overnachting)
NaamRefuge
PlaatsPort-Sainte-Foy-et-Ponchapt
Prijs per nacht€7,00 (als je om je wisselgeld durft te vragen)
DoucheBij de prijs inbegrepen.
WifiNee.
EtenKookgelegenheid aanwezig. Supermarkt vlakbij.
Camino de Santiago

Semi-wildkamperen

Moussidan Saint-Géry Fraisse

Gisteravond, vannacht en vanmorgen hebben we de zondvloed over ons heen gekregen: onweer met hoosbuien. Dat maakte het inpakken van de rugzakken er niet makkelijker op, en uiteraard gingen de tenten en veel andere spullen nat in de rugzak.

Vanwege die buien vertrekken we laat en te zwaar beladen. Omdat we gisteren Saint-Géry niet gehaald hebben, kunnen we vandaag kiezen tussen Saint-Géry (10 kilometer) of Sainte-Foy (30 kilometer). Het is al snel duidelijk dat het Saint-Géry zal worden, en dat wordt nog eens bevestigd door de onweersbui die we onderweg te verduren krijgen. De gids die Maarten bij zich heeft, vermeldt geen refuge of gîte in Saint-Géry, maar we vertrouwen op de macht van de kerk en de burgemeester.

Drijfnat aangekomen in Saint-Géry is het al direct duidelijk dat we niet op de kerk hoeven rekenen: niet alleen is er niemand aanwezig, de deur is ook op slot, er hangt geen lijst met contactgegevens aan de deur, en er is geen pastorie in het dorp. Dat valt overigens heel vaak op: de katholieke kerk wil wel heel graag dat de chemin bekend staat als een katholieke bedevaart, maar doet verder het liefst zo weinig mogelijk voor de pelgrims.

Omdat de mairie (uiteraard) gesloten is op zondag, besluiten we op zoek te gaan naar het bar-restaurant dat er volgens de gids moet zijn. Van de enige lokale bar-eigenaar in een dorp mag immers verwacht worden dat hij iedereen kent. Helaas blijkt de bar gesloten, en niet alleen vandaag: de eigenaar heeft de handdoek in de ring gegooid, en het pand staat te koop. Ondertussen krijgen we een tweede onweersbui over ons heen.

Door een bewoner door zijn open raam aan te spreken, krijgen we aanwijzingen naar het huis van de burgemeester. Het past natuurlijk helemaal binnen dit verhaal dat die niet thuis is. Onderweg naar het afdak dat we gezien hebben bij de salle de fêtes, krijgen we een derde onweersbui over ons heen. We accepteren al half dat we onder dat afdak zullen slapen, maar besluiten om het over een uurtje ofzo nog eens te proberen.

Als we anderhalf uur later weer bij het huis van de burgemeester zijn, komt hij wel naar de deur. Zijn ongeschoren drankhoofd doet vermoeden dat hij de vorige keer ook al thuis was, maar toen even de lunch lag te verwerken. Hij neemt niet de moeite om uit de deuropening naar het hek te komen, maar roept dat er op 3 kilometer afstand een refuge is. Dat klinkt ons wat raar in de oren, aangezien dat middenin the middle of nowhere is, maar omdat duidelijk is dat we hier verder niets hoeven te verwachten, besluiten we maar weer te gaan lopen.

De ‘refuge’ in kwestie blijkt een gîte, waar je voor 20 euro per persoon een nacht in een stapelbed mag slapen. We keren de gîte de rug toe, en vragen bij de buren of we de tenten in de tuin mogen zetten. Dat is geen probleem. Dat het voor deze mensen ook nieuw is, en we dus geen douche of wc hebben, zien we door de vingers.

Eindpunt (overnachting)
Naamparticulier
PlaatsFraisse
Camino de Santiago

Camping gekraakt

Douzillac Saint-Louis-en-l’Isle Sourzac Moussidan

Doordat we gisteravond een gezellig avondje hadden, waren we vergeten de wekker te zetten. We hadden aangegeven dat we tussen 8 en 9 zouden vertrekken, maar toen om een uur of 10 de beheerder kwam om de deur achter ons op slot te draaien, waren we wel bijna, maar nog niet helemaal weg. Dat was dus niet zo netjes.

Gek is ook dat je na zo’n avondje eten toch behoorlijk honger kunt hebben, de volgende morgen. En dus togen we naar het enige restaurant in het dorp; dat was open, want het was ook de enige bar, en de enige bakker. Een kop koffie konden we wel krijgen, maar een ontbijt werd lastig; daarvoor was in Douzillac geen markt, dus er was geen jam in huis. Maar als we wilden, kon de baas wel wat improviseren…
Ik gaf het al direct op en hield het bij een grand café noir, maar Maarten wilde het wel proberen. Hij moest het doen met een paar stukjes stokbrood en een beetje boter. We hebben vandaag een hoop plezier gehad van mijn noodvoorraad mueslirepen (aanrader!).

Hoewel we vandaag laat vertrokken, hoopten we toch Saint-Géry te halen. Helaas volgden we na de lunch in Mussidan de verkeerde wegwijzers. De route van de chemin wordt hier soms omgelegd, maar dan halen ze niet altijd alle oude wegwijzers weg. En zo verdwaalden we dus in en rond Mussidan. Tegen de tijd dat we de route weer teruggevonden hadden, vonden we het te laat om nog door te lopen naar Saint-Géry: het is weekend, en Saint-Géry ziet eruit als een klein dorp; groot risico dus.

En dus deden we wat een pelgrim nooit doet: we gingen terug. Mussidan had een camping en een refuge, dus dat was een veiliger keuze. Terug in het centrum van Mussidan zagen we geen bordjes die naar de camping wezen, en dus liepen we even bij het Office de Tourisme binnen. De camping in Mussidan bleek niet meer te bestaan, en de refuge was alleen toegankelijk op doordeweekse dagen, want de mairie had de enige sleutel, en op de mairie werd in het weekend niet gewerkt.

Toen ik de dame vroeg naar mogelijkheden tot wildkamperen in de buurt, wees ze ons er nadrukkelijk niet op dat het terrein van de voormalige camping nog steeds braak lag, en al helemaal niet dat het mogelijk moest zijn om daar een plekje te vinden waar je uit het zicht van de straat kon staan. Waarschijnlijk moest ze haar baan beschermen.
Hoewel de dame ons daar dus niet op attent gemaakt had, besloten we toch om eens te gaan kijken op de locatie van de voormalige camping. Daar vonden we een plekje waar we redelijk uit het zicht van de straat konden staan, en dus besloten we wild te kamperen op het terrein van de voormalige camping van Mussidan, bijna in het centrum van het stadje. De toiletten blijken nog steeds in gebruik te zijn, de douches en wastafels zijn helaas onklaar gemaakt.
Volgens Maarten mogen we het geen wildkamperen noemen, maar hebben we een camping gekraakt.

De tenten staan al vroeg, want de lucht kijkt heel dreigend naar ons.

Eindpunt (overnachting)
NaamCamping municipal
PlaatsMussidan