Bij de albergue in Castro Urdiales is ontbijt bij de prijs inbegrepen. Goed, het gaat dan over de goedkooste croissantjes en cakejes (ze smaken een beetje naar gebakken spons), maar het idee is leuk.
Miguel blijft een dag in Castro Urdiales; hij heeft pijn in z’n weet-ik-veel, en wil naar een dokter. Hij probeert mij ook zover te krijgen dat ik een dag blijf; op adres zus-en-zo woont een heel rijke man, en daar kan ik vast wat geld krijgen en mijn tent opzetten. Ik zeg dat ik het wel zal zien, vouw mijn tent op (na een reparatie van de vorige reparatie, die het dan toch best lang heeft volgehouden), pak mijn rugzak in, en volg de pijlen naar Santiago.
De wandeling van vandaag is mooi maar zwaar. Er zijn wat bergen en het is prachtig weer. Halverwege kom ik een pelgrima tegen die ik gisteravond in de albergue ook gezien heb, ze loopt de andere kant op. Ze vertelt me dat er 2 routes zijn, en dat ik nu de langere volg; zij is onderweg naar de kortere. Ik vraag haar welke route de mooiste is. Ze antwoordt dat de kortere route langs de snelweg loopt, en de langere door de natuur. Ik wens haar veel plezier langs de snelweg, en loop verder. (En dat alles in het Spaans, of wat daarvoor doorgaat.)
’s Middags is de GPS volledig ontregeld. Ik ga een meter of 50 vanaf de route zitten voor de lunch, en als ik weer verder wil, plaaqtst de GPS me op zo’n 20 kilometer verder, op een hoogte van meer dan 4.000 meter. Het blijft de hele middag rommelen, waarbij ik soms sprongen maak van een kilometer of 10, en waarbij ik soms in een seconde een paar honderd meter tot een paar kilometer hoogte win of verlies. Omdat de gele pijlen die de weg moeten aangeven hier ook een beetje een rommeltje zijn, loop ik voornamelijk op de gok verder. Ongetwijfeld loop ik een paar kilometer om, maar uiteindelijk beland ik in Liendo.
Als ik aan kom lopen, zie ik dat de albergue omgeven is door gras, dus ik heb er het volste vertrouwen in dat ik mijn tent zal mogen opzetten. Ik kom bedrogen uit. Omdat ik het niet zie zitten om nog 10 kilometer door te lopen om het in Laredo nog eens te proberen, betaal ik toch maar. Omdat ik laat genoeg aankom, hoef ik in ieder geval niet op een slaapzaal, maar wordt de naastgelegen feestzaal geopend voor mij en nog een paar Duitsers die ook net aankomen. ’s Avonds komt daar nog 1 man bij. Zo liggen we met z’n zessen in een vrij grote zaal. Ik hoop dat ik zo de kans krijg om uit te slapen.
Omdat de albergue ook al geld kost, lijkt het me geen goed idee om ook nog eens een pelgrimsmenu te gaan halen. Ik kijk daarom wat anderen hebben achtergelaten in de keukenkastjes van de albergue, koop daar nog wat spullen bij, en eet zo voor €3,86 een improvisatie-pasta waar ik nog 2 dagen op kan teren (en dat is inclusief de wijn die ik erbij drink).
Er schijnt verderop in het dorp wifi te zijn, maar ik heb geen zin om met mijn netbook onder mijn arm op stap te gaan. Ik schrijf mijn verhaaltje van de dag, en houd het voor gezien.
Naam | Albergue de peregrinos |
Plaats | Liendo |
Prijs per nacht | €8,00 |
Douche | Bij de prijs inbegrepen. |
Wifi | Nee. |
Eten | Kookgelegenheid aanwezig. Kleine maar fatsoenlijk geprijsde supermarkt en bar om de hoek; een echte supermarkt en nog een paar bars verderop in het dorp. |
Geef een reactie