Ik begin langzaam te wennen aan mijn nieuwe plek en werk. Het ritme is raar: van 6 tot een uur of 11 ontbijt en schoonmaken, dan een paar uur niks, en tot slot een paar uur nieuwe pelgrims opvangen. Maar over het algemeen vind ik het leuk om te doen: ik ben lekker bezig, en ik heb het idee dat de meeste pelgrims waarderen wat ik doe.
Luis heeft me van de week meegenomen naar de bibliotheek om daar te melden dat ik op zijn kosten boeken mag lenen. Ik denk dat dat zijn manier is om te zeggen dat-ie waardeert wat ik doe; hij is communicatief niet zo heel sterk.
Ik ben nu dus bezig in een Spaans kinderboek, om de taal onder de knie te krijgen. Ik vorder maar langzaam, want ik heb bij vrijwel elke zin minstens 1 keer mijn woordenboek nodig (ik weet nu in ieder geval waarom ik mijn Spaanse woordenboek 3.000 kilometer heb meegesleept).
Van de week hebben we het vrijwilligerscontract getekend, wat betekent dat ik nog even mag blijven. Hoe lang dat gaat duren, weet ik nog niet; dit vanwege de afnemende drukte door de winter. Ik krijg het in ieder geval bijtijds te horen als ik niet meer nodig ben, zodat ik wat anders kan zoeken. Voor dat ‘wat anders zoeken’ ben ik al door 2 langskomende pelgrims gewezen op de site HelpX, waar je klussen kunt vinden zoals de klus die ik nu heb: werken in ruil voor onderdak en eten.
En omdat ik langer kan blijven, heb ik vandaag het formulier ingevuld om een NIE aan te vragen (Número de Identidad de Extranjero; een Spaans fiscaal nummer voor in Spanje wonende buitenlanders). Met dit formulier moet ik dan van de week een keer heel vroeg naar Santander om daar bij het politiebureau in een lange rij te gaan staan, in de hoop dat ik een pasje krijg waarmee ik me kan identificeren als ik een bankrekening wil openen, als ik aangehouden word, of als ik een huis wil kopen of huren. Zo’n NIE is verplicht als je langer dan 3 maanden in Spanje verblijft — ik ben op 24 augustus Spanje binnen gelopen.
Ik heb inmiddels 138 pelgrims zien passeren in de albergue. De groep van vannacht bestaat uit 2 Italiaanse wandelaars en 1 Spaanse fietser. De Italianen kwamen vanmiddag vroeg aan, gingen toen op bed liggen, kwamen er even uit om te gaan eten, en gingen weer naar bed; ik denk dat ze morgen erg vroeg op pad zijn. De lastigste groep had ik gisternacht; slechts 7 mannen (niet samen onderweg), maar het voelde alsof ik 30 man over de vloer had gehad: er moest gediscussieerd worden over de sluitingstijden (nadat ik ze al een half uur extra gegeven had), er waren 2 extreem zware snurkers, 1 man was de snurkers op een gegeven moment zo zat dat hij middenin de nacht met veel herrie op zoek ging naar een andere plek om te slapen, een uur later wilde een ander naar de wc maar belandde in mijn kamer, en ’s morgens om 5 uur begon er een met veel kabaal zijn rugzak in te pakken omdat hij zich vergist had met de wintertijd en dacht dat het 7 uur was. Uiteindelijk hebben 6 van de 7 me bij vertrek heel vriendelijk bedankt voor alle goeie zorgen, maar ik was toch blij dat ze weg waren. ’s Middags moest ik echt even op bed gaan liggen om slaap in te halen.
En zo is iedere dag weer anders. Vanmorgen ging iedereen Take Five van Dave Brubeck neuriënd de deur uit. En vanavond lag iedereen om half 9 op bed.
En? Hoor je inmiddels al bij de Knights of Nie?
Nee, je hoeft me nog geen “Ecky Ecky Ecky F’tang F’tang Olé Biscuitbarrel Peregrino” te noemen. Ik wacht nog op een moment dat ik (op een doordeweekse dag) een dag weg kan; deze week was het druk met doktersbezoeken, begrafenissen en weet ik wat al niet meer.