Vanmiddag om een uur of 3 kwam Anita binnenlopen, een Duitse pelgrima (is dat een woord?) van halverwege de 50. Ze was nat en koud, maar gaf zelf ook aan dat ze bedwants bij zich had; ze had verschillende beten. Bedwants is de grote schrik van albergues (en alle andere plaatsen waar mensen slapen): een besmetting betekent meerdere dagen dicht om te ontsmetten. Mijn eerste reactie was: alle kleren en de slaapzak in de wasmachine op hoge temperatuur en daarna in de droger (bedwants kan niet tegen temperaturen boven 50 graden), de rugzak in een plastic zak met verdelgingsmiddel, en Anita onder de douche; Anita zelf gaf overigens ongeveer hetzelfde aan. Maar omdat ik hier nog niet eerder mee te maken gehad had, en er niemand anders aanwezig was, besloot ik eerst Sofia te bellen, om te vragen of ik niets over het hoofd zag.
Sofia’s eerste reactie was ‘Stuur haar maar door naar de volgende herberg.’. Dat ging mij te ver, en gelukkig hoorde ik aan de andere kant van de lijn ook Marilo tegenstribbelen. Blijkbaar hadden Marilo en ik samen een punt, want Sofia vroeg me Anita’s rugzak in een plastic zak met verdelgingsmiddel te doen, en Anita zelf te laten wachten tot Sofia over een uurtje in de herberg zou zijn. Dat uurtje bleek een Spaans uurtje te zijn: na anderhalf uur belde Sofia dat ze er met een half uurtje zou zijn.
Wat mij betreft had doorweekte Anita toen wel lang genoeg gewacht — een beker thee helpt maar tot op zekere hoogte als je een dag in de regen hebt gelopen —, en dus maakte het me niet meer zoveel uit wat Sofia er van zou vinden. Ik zocht in de zak met door pelgrims vergeten kleding wat kleren die Anita ongeveer zouden passen, en gaf Anita opdracht om naar de badkamer te gaan, haar kleren in een plastic zak op de gang te zetten, en een warme douche te nemen; als ik de zak met kleren in de gang zou vinden, zou ik die ‘in quarantaine’ nemen. Anita gehoorzaamde dankbaar.
Toen Sofia uiteindelijk arriveerde, nam ze het me niet kwalijk dat ik Anita alvast had laten douchen, en was ze blij verrast dat ik zo pragmatisch was geweest om Anita kleren te geven uit de zak met door pelgrims vergeten kleding; daar was ze zelf nooit op gekomen. Bovendien had ze bedacht dat we Anita’s kleding en slaapzak op 60 graden konden wassen, en daarna in de droger konden doen, dat moest afdoende zijn tegen bedwants.
Ik denk dat ik de volgende keer maar niet meer bel, en dat de volgende pelgrim met bedwants een uur of 2 sneller onder de douche staat…
Anita was me zo dankbaar voor mijn reactie, dat ze me mee uit eten nam. Onder het eten heeft ze op me in zitten praten om me te overtuigen dat ik een eigen albergue moet beginnen; ze vindt me een natuurtalent. Mijn argument dat dat wellicht wat moeilijk zal zijn zonder geld, wuifde ze zonder genade weg; ze heeft namelijk sinds 3 jaar zelf een albergue in Frankrijk, langs de route van Le-Puy naar Saint-Jean, en die is ze gestart vanuit een geen-geld-situatie. Ze had niet alleen tips over het bij elkaar krijgen van geld, maar wist zelfs een albergue te huur.
Ik denk zomaar dat ik met Anita nog weleens contact zal hebben. Met dank aan de bedwants, de schrik van alle hospitaleros…
Vriendelijk verzoek van een hospitalero: laat het weten als je denkt dat je bedwants bij je hebt. Niet alleen help je daarmee de verspreiding te voorkomen/stoppen, het is voor jou ook de enige manier om er van af te komen.
Voor de mensen die niet weten wat bedwants is
nl.wikipedia.org/wiki/Bedwants
Dank u.
Hola Rob,
Strak plan een eigen alberque, ik reserveer vast!
Elisabeth