Hoewel ik momenteel niet echt aan het lopen ben, wandel ik wel af en toe. Door Belvès, bijvoorbeeld:
elPeregrino.nlTe voet naar het einde van de wereld | ||
Hoewel ik momenteel niet echt aan het lopen ben, wandel ik wel af en toe. Door Belvès, bijvoorbeeld: Goed, het is me duidelijk: een huis is niks (meer) voor mij. Ik zit nu een week in het huisje van Claude, en ik word er niet gelukkiger op. Het is fijn om met die kou onderdak te hebben, maar daar blijft het bij. Misschien scheelt het een beetje dat het niet mijn eigen spullen zijn, maar waar het op neerkomt, is dat ik omgeven ben door heel veel spullen die nooit gebruikt en nooit bekeken worden; bezit om het bezit, zeg maar. Waarmee ik overigens niets negatiefs wil zeggen over Claude, die mij zo onbaatzuchtig en in het volste vertrouwen de beschikking heeft gegeven over haar huis; ik ben me er zeer wel van bewust dat ik zelf ook heel lang bezig ben geweest met het verzamelen van spullen die ik helemaal niet nodig had, maar waarvan ik mezelf wijsmaakte dat ze iets zouden kunnen bijdragen aan mijn geluk. Ik begin te beseffen dat ik in het afgelopen jaar meer veranderd ben dan ik dacht, en ik ben erg benieuwd wat ik allemaal zou bewaren als ik op dit moment door de dozen met spullen zou kunnen graven die nu bij vrienden in Nederland opgeslagen staan. Als ik hier om me heen kijk, zie ik een gebouwtje vol met bezit, waar de deur op slot moet om te voorkomen dat die spullen gestolen worden, met daarvoor een klein grasveldje met een hek eromheen om aan te geven waar de grens van het bezit is; mijn wereld heeft het afgelopen jaar juist bestaan uit zó weinig spullen dat ze in een rugzak pasten, en een wereld die wijds en uitgestrekt voor mij (en iedereen) open lag. Ik merk dus dat ik me mentaal aan het voorbereiden ben om weer te gaan lopen zodra de kans zich voordoet. Nou ja, die kans doet zich natuurlijk eigenlijk altijd voor, maar in de praktijk ligt dat net even anders. Ten eerste wil ik even afwachten tot de kou achter de rug is; niet alleen ben ik een koukleum, maar mijn uitrusting is momenteel ook alleen berekend op de zomer. Ten tweede heb ik een afspraak met Gilles; ik kan nu natuurlijk niet vertrekken zonder gewerkt te hebben. Ten derde wil ik, voor ik weer op pad ga, een manier hebben om onderweg wat geld te verdienen voor eten, kleren en onderdak (een mens moet af en toe douchen en zijn kleren wassen); een muziekinstrument is misschien het meest praktisch, dus ik wil één dezer dagen eens gaan kijken voor, bijvoorbeeld, een mondharmonica (goedkoop en licht). En ten vierde is een aanzienlijk deel van mijn uitrusting wel aan vervanging toe: mijn schoenen, sokken en onderbroeken zijn tot op de draad versleten, en ook mijn broeken en slaapzak zijn niet heel veel meer waard. En tot slot is er dan natuurlijk nog het boek dat ik probeer te schrijven; als dat niet af is voor ik weer op pad ga, komt het er waarschijnlijk nooit meer van. Het mag duidelijk zijn dat, hoewel ik momenteel niet aan het lopen ben, deze periode van niet-lopen ook een belangrijk deel is van mijn pelgrimage: terwijl de wandeling aan het bezinken is, leer ik nog steeds erg veel over mezelf; misschien nog wel meer dan tijdens mijn tocht. ‘k Had eigenlijk een andere beginzin in m’n hoofd voor dit stukje, maar tijdens het tikken van de titel bedacht ik me dat er in Nederland mensen zijn die een hele tiet geld over hebben voor een weekje Dordogne, om zich vervolgens een hele dag in de auto te gaan zitten ergeren aan die kinderen die de hele tijd zeuren of ze er al zijn, en aan die partner die niets blijkt te snappen van landkaarten en navigatie, om vervolgens te klagen over die chambre d’hôte (bed&breakfast) die z’n geld niet waard was, en die… Nou ja, je snapt wat ik bedoel: ik besef weer hoe rijk ik eigenlijk ben, met het niks dat ik heb: sinds ik een jaar geleden besloten heb om alle zekerheden overboord te kieperen, is mijn leven er alleen maar rijker op geworden. Goed, Dordogne dus… Het werk op de boerderij is een kwestie van mijn draai vinden: Gilles is niet echt iemand die er de zweep over legt — of zelfs iemand die een heel duidelijk beeld heeft van wat de volgende stap moet zijn in de verwezenlijking van zijn droom —, dus ik moet een beetje zelf uitvinden wat ik kan/wil/moet doen. Mijn werkzaamheden bestaan in ieder geval uit het openen van de kippenren en het voederen van de varkens ’s morgens, en het sluiten van de kippenren ’s avonds; daarnaast zou ik ook koken, maar dat is er nog niet echt van gekomen, en verder moet ik me nuttig maken bij de bouw van ‘het huis’. En op dit moment zit ik dus in mijn huisje voor de kerstdagen, zodat de familie de feestdagen samen kan vieren. Ik zit nu in het huis van oma Claude, die eigenlijk niet echt een oma is, en op 31 december, als Claude terugkomt naar huis, ga ik ook terug naar de boerderij, waar we naast mijn kamer een keukentje hebben ingericht, zodat ik verder tot na oud-en-nieuw zelfstandig kan leven (maar ik heb het gevoel dat ik voor de jaarwiseling wel uitgenodigd zal worden). En ik denk dat er voor die tijd ook nog wel een update zal volgen met mooie foto’s, want Belvès is een prachtig middeleeuws stadje (gesteld dat het me lukt om zo lang wifi te pikken van de buurman, want dit huisje heeft geen internet). In het weekend wordt hier over het algemeen niet gewerkt, dus dat gaf me de tijd om rustig rond te kijken, en kennis, foto’s en een flinke boswandeling met Gilles en Jules te maken. Een kwestie van evenwicht, zeg maar… Het huis is vanaf de eerste steen opgebouwd door Gilles zelf, op de fundering van de ruïne die er stond toen hij het land kocht; pas vanaf dit jaar maakt hij gebruik van HelpX-ers voor hulp bij de bouw (voor die tijd hebben vrienden en familie uiteraard wel af en toe geholpen). Als het huis af is, moet het mensen met een verstandelijke handicap gaan huisvesten. ’t Is niet veel, en het is er niet meer van gekomen om nog wat foto’s te maken van het dorp zelf, zoals ik van plan was, maar het Flickr-album Dégagnac is klaar. Gisteren op de valreep het wifi-netwerk op Domaine de Montsalvy nog even afgemaakt; er is nu wifi in alle gîtes. Snoeien en koken zijn leuk, maar het is lekker dat ik ook iets tastbaars achter heb kunnen laten; vooral iets dat een ander op zijn minst veel meer moeite gekost zou hebben. En uiteraard zou Rob Rob niet zijn, als hij niet een uitgebreide en duidelijke handleiding had achtergelaten, aan de hand waarvan ze in het vervolg zelf het netwerk kunnen onderhouden en eventueel zelfs uitbreiden; ’t is me jammer genoeg niet gelukt de handleiding in het Limburgs te schrijven, maar Nederlands begrijpen ze gelukkig ook een beetje. Vanmiddag heeft Theo me afgezet in Daglan, en een half uurtje later werd ik daar weer opgepikt door Gilles. Onderweg naar Bouillac reed Gilles (spreek uit ‘Giel’, en niet ‘Zjiel’) even door Belvès, de plaats waar hij ’s zaterdags op de markt zijn waren verkoopt, en waar ook mijn huisje voor de kerstdagen staat. Ik denk dat ik me er best thuis ga voelen die 2 weken, zowel in het stadje als in het huisje. Gilles komt uit Zeeland, maar woont al heel lang in deze streek; zijn vriendin woont en werkt in Ierland, is er maar zelden, en heb ik dus nog niet ontmoet. De rest van het huishouden bestaat uit zoons Servaes (17) en Jules (14), die hier zijn geboren en opgegroeid, en HelpX-er Marti (21) uit Barcelona, die hier nu een week of 6 is; een mannenhuishouden dus. Marti spreekt aardig Frans en een beetje Engels, en hij heeft beloofd me wat Spaans en Catalaans bij te brengen; in ruil mag ik hem helpen met zijn Frans en Engels. Vandaag eet ik niet mee met de HelpX-host-familie, want er zijn vrienden op bezoek. Niet dat ze zich daarvoor schamen, of voor mij, maar in zo’n geval kan het gebeuren dat je wat persoonlijker zaken met elkaar wilt bespreken; als HelpX-er moet je begrijpen dat je er niet altijd bij kunt horen. Maar hoewel ik niet bijzit aan tafel, krijg ik beneden, in mijn ‘eigen’ ruimte, wel geserveerd wat men boven eet.
Geen gekke ruil voor een dagje snoeien van rozen en hazelaars. Toch? Ook bizar eigenlijk: ik heb bijna een half jaar met een jakobsschelp op mijn rugzak gelopen, maar vandaag heb ik het beestje voor het eerst in mijn leven gegeten… M’n stoofschoteltje staat lekker te pruttelen en geur te verspreiden, en daardoor krijg ik weer zin om eens wat nieuws te proberen. Uit Dégagnac vertrek ik over een weekje alweer, maar op de boerderij in Bouillac blijf ik, als het goed is, wat langer. Wellicht kan ik dan hier eens mee experimenteren (eigen varianten tzt op m’n andere site):
Geen idee of dit nou allemaal traditioneel hobo-voer is, maar het ligt allemaal zo dicht bij ‘mijn keuken’, dat ik er niet aan ontkom hier mee te gaan spelen… Verstoppingen in de riolering opsporen en verhelpen, natuurstenen binnenmuren voegen, planten en bomen snoeien, honden (Teddy en Joep) uitlaten, koken (afgelopen weekend Jambalaya, komend weekend Franse stoofschotel)… Mocht je besluiten jezelf te trakteren (tractoren? nee, trakteren) op een verblijf op Domaine de Montsalvy — en dat zou ik je zeker niet afraden — noem dan mijn naam, alsjeblieft; dat levert mij een kleine commissie op, dus zo kun je mij sponsoren door zelf vakantie te nemen. Zaterdag 13 december ga ik naar mijn volgende HelpX-host. Theo (uit Dégagnac) zet me af in Daglan, en Gilles (uit Bouillac) pikt me op in Daglan; zo wordt liften natuurlijk wel heel makkelijk… |
||
Copyright © 2013-2024 elPeregrino.nl - All Rights Reserved Powered by WordPress & Atahualpa |
Recente reacties