Omdat Elisabeth en Aafke gisteren al naar La Réole hadden gelopen, zette Serge ze daar vanmorgen met de auto af; dan hoefden ze dat stuk geen 2 keer te lopen. En omdat hij toch die kant op reed, mocht ik meerijden naar een plaats waar ik een lift moest kunnen krijgen.
We zetten de dames eerst af, en met veel kroelen en zoenen, en de afspraak dat Elisabeth en ik contact houden, namen we afscheid. Het was een rare ontmoeting en het waren 2 aparte dagen, maar het is geen moment ongemakkelijk geweest, en ik ben blij dat het kon.
Ik ben trouwens ook heel blij dat het zo mooi aansloot op mijn tijd als hospitalier in Montréal-du-Gers, waardoor ik weer 3 weken onafgebroken camino heb gehad. Wat voel ik me ontzettend thuis tussen al die mensen die evenzoveel prachtige avonturen aan het beleven zijn. En wat is het heerlijk om gewoon maar te lopen, met je huis op je rug, en het landschap langzaam aan je voorbij te laten trekken terwijl je gedachten vrijuit alle kanten op kunnen gaan.
De reis terug naar Bouillac had bijna niet sneller kunnen gaan. Er waren me nog geen 10 auto’s voorbij gereden toen er al een man stopte die me meenam naar Marmande; hij reed voor mij even om de stad heen, zodat hij me op de goeie weg richting Bergerac kon afzetten. Hij vertelde dat hij een Nederlandse secretaresse had, en bovendien onlangs 3 dagen in Amsterdam was geweest, dus hij was apetrots dat hij mijn accent al herkende voordat ik vertelde dat ik uit Nederland kom.
Bij Marmande stond ik nog maar een paar minuten toen een Marokkaanse vrouw stopte die me meenam naar Seyches; we verontschuldigden ons dus tegen elkaar dat we niet helemaal vloeiend Frans spraken, maar uiteindelijk lukte het prima.
In Seyches stopte de 3e auto al, maar helaas was ik er met mijn gedachten niet helemaal bij, zodat ik dat pas merkte toen hij weer optrok om me toch maar te laten staan… Maar uiteindelijk was dat misschien maar goed, want omdat ik niet precies wist welke kant ik op moest, besloot ik terug te lopen het dorp in om een kaart te kopen. En die kaart vertelde mij dat ik bij het volgende dorp van de weg richting Bergerac af moest; had ik die eerste lift niet gemist, was ik dus hopeloos omgereden.
Weer terug op mijn liftplek, had ik weer binnen een paar minuten een lift; naar Miramont dit keer, maar de man besloot 10 kilometer extra te maken naar Lauzun. De man had vroeger ook met een rugzak door Frankrijk getrokken, dus hij voelde een soort band; ik voelde vooral G-krachten, want die 10 kilometer legde hij af in zo’n anderhalve minuut.
Bij Lauzun kreeg ik van de derde auto een lift van een Engelsman in een bestelbus die me, nadat hij onderweg een pakje had afgeleverd, niet in Lalandusse afzette, maar doorreed naar Castilonnes. Hij gaf me bovendien het adres van een camping van een vriend van hem in Touzac waar ik werk moet kunnen vinden als ik dat nodig heb; ik heb zijn visitekaartje en moet maar zeggen dat hij me gestuurd heeft.
In Castillonnes leek men wat angstiger om een lifter mee te nemen, maar toch stopte er binnen een kwartier een Engels hippie-achtig stel dat me afzette in Villeréal.
De vijfde of zesde auto die Villeréal uitreed, weer een bestelbus, nam me mee naar Monpazier.
En Monpazier is bekend gebied, en dus wist ik dat er vanuit Monpazier erg weinig auto’s rijden richting Bouillac/Cadouin. Ik besloot daarom mijn waterfles te vullen bij een aire de camping car (camperplaats) en de laatste 10 kilometer te gaan lopen. Ik had nog geen 100 meter afgelegd toen ik achter me een auto hoorde, dus ik zette mijn hoed af (zorg dat mensen je gezicht kunnen zien als je lift) en stak mijn duim op. De jongen ging prompt in de ankers, en zette me af bij Saint-Avit-Rivière, waar ik fluitend aan de 2 laatste kilometers begon.
En zoals het hoort op zo’n dag: de tweede auto stopte, en deze dame weigerde me bij de oprit naar Les Granges af te zetten, maar stond erop me voor de deur af te zetten (‘Het is veel te warm om te lopen.‘).
En daar wilden Gilles en Robert en Ilse (2 nieuwe vrijwilligers voor een week of 2) net aan de lunch beginnen, due er werd een bord bijgezet en een glas wijn ingeschonken, en ik kon direct aanschuiven.
De rest van de middag was voor de was en de ezel (die blij was om me te zien). En dan begint morgen het werk weer; er is hier verrassend weinig gedaan in de afgelopen 3 weken, dus er is genoeg te doen.
Ha die Rob,
Weer even een berichtje uit Wateringen. Het wil hier maar geen zomer worden. Veel wind en maar een graad og 16. Bij jou zal het wel beter zijn. is liften daar toegestaan? Volgens mij is het hier verboden. Ik begrijp wel dat je je uitermate vermaakt. Veel vrouwelijk gezelschap doet altijd goed. Ik ben vorige maand een week naar Ierland geweest met 5 vrienden op whiskey-tour.
Ik heb daar ook veel van dat vreemde taaltje gezien. Geen touw aan vast te knopen.
Ierland is een mooi land, we waren in de streek tussen Cork en Dublin en we hadden schitterend weer. Enne.. de whiskey (in Ierland met een e) smaakte prima. En de mensen waren super vriendelijk vergeleken met het soms hufterige optreden hier. Het lijkt wel of het lontje steeds korter wordt bij de mensen.
Rob, geniet er van en tot de volgende keer.
P.S. de groeten van de schiet!
Hé Peet!
Momenteel is het hier bewolkt en een graad of 22-24 (gok ik). Maar toen ik vorige week weer een paar dagen aan het lopen was, was het elke dag ruimschoots boven de 30 graden. Geen erg lekker weer om ver te lopen met een rugzak op je bult, trouwens…
Een whiskey-tour door Ierland; ik kan een hoop ergere manieren verzinnen om je tijd door te brengen. Ik heb vaker gehoord dat Ieren erg vriendelijk zijn; ze schijnen trouwens ook altijd in te zijn voor feestjes met muziek.
Korte lontjes merk ik hier vrij weinig van, maar ik denk dat dat er ook mee te maken heeft dat ik op het platteland zit. Ik denk dat je in Nederland ook minder korte lontjes tegen zult komen op de Veluwe dan in de Randstad.
De groeten terug aan de schiet!
Rob