… maar uiteindelijk kwam het toch nog goed.
De man van het café in Siran waar ik koffie aangeboden krijg, weet me te vertellen waar ik de Chemin de Saint Jacques / GR-652 weer op kan pakken. Vol goede moed gaan we op stap, en vrij vlot hebben we de route inderdaad weer gevonden. Het pad wordt echter snel steiler en smaller, en bovendien is het glad door de regen van afgelopen nacht. Op een gegeven moment heb ik dan ook geen andere keuze dan rechtsomkeert te maken. En zo staan we om kwart over elf weer in Siran, en hebben we een hele ochtend verspeeld. Maar Frimousse kan nog een stukje verder met 0 gebroken poten (en ik ook), en dat is ook wat waard.
Ik besluit het niet een dorp verderop nog eens te proberen, maar mijn oude plan weer op te pakken, en richting Figeac en de Chemin du Puy te lopen. In D-wegen heb ik echter ook geen zin meer, en dus stippel ik voor vandaag een route uit die mijn GPS-route ongeveer volgt, maar dan over binnenweggetjes. Dit zal wel een hoop tijd extra gaan kosten, maar ik heb inmiddels geaccepteerd dat de wandeling naar Figeac eerder een week zal gaan duren dan de 4 dagen die ik gepland had.
We lopen heel de dag langs rustige weggetjes, en dat is maar goed ook, want Frimousse heeft er geen zin in, en ik heb het koud en dus geen geduld.
Om een uur of half 4, eigenlijk veel te vroeg om te stoppen, lopen we langs een boerderij met ezels in het veld. Als ik dan ook nog eens het hele gezin naar buiten zie komen om naar ons te kijken, moet ik wel vragen of we in de schuur mogen slapen. Uiteraard hoop je op zo’n moment een beetje dat men je een slaapkamer met jacuzzi aanbiedt, maar ik ben toch erg blij als ik in het hooi mag, en Frimousse een veldje krijgt. Het is koud en er komt nog meer regen aan, dus ik had het bepaald slechter kunnen treffen. En wie elke dag baadt in luxe, waardeert het niet meer (kijk maar eens om je heen).
Morgen gaat de boer om 6:15 weer in de hooischuur aan het werk, dus morgen hebben we volop de tijd om wat kilometers te maken.
En net als ik bovenstaande allemaal opgeschreven heb, komt de vrouw des huizes naar me toe. Haar zoon heeft er allemaal helemaal niet goed over nagedacht…
Er staat een gebouwtje, nu niet meer dan een schuur, maar vroeger een huisje geweest; er is een schouw en licht. Misschien moet ik daar maar gaan zitten. Als ik het vuur dan heel de nacht aanhoud, hoef ik het niet koud te hebben.
Daar gaat mijn nacht zonder luxe…
’s Avonds sta ik nog even met de zoon te praten, en vraagt hij me hoe ik dat met de ezel doe als ik boodschappen moet doen. Als ik lach dat ik me daar geen zorgen over hoef te maken, omdat ik geen budget heb voor boodschappen, staat hij een paar minuten later prompt voor mijn deur met een bordje met een stuk brood, 2 stukken zoet brood (brioche) die over waren van de lunch, een paar plakken rauwe ham, en een stuk zelfgemaakte paté. Morgenochtend als hij aan het melken is, verwacht hij me in de stal voor verse melk, en daarna moet ik langs zijn huis om fruit voor onderweg te halen.
Als dat zo doorgaat, kom ik in de Gers aan met hetzelfde bedrag(je) als waarmee ik vertrok. En met een halve rugzak vol eten, want de droge worst en de kaas van gisteren zijn ook nog niet op; evenals de kaas en het brood dat ik van Von en Ruben kreeg.
OK, if geef het toe. Best jaloers dat je een ezeltje hebt. En volgens mij gaat de samenwerking steeds beter. Aan d’r ogen te zien is het een soort Daily in het kwadraat. Ogen om van te houden. Hoop dat ik ‘r nog keer ontmoet :)
“‘r” is een “‘m’, maar verder heb je wel gelijk, geloof ik.
Alhoewel: een ezeltje heb je niet; een ezel heeft jou…
Maar de kans dat je ‘m nog zult ontmoeten is klein; zie bericht 10 maart.