De hele dag staat vandaag eigenlijk in het teken van het slepen van het ezeltje. Blijkbaar heeft hij het vannacht erg gezellig gehad met het paard, want hij laat zich niet vangen. Maar als we eindelijk onderweg zijn, wordt het niet beter: steeds weer vindt hij een reden om stil te staan, en als hij loopt, is dat in een tempo waar ik heel ongeduldig van word.
Mijn lunch is een feestje. Gisteravond na het eten was er nog wat macaroni over; mijn gastvrouw vroeg of ik wilde dat ze dat inpakte voor tussen de middag, met een beetje azijn. Als ik het pakketje openmaak, blijkt ze er niet alleen azijn bij te hebben gedaan, maar ook geraspte wortel, een tomaat en een gekookt ei. Voor toe vind ik 2 mandarijnen.
Na een hele, hele lange dag bereiken we eindelijk Montcuq. Hier wilde ik vandaag graag aankomen, omdat Anita me bij een plaatselijke gîte heeft aangeraden voor werk, en dit een mooie kans is om kennis te maken. De hoop op werk wordt echter snel de grond in geboord. Wel mag ik voor vannacht een plek voor mezelf en voor het ezeltje zoeken, hoewel de gîte eigenlijk vor de winter gesloten is, en pas in april weer open gaat.
Ook mag ik gebruik maken van de keuken, en als ik daar iets vind waar ik trek in heb, mag ik het pakken. De voorraad blijkt wat je mag verwachten in een pelgrimshut: vooral veel aangebroken pakken rijst en macaroni. En zo is dit de eerste keer in bijna 2 weken lopen dat ik iets te eten koop: bij een extreem duur supermarktje haal ik saus voor bij de macaroni; en als ik er dan toch ben, neem ik ook maar een wijntje mee.
Geef een reactie