Die titel heeft eigenlijk twee betekenissen.
Allereerst weerspiegelt hij het gevoel van de afgelopen maanden: wéééér een dag op kantoor…
Het vertaalwerk is echt nogal saai, en daar komt dan nog eens bij dat het onderwerp, Microsoft software, me absoluut niet interesseert, en geen enkel raakvlak heeft met wat dan ook in mijn leven. En als je dan ook nog eens ziet dat het buiten 30 graden is, en je binnen alleen maar chagrijnige blikken krijgt van je collega’s omdat je het raam op een kiertje hebt gezet, terwijl zij liever de airco op vriezen zetten en dan heel de dag die ongezonde lucht inademen… Ja, dan wil je motivatie wel eens stokken op standje blèèèèèèh.
Maar de titel van dit bericht slaat ook op deze 2 foto’s:
Dat zijn natuurlijk mijn huisje en mijn tuin. Maar vanaf nu mag ik dat ook mijn kantoor noemen.
Dat zit zo:
Een paar weken geleden raakte ik aan de praat met de directeur. En uiteraard vroeg hij me hoe het beviel, want dat hoor je als directeur nou eenmaal te vragen. Dus antwoordde ik in alle eerlijkheid dat ik het met de collega’s best kan vinden, maar dat ik het werk nogal saai vind, dat ik daar misschien eigenlijk een beetje te creatief voor ben, en dat ik eigenlijk misschien meer auteur dan vertaler ben. Waarop hij zei “Nou, misschien is dat dan een volgende stap.”. Waarop ik grinnikte “Ja, misschien moeten we dat maar doen.”.
Maar uiteraard bleef dat gesprek een beetje door mijn hoofd zeuren. Tot het moment dat ik dacht “Waarom de fuk ook niet?!”. Ik werk voor een uitgever van boeken over automatisering, en ik heb een hoofd vol kennis over automatisering; dat moet toch op de één of andere manier te combineren zijn? En bovendien: met een leven als het mijne loop je niet echt over van de pensioenrechten (zeg maar nul, ongeveer), dus een spaarpotje voor later zou ook niet gek zijn.
En dus schreef ik een voorstel. Uiteraard moest er over dat voorstel vergaderd worden door de redactie, en dat is afgelopen vrijdag gebeurd. Met als resultaat
Après étude de ton document avec l’équipe éditoriale, nous sommes intéressés par ton projet.
Morgen (maandag 15/7) heb ik een afspraak met Julie, die mij gaat uitleggen wat nu de volgende stappen zijn, en dan ga ik proberen om de brij in mijn hoofd voldoende te ordenen om interessant te zijn voor anderen, en over een maand of wat een boek uit te brengen.
In mijn hoofd spreek ik dat stiekem uit als mijn eerste boek, want ik heb ook al een idee voor een tweede, over een verwant onderwerp, als het eerste wil lopen. En als die twee allebei willen lopen, kan ik misschien eindelijk eens een tijdje vrij nemen om het boek te schrijven over mijn Camino. (Of eigenlijk heb ik daar ook 2 ideeën voor: 1 waar gebeurd, en 1 fictie.)
Misschien is het overdreven om te zeggen dat er weer een nieuw avontuur begint, maar het is in ieder geval iets wat ik nog niet eerder gedaan heb.
Nou, eigenlijk was dat alles dat ik te vertellen had.
Maar omdat ik je weer 2 maanden heb laten wachten, terwijl ik beloofd had mijn best te doen vaker te schrijven, doe ik nog even wat willekeurige foto’s. Niks prestigieus, gewoon een paar grappige dingetjes.
Allereerst de kleinste Emmaüs-vestiging die ik ooit gezien heb.
Dit hokje staat in een parkje in het centrum van Saint-Etienne-de-Montluc, en ik word hier zo blij van. Spullen die je niet meer nodig hebt, maar die nog wel goed zijn, mag je in dit hok achterlaten. En als je iets nodig hebt (lamp, keukenspullen, jas, boek, spel, dvd), maar je hebt geen geld, dan ga je even kijken of er in de boîte à dons misschien iets te vinden is. Afrekenen hoeft niet, want don betekent gift.
Een vrijwilliger zorgt dat het een beetje opgeruimd blijft, en dat spullen die niet geschikt zijn voor dit hok, bij Emmaüs terecht komen.
Ik hoop zó dat er nu iemand is die dit leest, en denkt “Hé, ik ga morgen eens even contact opnemen met het gemeentehuis, want hier achter mijn huis is ook een parkje.“.
En verder blijk ik hier in Blain, waar ik inmiddels ben neergestreken, weer te wonen op een Jakobsweg. Dus daar horen dan ook weer wat foto’s bij.
En tot slot nog een stukje kaas.
En dat stukje kaas is van zichzelf niet zo heel grappig, maar er zit een verhaaltje aan vast, en ik ben dol op verhaaltjes.
Jean-Baptiste Colbert, minister onder Lodewijk de 14e (Louis XIV; 17e eeuw), vond dat Frankrijk niet gebaat was bij import; hij vond het een veel beter idee om zelf zoveel mogelijk te produceren voor de eigen markt. En dus verbood hij de import van een hele reut aan zaken, waaronder Nederlandse kaas.
Maar de Fransen vonden de Nederlandse kaas wel erg lekker, en dus ging men die kopiëren; de Mimolette is de Franse kopie van de Nederlandse Edammer. (Die donkergele kleur heeft men er aan gegeven om goed het verschil te kunnen zien tussen de Nederlandse Edammer en de Franse Mimolette; het is zo in 1 oogopslag duidelijk dat er geen illegale import heeft plaatsgevonden.)
En wat ik nou zo grappig vind aan die foto hierboven, is dat er op de verpakking staat “Fabriqué aux Pays-Bas”, wat betekent “Vervaardigd in Nederland”.
Dus, hebben we nu verloren, omdat de Edammer in Frankrijk, tot op de dag van vandaag, grotendeels is weggedrukt door de Mimolette? Of hebben we gewonnen, omdat die Mimolette vandaag de dag weer gemaakt wordt in Nederland?
Nou, en dat zijn zo van die dingen die mij eindeloos kunnen bezighouden.
Recente reacties