In 2014 liep ik van Wateringen in Nederland (in het Westland) naar Fisterra in Spanje (ten westen van Santiago de Compostela).
Daarna besloot ik om niet terug te keren naar Nederland, maar verder te zwerven.
Sinds begin 2022 heb ik, na bijna 8 jaar zwerven in Noord-Spanje en heel Frankrijk, een huisje in de Loire-Atlantique in Frankrijk.
Ik volg momenteel een opleiding waarmee ik straks aan de slag kan in de hulpverlening.
|
Wie heel goed heeft opgelet, weet dat dit bericht eigenlijk een paar dagen geleden al gepubliceerd had moeten worden: de verjaardag van mijn nieuwe leven valt op 5 mei; op 5 mei 2014 leverde ik mijn sleutel in, en begon ik mijn wandeling naar Santiago de Compostela.
Helaas moest ik, toen ik op de ochtend van 5 mei 2017 probeerde in te loggen, constateren dat mijn trouwe laptopje het uiteindelijk, na duizenden kilometers in een rugzak en vele andere omzwervingen en avonturen, voor gezien hield; het bijltje erbij neergegooid had; de pijp aan Maarten gegeven had; de handdoek in de ring gegooid had; z’n laatste adem uitgeblazen had; de open plek aan het einde van het pad bereikt had; afgereisd was naar de eeuwige jachtvelden; een tuintje op zijn buik ging kweken; definitief gestopt was met roken. Wie tussen de regels door leest, snapt al dat mijn laptop het niet meer doet. Misschien kan ik ‘m ooit nog nieuw leven inblazen, maar ik heb momenteel enorm weinig zin om me erin te verdiepen. En dus moest ik een paar dagen wachten met het afmaken en publiceren van dit bericht, waaraan ik op de avond van 4 mei al begonnen was, totdat er een apparaat gedoneerd zou worden dat ik zou kunnen gebruiken. En dus zit ik me nu kapot te ergeren aan een tablet. Ik snap werkelijk niet hoe die dingen de wereld hebben kunnen veroveren; wat is dit een verzoeking…
Maar goed, je hebt recht op een nieuw bericht, en ik trouwens ook, dus hieronder het bericht dat ik gelukkig voor het grootste deel vorige week al getikt heb.
Mijn leven is momenteel niet zo avontuurlijk als in het jaar voor de eerste verjaardag van mijn nieuwe leven, maar mijn derde verjaardag verdient toch wel een berichtje. Al is het alleen maar om te laten zien dat ik, ondanks dat gebrek aan avontuur, nog steeds leef.
Ik zit nog steeds bij Emmaüs in Rodez, en heb het redelijk naar mijn zin. Ik zeg ‘redelijk’ in plaats van ‘prima’, omdat ik nog contact heb met 2 peregrina’s die ik afgelopen jaar ontmoet heb toen ik in gîtes werkte, en die allebei praten over het lopen van een nieuwe camino, en 1 van de 2 bovendien over het starten van een gîte die ze graag door mij zou laten runnen; nee, dit gaat niet over liefde of verliefdheid, maar over het avontuur dat weer trekt, en dat ik zo mis…
Toen ik mijn eigen camino liep, heb ik verschillende pelgrims ontmoet die hun 2e, 3e, …, 10e camino liepen, en ik begreep dat niet: wat is er zo leuk aan slapen in een zaal met stapelbedden, aan uitgeknepen worden door de enige gîte-eigenaar in de regio, of aan het eten van een bord keukenafval dat verkocht wordt onder de naam ‘Menu Peregrino‘? Maar inmiddels begrijp ik dat het gaat om het avontuur, om de onzekerheid over de slaapplaats, om de ontmoetingen. Om de deur waar je aanklopt voor water in je drinkfles, waar je dan ongevraagd een paar ijsklontjes of een scheut siroop in krijgt. Om de boerderij waar je vraagt of je je tent mag opzetten, en waar je vervolgens wordt gevraagd of je wilt mee-eten, of waar je de logeerkamer aangeboden krijgt (of allebei).
Het is tijd voor een nieuw avontuur. En het mooie is dat een nieuw avontuur zich ook aandient. Ik weet alleen nog niet welk avontuur.
Bij Emmaüs doe ik inmiddels de verkoop van de elektro (radio’s, koelkasten, lampen, etc.). Vanwege het ongelukje met mijn rug was de vrachtwagen even geen optie, en degene die de elektro verkocht was weggestuurd omdat hij teveel geld in eigen zak stak; ik wilde graag wat doen — hoewel de responsable bleef (en blijft) benadrukken dat ik niets moet forceren — en dus was 1 en 1 twee. Ik heb gevraagd of ik ook de elektro-werkplaats kan overnemen; ik denk dat het antwoord ‘ja’ zal zijn. Op die manier heb ik in ieder geval zelf controle over hoelang ik hier blijf.
Ik heb aan de responsable aangegeven dat ik zelf ook responsable wil worden (mijn eigen Emmaüs-vestiging wil runnen); dat is waar het verwachte volgende bericht eigenlijk over moest gaan. Maar ik heb inmiddels door dat hier iets venieuwends gedaan krijgen, een beetje te vergelijken is met tot je navel in de modder staan terwijl je probeert een bal weg te schoppen: het idee is mooi, maar het resultaat laat op zich wachten. Hij heeft beloofd aan wat touwtjes te trekken, maar dat is inmiddels 2 maanden geleden, en sindsdien heb ik er niets meer over gehoord.
Ik spaar dus maar wat ik sparen kan, en doe af en toe een zwart klusje om wat extra te kunnen sparen.
Wat me op het volgende, verheugende nieuws brengt: ik heb inmiddels genoeg centjes op de bank om een bestelbus te kunnen kopen! Ik heb een website gevonden waar je tweedehandsjes kunt kopen van gemeenten en andere overheidsinstellingen, en daar moet ik mijn bonheur (‘geluk’) wel kunnen vinden. De komende 2 weekenden (minstens) ben ik nog bezig met behangen, verven en een keuken plaatsen, om de vooruitbetaalde inkomsten te verantwoorden, maar zodra ik een maandag vrij heb, ga ik langs bij de politie en de prefectuur om te informeren hoe ik een auto op mijn naam zet.
Het eerste dat ik doe als ik een bus heb, is naar Nederland rijden om wat mensen van mijn rommel te verlossen, en, eigenlijk veel belangrijker, bij te bieren met de vrienden die ik al 3 jaar niet gezien heb.
Een derde avontuur dat wellicht gaat plaatshebben (na electro bij Emmaüs en mijn bestelbus) is, zoals ik al liet doorschemeren, een gîte. De regelmatige lezer weet dat ik daar al eerder mee bezig was, maar dat dat niet gelukt is. Momenteel ben ik vrij ver verwijderd van de Chemin de Saint-Jacques (in spirit, want eigenlijk kan ik er in 2 dagen naartoe lopen; op de vrachtwagen heb ik ‘m verschillende keren gekruisd), maar ik heb nog contact met een peregrina die ik heb ontmoet toen ik afgelopen zomer in Uhart-Mixe in een gîte werkte, die op de camino haar nieuwe liefde ontmoet heeft, en nu met die liefde een gîte voor pelgrims wil beginnen; maar ze hebben geen van beide een idee hoe je dat eigenlijk doet, en zij was erg onder de indruk van mijn gastvrijheid. Goed, ik moet afwachten of zij haar scheiding doorzet om verder te gaan met haar nieuwe liefde, en vervolgens of ze samen ook echt een gîte beginnen, maar als dat alles gaat gebeuren, ben ik vrij zeker van een baan. Maar ik denk dat dat op z’n vroegst volgend jaar zal zijn.
En tot slot is er dan nog plan… D?, E?
Nou ja, hoe dan ook. Als ik eenmaal mijn bestelbus heb, en ik mijn Nederland-na-3-jaar-kater uitgeslapen heb, kan ik me heel goed voorstellen dat ik niet terugkeer naar Emmaüs Rodez, maar van seizoenswerk naar seizoenswerk ga trekken. Eventueel kan ik dan weer een Emmaüs-vestiging zoeken om de winter door te komen.
Dat wat betreft de toekomst.
Wat betreft het ‘nu’ zijn er 2 zaken die spelen (4, als je de klus die mijn weekenden opslokt, en de elektro bij Emmaüs, meetelt): ik heb eindelijk een grotere kamer, en mijn rug gaat steeds beter.
De kamer is best gezellig geworden, voor zover dat mogelijk is in 15 vierkante meter. Foto’s volgen zodra ik een echte laptop heb gevonden.
En hoewel ik nog steeds physiotherapie nodig heb voor mijn rug, heb ik ook af en toe het idee dat ik niet de enige ben die er plezier in heeft het een beetje te rekken; de oefeningen en het rekken en strekken zijn medisch helemaal te verantwoorden, maar of die massages nog noodzakelijk zijn…? Hierover wellicht later ook nog nieuws.
Ik had wat foto’s beloofd. Hier zijn ze dan.
Ik realiseer me net dat ik nog erg weinig foto’s heb van mijn omgeving hier in Rodez; die volgen zodra ik tijd heb om ze te maken (dit weekend 2 verhuizingen; de verhuizing van afgelopen weekend ging niet door, en halen we dit weekend in).
Ik begin met 2 foto’s die niks met mijn avontuur te maken hebben. Het viel me gewoon op, en voor mij laat het perfect zien hoe je je kapot moet schamen als je kind in marketing werkt.
-
-
Voorkant (verpakking beleg): 100% filet, en geen conserveringsmiddelen toegevoegd.
-
-
Achterkant (zelfde verpakking): de filet is 100% filet, maar het product bestaat voor slechts 86% uit kalkoenfilet; en er zijn wel degelijk conserveringsmiddelen toegevoegd.
Iets heel anders dan: de kathedraal van Auch, die (aan het begin van de avond) boven het centrum uit torent. Gewoon een mooi plaatje.
Door Auch loopt ook een Jacobsweg: de GR653, een variant op de GR65 oftewel de Chemin du Puy.
Le logement d’urgence in Condom. Het heeft voor mij wel wat van de refuges voor pelgrims die ik heb gezien op de Voie de Vezelay (maar Condom ligt op de Chemin du Puy, en daar verwachten de pelgrims iets meer).
En nog wat plaatje uit Condom.
-
-
De wegwijzers voor de Chemin de Saint-Jacques in Condom.
-
-
In Frankrijk kan dit (dat bord betekent hier ‘Verboden in te rijden’, en niet ‘Eenrichtingsverkeer’).
De eerste week bij Emmaüs in Rodez had ik de chambre de passager.
Emmaüs Rodez heeft.verschillende hallen: meubles (meubelen), bibelots (servies en snuisterijen), vêtements et jouets (kleding en speelgoed), en een kleine kledingwinkel in het centrum; dit is meubles.
En dit is de kamer die ik nu heb.
Vandaag mijn spullen wezen ophalen in Lanne-Soubiran. 5 Uur in de bestelbus heen, en 5 uur in de bestelbus terug. Pfff…
Maar wat ik dus helemaal vergeten was, is dat ik in oktober, bij het inpakken van mijn spullen, een half flesje rum in één van de dozen had gedaan, onder het motto ‘Wat zal ik het leuk vinden om dat te vinden als het tijd is om de dozen weer uit te pakken.‘.
En daar had ik gelijk in.
Proost!
Soms is het best leuk om een geheugen als een vergiet te hebben.
Vanuit Frankrijk wens ik alle volgers fijne feestdagen!
Hier in Rodez hebben we vanavond en morgenavond kerstdiner.
Als het lukt zal ik aan het eind van mijn kater weer een stukje schrijven.
→ →
Ik heb vanmiddag een beetje terug zitten lezen op mijn blog, en begrijp nu iets beter de bezorgde reacties die ik de afgelopen tijd op dit blog, in mijn mailbox en per sms mocht ontvangen. Dus ik wil alle volgers en toevallige voorbijgangers even 1 ding meegeven:
GEEN ZORGEN!
Het is misschien niet altijd comfortabel — best weleens lastig, zelfs — maar ik heb het over het algemeen nog best naar mijn zin. Ten eerste houd ik wel van een beetje reuring — het woord ‘soepel’ past niet bij me —, en daarbij vind ik het machtig interessant wat er allemaal gebeurt.
Waarmee ik niet wil zeggen dat ik die berichtjes niet op prijs stel. Te weten dat ik een thuisfront heb, zowel in Nederland als in Frankrijk, helpt behoorlijk bij het ontspannen bekijken van de zaken. (En helpt me beseffen hoe gelukkig ik ben: ik ontmoet de laatste tijd heel veel mensen zonder thuisfront.)
De feestdagen komen er weer aan. En zoals je allang weet (en ik je de afgelopen jaren een aantal keer herinnerd heb) zijn er mensen die in die periode wat extra aandacht kunnen gebruiken.
Het is dus weer hoog tijd om je te melden bij je plaatselijke bejaardentehuis, daklozenopvang, psychiatrische instelling of ziekenhuis, zodat je nog op tijd bent om een mooie en dankbare invulling voor je kerst en/of oud en nieuw te vinden (een kerstdiner voor anderen serveren is echt veel leuker dan je zelf veel te vol vreten).
En bedenk, ter extra motivatie: het zou je eigen zwerver kunnen zijn.
Kom op. Doe jezelf een plezier.
Ik denk dat het koud is in Nederland, want ik zie in mijn statistieken dat mijn Jägertee-recept meerdere keren per dag bezocht wordt.
Een mooi excuus om hier even een linkje te plaatsen: → klik ←
En omdat ik in Frankrijk ben, ook een link naar mijn recept voor Vin chaud: → klik ←
Proost!
Dat gevoel dat veel mensen hebben als ze 40 worden. Sommigen zelfs al als ze 30 worden. Dat gevoel heb ik nu een beetje…
Het is niet echt iets van vandaag; van de zomer heb ik er al een aantal keer aan gedacht. En eind september, begin oktober, toen het ’s nachts koud begon te worden, heb ik een paar keer aan mezelf gevraagd ‘Is het niet een beetje raar om op jouw leeftijd nog in een klein tentje te moeten slapen?‘. Of toen de oogarts me in september een recept gaf voor een bril… toen dacht ik ook wel even ‘Je zou nu de dingen wel voldoende op een rij mogen hebben om die bril aan te kunnen schaffen.‘. Of toen de tandarts begin oktober zei ‘Ja, een kunstgebit zou wel beter zijn.‘…
En dan heb ik het nog niet eens over de dames die mij er — over het algemeen onbewust — aan herinnerden dat de meeste mannen van mijn leeftijd een vrouw, en over het algemeen zelfs een gezin hebben.
Vanaf vandaag zal ik voor altijd dichter bij de 50 zijn dan bij de 40.
Maar als ik heel eerlijk ben: ik ken niemand met een interessanter leven dan ik.
En dat is ook wat waard.
En dan raak je ineens de bodem. En wel zo plotseling dat je blij mag zijn dat je niet allebei je poten breekt…
De bio-snackbar in Lelin-Lapujolle ging al niet door. Jammer, maar te overzien: dat was een dingetje voor de lente, en daar zijn we nog lang niet.
Het idee was dat ik voorlopig zou gaan klussen bij Evelyne en Carole; een bevriende aannemer had de klus aangenomen, en ik zou hem helpen. Op die manier zou ik onderdak en eten hebben, een zakcentje verdienen, en bovendien een auto tot mijn beschikking hebben om op 13 oktober naar de recruteringsdag voor 3 skigebieden te gaan, om werk voor de winter te vinden. Het liep even anders…
De bevriende aannemer maakt niet langer deel uit van de vriendenkring. Op dag 1, met het storten van de fundering voor de bakkerij, maakte hij er al zo’n bende van dat hij niet meer terug hoeft te komen. Op zich ben ik het daar wel mee eens, want na een uurtje werken was het zelfs mij duidelijk dat hij dit nog nooit eerder gedaan had.
Gevolg van dit debacle was echter dat de dames besloten het hele project samen op te knappen. En in ‘samen’ was dus ook geen plaats meer voor ‘mij’. En dat ik al mijn geld (niet veel, maar wel mijn volledige kapitaal) had opgemaakt met wachten op dat project waarmee ik het weer terug zou verdienen… ‘Tja’, zeiden de dames, ‘vervelend.’.
Geen geld dus, geen onderdak ook, en bovendien geen auto om op 13 oktober te gaan solliciteren. Voorlopig kan ik met mijn tent op het schoolplein blijven staan, tot 15 oktober, de verhuisdatum van de dames. En met wat klusjes bij kennissen verdien ik wat geld om te kunnen eten. Maar de nabije toekomst heeft een iets andere kleur gekregen dan hij 2 weken geleden had.
En dus had ik geen andere keuze dan weer een stukje verder terug in het systeem te duiken: gisteren had ik een afspraak met een Assistent Social, en samen hebben we de RSA (Revenu de solidarité active; vergelijkbaar met de bijstand, ± €500 per maand) aangevraagd. Als die toegewezen wordt — en dat is nog helemaal niet zeker — kan men mij ook helpen met het vinden van woonruimte; als ik geen RSA krijg, hoef ik ook niet te rekenen op woonruimte. De beslissing valt binnen 2 weken.
In het ergste geval kan ik overigens het gratis telefoonnummer 115 bellen; ik word dan in de daklozenopvang geplaatst. Niet bepaald mijn ambitie, maar als er 50 centimeter sneeuw op mijn tentje ligt, denk ik daar vast anders over.
Mijn tentje is trouwens definitief stuk: afgelopen week is 1 van de 2 aluminium stokken gebroken, waarschijnlijk vanwege de constante spanning die er op staat. Ik heb hem kunnen spalken met een (meegeleverd) stukje pijp, maar ik ben me er zeer wel van bewust dat dat een noodoplossing is.
Maar goed, voorlopig ga ik ervan uit dat de RSA toegewezen wordt, en dat ik snel daarna woonruimte vind. En dat die woonruimte en de RSA tijdelijk zullen zijn, omdat ik ergens een auto zal kunnen lenen om op 13 oktober richting de Pyreneeën te rijden, waar ik een prachtige baan als barman of iets dergelijks voor de winter zal vinden (en waar ik dan natuurlijk in een bescheiden maar complete kamer ondergebracht word, en waar ik mijn vrije tijd skiënd doorbreng).
En op deze manier wordt het leven in ieder geval geen sleur.
En weer was het lang stil: ik heb een week of 5 — min of meer gedwongen — vakantie gehad. Ik heb me gek verveeld…
De overname van de snackbar, waar ik op hoopte, gaat niet door. De afgelopen weken waren gevuld met een heleboel misschien, maar van de week heb ik de knoop doorgehakt.
De misschienen kwamen van de gemeenteraad (conseil municipal), die niet bijster geïnteresseerd bleek. Die situatie is ongeveer als volgt:
De snackbar is in een gebouw van de gemeente, de oude school. De school is in 2014 gesloten (want alle jonge mensen zijn het dorp ontvlucht om werk te zoeken in de stad), en vervolgens heeft de gemeente in het gebouw 2 appartementen gemaakt; verder is aan de ene kant van het gebouw een opslagruimte die door de gemeente gebruikt wordt, en worden aan de andere kant de oude kantine (inclusief keuken) en een kleine opslagruimte door Evelyne en Carole gebruikt voor de snackbar en bakkerij (Carole bakt biologisch brood, en verkoopt dat bij een paar bio-winkels en op de markt). Evelyne en Carole huren ook het appartement naast de kantine.
In oktober verhuizen Evelyne en Carole naar een boerderij op het land van de familie van Evelyne.
De gemeente wil bij voorkeur het appartement en de kantine samen verhuren. Aangezien ik geen vriendin heb die op de markt brood verkoopt, heb ik daarvoor geen geld.
Als het de gemeente niet lukt om beide samen te verhuren, gaat het appartement voor, want dat brengt meer geld op.
Als het niet lukt om het appartement los te verhuren, zou er eventueel gekeken kunnen worden of de kantine los verhuurd kan worden (aan mij).
Als het wel lukt om het appartement los te verhuren, zou er eventueel in overleg getreden kunnen worden met de nieuwe huurder, om te zien of we overeenstemming kunnen bereiken over terras, parkeerplaatsen en verdeling van het schoolplein, waarna misschien besloten kan worden om ook de kantine los te verhuren.
Bijkomende uitdagingen bij het los verhuren van de kantine zijn dan een verandering van de bestemming (van werkruimte naar woon-werkruimte) en een kleine verbouwing (er is geen sanitair). Met beide zou de gemeenteraad moeten instemmen.
Al die misschienen, gecombineerd met een gemeenschappelijk schouderophalen bij het woord ‘pelgrims‘, maakten het al niet bepaald hoopgevend, maar desondanks besloot ik nog even af te wachten hoe de dingen verder zouden lopen. Ik had toch niks anders te doen, want ik zou bij Evelyne en Carole op de boerderij gaan helpen een nieuwe broodoven te bouwen.
Die klus is inmiddels al 3 keer een week uitgesteld, en misschien is dat maar goed ook, want zo heb ik het dorp beter leren kennen, en kunnen besluiten hier niet voor mezelf te willen beginnen.
De gebeurtenis die dat besluit uiteindelijk definitief maakte, mag ik je niet onthouden…
Zoals ieder dorp in Frankrijk heeft ook Lelin-Lapujolle een openbaar toilet. Dit toilet zit in het gebouw van de feestzaal; de hal en het toilet zijn altijd open, en de feestzaal alleen in geval van feesten en partijen. Omdat ik me bij Evelyne en Carole zo onzichtbaar mogelijk wil maken, maak ik gebruik van het openbaar toilet.
Vorig weekend werd er een verjaardag gevierd in de feestzaal, maar desondanks moest ik naar de wc. Dus ik zeg vriendelijk bonjour tegen de 4 of 5 mensen die buiten staan te roken, doe mijn ding (binnen), was mijn handen, en loop vriendelijk groetend weer naar buiten. Op dat moment komt er een man op hoge poten achter me aan (op die hoge poten was hij overigens nog steeds een kop kleiner dan ik): hoe ik het in mijn hoofd haalde naar de wc te gaan, terwijl hij de feestzaal gehuurd had? Hij woonde hier notabene al 40 jaar!
Even ging ik de discussie nog met hem aan — mijn Frans is daarvoor inmiddels vloeiend genoeg — en legde hem, een keer of 4, uit dat dit een publiek toilet was, en dat dat ook duidelijk aangegeven was. Maar hij werd alleen maar steeds bozer, en na een paar minuten besloot ik me om te draaien en het mannetje schreeuwend en stampvoetend achter te laten.
Uiteraard wilde het noodlot de volgende dag dat, net op het moment dat ik van het toilet kwam, hij aan kwam rijden. Hij begon weer van voren af aan. Ik liet het bij een kalm “C’est un wc public.“, en liep door. Hij riep me allerlei lelijke dingen na, waaronder dat ik er niet op moest rekenen dat mijn project in dit dorp zou slagen.
Weer een dag later ging hij zelfs zover dat hij naar de school kwam om me over het hek van het schoolplein lelijke dingen toe te roepen. Dat was het moment dat Evelyne begreep dat ik niet overdreef, en zij nam direct contact op met de burgemeester; het keffertje blijkt namelijk lid van de gemeenteraad. Inmiddels is het mannetje door de burgemeester terecht gewezen, met de mededeling dat het een publiek toilet is, en dat iemand die de feestzaal huurt niet het eigendom kan claimen.
Saillant detail in dit verhaal is, dat ik weet dat er ’s avonds een pelgrim is geweest die achter de feestzaal gekampeerd heeft. Hij heeft niet alleen gebruik gemaakt van het toilet en zijn tanden gepoetst aan de wasbak, maar heeft ook zijn telefoon mogen opladen in de feestzaal, en zelfs iets te drinken aangeboden gekregen. Het mag duidelijk zijn dat de uitbarsting niets te maken had met het publieke toilet, maar tegen mij persoonlijk gericht was.
Sindsdien hebben Evelyne en Carole me verteld dat ze zelf ook enorm moeite hebben moeten doen om enigszins geaccepteerd te worden (voor wie het nog niet begrepen had: het zijn 2 vrouwen, en ze zijn een stel). Bij hen zijn zelfs de banden van de auto lekgestoken. En er zijn mensen in het dorp die geen bonjour meer tegen ze zeggen sinds ik met mijn tent in de tuin sta.
Carole is ervan overtuigd dat de houding tegenover mij, te maken heeft met het feit dat ik buitenlander ben, en dat zou me niet verbazen.
En toen ik dat alles bij elkaar opgeteld had, was ik wel een beetje klaar met Lelin-Lapujolle.
Behalve voor sudoku en vooral veel lezen (de bibliotheek is in Frankrijk nog gewoon gratis, en lezen in het Frans is een erg goeie oefening), heeft mijn vakantie me ook de tijd gegeven om een inventarisatie te maken van mijn spullen. De 2 belangrijkste conclusies zijn dat ik inmiddels veel te veel zooi heb verzameld voor in mijn rugzak, en dat bovendien zowel mijn rugzak als mijn tent op hun einde lopen; beide vertonen de nodige slijtage, en zullen niet lang meer meegaan; de tent wordt al met ducttape overeind gehouden.
En dus heb ik besloten om deze herfst en winter genoeg geld te verdienen om een bestelbus aan te schaffen die ik kan ombouwen tot camper. Op die manier heb ik een chez moi (’thuis’), wat meer bagageruimte, en hoef ik niet teveel van mijn vrijheid in te leveren. Frankrijk kent geen wegenbelasting, en verzekering en brandstof zijn goedkoper dan in Nederland, dus ik denk dat ik dat — op de een of andere manier — wel moet kunnen financieren.
Over een paar weken meer nieuws; tot die tijd ben ik even aan het klussen op een plek waar het internet nog niet is doorgedrongen.
|
Privacy De applicatie die wordt gebruikt voor het verzamelen van statistieken over het bezoek op deze website, anonimiseert de verzamelde informatie door de laatste byte van het IP-adres te verwijderen. Ook respecteert deze applicatie de Do Not Track instelling van je browser.
Helaas zijn de ontwikkelaars van WordPress en de WordPress plug-ins minder respectvol. Je privacy kan daarom helaas niet gegarandeerd worden op deze website.
|
Recente reacties