In 2014 liep ik van Wateringen in Nederland (in het Westland) naar Fisterra in Spanje (ten westen van Santiago de Compostela).
Daarna besloot ik om niet terug te keren naar Nederland, maar verder te zwerven.
Sinds begin 2022 heb ik, na bijna 8 jaar zwerven in Noord-Spanje en heel Frankrijk, een huisje in de Loire-Atlantique in Frankrijk.
Ik volg momenteel een opleiding waarmee ik straks aan de slag kan in de hulpverlening.

Archief

Camino de Santiago

Een laatste bericht, voor de pelgrims

Ik vind het altijd weer leuk om te zien hoe tussen half november en eind februari het verkeer op mijn site toeneemt. Dat zijn allemaal toekomstige pelgrims die zich voorbereiden om het komend jaar (eindelijk?) de Camino de Santiago te gaan lopen.
En daarom voeg ik nog 1 laatste bericht toe aan dit blog, voor de helden die op het punt staan te vertrekken op een avontuur waar ze nu nog geen idee van hebben, maar waar ze nog jaren over zullen praten — en ik kan het weten, want ik ben na 10 jaar nog steeds niet uitgepraat.

 

Lieve pelgrim (of, als je het eng vindt als ik dat zeg, Zeer gewaardeerde pelgrim),

Je staat op het punt te beginnen aan een geweldig avontuur. En het maakt voor dat avontuur niet uit of je besluit om te starten in Nederland of België, of in Saint-Jean-Pied-de-Port aan de Frans-Spaanse grens. Of nee, dat is niet helemaal eerlijk, het maakt natuurlijk wel uit: het is een verschil van 2-3 maanden, met alle onzekerheden en zelfrelectie die daarbij horen. Maar laat je nooit wijsmaken dat er een verschil bestaat tussen ‘echte’ en ‘minder-echte’ pelgrims. Je gaat vertrekken voor een wandeling van honderden kilometers, en er zijn maar weinig mensen die je dat nadoen.

Ik heb zelf 2 keer naar Santiago de Compostela gelopen: in 2014 vanuit Wateringen in Nederland, en in 2024 vanuit Saint-Jean-Pied-de-Port. En beide keren heb ik mezelf moeten overwinnen, beide keren heb ik prachtige ontmoetingen gehad, en beide keren heb ik dingen meegemaakt die ik nooit meegemaakt zou hebben als ik thuis voor de tv was blijven zitten. Je gaat dàt doen waarvan iedereen zegt ‘Dat zou ik ook weleens willen‘, maar wat bijna niemand ooit echt doet.

Uiteraard ben je van harte uitgenodigd om op mijn blog te lezen over mijn avonturen: mijn eerste wandeling startte op 5 mei 2014 en eindigde op 7 oktober van datzelfde jaar; van mijn tweede wandeling ¹ ² heb ik minder details, omdat ik toen liep met een jongen die me was toevertrouwd door de Franse Jeugdbescherming, en ik zijn identiteit moet beschermen.
Maar maak jezelf in ieder geval niet wijs dat je mijn avontuur — of dat van iemand anders — kunt kopiëren. Je gaat je eigen Camino lopen, en je zult dus je eigen ontmoetingen, teleurstellingen en overwinningen hebben. Omarm die.

Ga je avontuur met open armen tegemoet, en accepteer alles dat op je pad komt. Het zal soms moeilijk zijn: spierpijn, blaren, afscheid, en zelfs spijt en paniek kunnen er allemaal bij horen; ik heb ze allemaal doorstaan, en ik durf te zeggen dat ik nu iemand ben die ik zonder mijn Camino nooit geworden zou zijn.
Durf andere pelgrims om hulp of morele ondersteuning te vragen, en wees tegelijkertijd bereid om voor een ander een maaltijd te betalen of blaren door te prikken*; bied een luisterend oor, en wees open over wie je zelf bent.

Je staat aan de wieg van jouw Camino. Zorg er goed voor.

En met dat alles blijft er nog maar 1 ding over dat ik je kan zeggen:

Buen Camino. Ultreia, et suseia.

Rob

 

* Blaren doorprikken (geleerd van een oud-verpleegster):
Rijg een centimeter of 5 garen door het oog van de naald. Desinfecteer naald en draad met jodium. Prik de blaar door-en-door met de naald, en laat de draad in de blaar (beide uiteinden van de draad steken uit de doorgeprikte blaar). Meer jodium, en een compres of pleister erop. De volgende ochtend is de blaar uitgedroogd (verwijder de draad heel voorzichtig), en de pelgrim kan opnieuw een dag lopen. Herhaal eventueel de volgende middag/avond. Met deze truc kun je de held van je Camino worden.

P.s.:
Mocht je bang zijn dat de Camino de Santiago inmiddels te toeristisch is geworden: ja, dat is mogelijk. Overweeg dan eventueel de Via Francigena (klik hier voor de juiste uitspraak) in Italië. Maar wees dan wel voorbereid op dagen (of zelfs weken) zonder ontmoetingen met andere pelgrims. En dat is absoluut een gemis, ondanks wat je jezelf nu misschien wijsmaakt…

Camino de Santiago

Nieuwe wandeling: mede-pelgrim gezocht

:schelp:

In 2014 liep ik van Wateringen naar Santiago de Compostela. Da’s inmiddels alweer 7 jaar geleden.

En dus heb ik besloten dat het tijd is voor een nieuwe tocht. Niet zo’n lange dit keer, maar wel lang genoeg om weer even te kunnen genieten van de volledige vrijheid.

En omdat ik het de vorige keer in mijn eentje gedaan heb (behalve de stukken waar ik een paar dagen met Siets, Maarten of Andreas optrok), wil ik het nu graag samen met iemand doen. Dus ik ben op zoek naar iemand die zin heeft om een paar weken in de buitenlucht te zijn. Ongetwijfeld zijn er mensen die er na confinement / lock-down even lekker tussenuit willen…

Ik had gedacht om in september te gaan; dat is na de ergste hitte van de zomer.
De camino die ik uitgezocht heb, is de Camino Portuguès: van Lissabon naar Santiago de Compostela. Dit is een wandeling van zo’n 600 kilometer, die voor een groot deel langs de kust loopt. In ‘standaard-wandeltempo’ moet deze tocht in zo’n 4 weken te doen zijn. Maar als je niet zo goed ter been bent, vind ik het ook prima om er 6 weken over te doen (en als je in een rolstoel zit, wil ik je ook best duwen daar waar het nodig is).

Houd er rekening mee dat je van tevoren zult moeten trainen als je mee wilt; dat is de reden waarom ik er in januari al over begin. Zorg dat je spieren, voetzolen, enkels en knieën klaar zijn voor een lange wandeling, en dat je rug gewend is aan een rugzak.

Als het je wat lijkt, reageer dan op dit bericht, of mail me op portugues@elperegrino.nl.

Om de vraag voor te zijn: nee, ik ben niet op zoek naar gezelschap voor een deel van de tocht. Met mijn ervaring van de vorige keer, en ook naar aanleiding van gesprekken die ik heb gehad met pelgrims die de tocht in jaarlijkse etappes deden, kan ik zeggen dat je het heel anders beleeft wanneer je een deel doet dan wanneer je van begin tot einde gaat; dit is zeg maar het verschil tussen toeschouwer en deelnemer. Als je wilt weten hoe het is, zul je een investering moeten doen.

Wikipedia-en: The Portuguese Way
Gronze.com: Camino Portugués

:backpack: :boot:   :hat:

Camino de Santiago

Hun eerste stapjes…

Mijn webstatistieken laten er geen twijfel over bestaan: er zijn weer heel wat mensen het nieuwe jaar begonnen met het goede voornemen — ik mag wel zeggen ‘het GEWELDIGE voornemen’ — om dit jaar een stukje te gaan wandelen, naar Santiago de Compostela bijvoorbeeld.

Ik wens jullie allemaal een prachtige tocht!
Neem er je tijd voor, en geniet.

Ultreia. En buen camino!

:schelp: :backpack:   :boot:

Media

Update in De Vlaardinger

Voor mensen die geen tijd (of zin) hebben om mijn wederwaardigheden dagelijks op deze site te volgen, publiceerde De Vlaardinger vandaag een update.

Je vindt ‘m hier: [klik].

Met uiteraard wederom dank aan Peter Joore.

Media

Laatste keer in het nieuws

Van de week zijn de laatste stukken over mijn tocht in de lokale media verschenen.

VELO Nieuws: [klik] (pagina 10)
De Vlaardinger: [klik]

Ik ben veel dank verschuldigd aan Peter Joore (De Vlaardinger), Geraldine Mars (VELO Nieuws), Frans Assenberg (Groot Vlaardingen) en Hildo Göbel (WOS Radio) voor de aandacht die ze in de afgelopen maanden aan mijn reis besteed hebben!

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief nr. 5

Omdat niet iedereen die mijn blog leest, ook geabonneerd is op mijn nieuwsbrief:

Nieuwsbrief nr. 5

(↑ klik ↑ )

Iedereen die ooit op mijn blog gereageerd heeft, en van wie ik het e-mailadres dus heb, mag (eenmalig) een kopietje per mail verwachten in de loop van vandaag.

Camino de Santiago, Hospitalero

Op naar San Vicente de la Barquera

Gisteravond heb ik samen met Andreas boodschappen gedaan en in de albergue gegeten. Gewoon wat olijven, zoute pinda’s, brood, schapenkaas, chorizo, bier, wijn en orujo de hierbas; meer heeft een pelgrim niet nodig. We waren het erover eens dat we de reis niet beter afgesloten zouden hebben in een restaurant.

Vandaag heb ik mijn tocht helemaal afgerond door mijn schelp aan de zee terug te geven. Al sinds voor mijn vertrek was ik van plan aan het einde van de reis mijn schelp in zee te gooien, en dat was inderdaad een prima manier om er een punt achter te zetten. Ik ben in mijn eentje naar Cabo Fisterra gelopen; een wandelingetje van zo’n 3 kilometer, en heerlijk zonder rugzak.
Behalve dat je op Cabo Fisterra je schelp in het water kunt slingeren (en je schoenen kunt verbranden, zoals veel mensen doen), kun je er ook je laatste stempel halen, bij de vuurtoren. Dat leek me een leuk idee. Maar ik ben best iemand die graag tolerant wil zijn en begrip wil tonen, maar geld vragen aan een pelgrim voor een stempel, dat gaat me echt te ver. Ik ben er dus maar van uit gegaan dat mevrouw nog wel ergens een lichaamsholte zou hebben waar de zon niet zo heel vaak schijnt, en waar de stempel zonder al teveel excessief geweld eenvoudig ingebracht zou kunnen worden.

En zo liep ik dus weer 3 kilometer terug zonder schelp en zonder stempel. En toen brak heel even de zon door in een verder stormachtige en regenachtige dag. Dus dat was goed.

Het klinkt misschien gek, maar de rugzak voelt anders zonder de schelp. 5 Maanden lang ben ik me ervan bewust geweest dat die schelp daar hing. En dat iedereen kon zien dat ik pelgrim was; ik hoorde dat mensen ook regelmatig tegen elkaar zeggen. Maar nu zit mijn pelgrimage erop, en ben ik dus gewoon iemand die met een rugzak onderweg is.

Het was een uur of 12 tegen de tijd dat ik uit Fisterra kon vertrekken richting San Vicente de la Barquera. Het plan was om eerst vanuit het dorpengebied rond Fisterra in of bij A Coruña te komen, en van daar de snelweg te nemen richting Santander. Ik begon met auto’s met een buitenlands kenteken te zoeken in het dorp; als je als buitenlander in Spanje huiswaarts wilt vertrekken, is de kans erg groot dat je richting de Franse grens gaat, en die kant moet ik ook op. Helaas bleken de paar buitenlandse auto’s die er waren nog wat verder zuidwaarts te trekken. En die ene Nederlandse camper vertelde niet eens wat hij van plan was; die gaf alleen maar wat gas bij toen hij me zag zwaaien. En er was 1 afgetrapte Franse blauwe bestelbus waar ik wel wat van verwachtte, maar hoe vaak ik ook langsliep, de bestuurder vertoonde zich niet.

Uiteindelijk besloot ik dus maar gewoon Fisterra uit te lopen, en mijn duim op te steken naar auto’s. Het riep het een en ander aan herinneringen op: ik heb een paar jaar van en naar de middelbare school gelift. Zoals het hoort met liften, reden de eerste 100 auto’s me straal voorbij; sommigen gebaarden dat ze maar een klein stukje gingen, de meesten deden alsof ze me niet zagen. Totdat er een afgetrapte Franse blauwe bestelbus aan kwam rijden, die direct in de ankers ging toen ik mijn duim opstak. Er zaten 2 jonge vrouwen in; een soort Franse Thelma and Louise, maar dan met stekels en piercings; ze hebben de burgelijkheid achter zich gelaten, toeren nu door Europa met hun busje, en zijn net een maand in Portugal geweest.

De dames konden me niet heel ver meenemen, maar ze zetten me wel precies op de juiste plek neer om opgepikt te worden door 2 jonge jongens die onderweg waren naar Santiago de Compostela. Goed, het was niet A Coruña, maar het was een grote stad, en de jongens waren speciaal omgekeerd om een keer een lifter mee te kunnen nemen.
Ik heb in het verleden weleens tegen mensen gezegd dat ze als een idioot rijden. Ik neem dat nu allemaal terug. Deze bestuurder heeft in no-time bewezen dat Einstein er naast zat, en dat de mens best wel sneller dan het licht kan reizen; ik kwam eerder in Santiago aan dan ik vertrokken was uit Fisterra. Uiteindelijk is het een wonder dat we slechts 1 keer bijna geplet zijn tegen de grille van een tegemoet komende vrachtwagen. Maar ik heb het afgelopen half jaar vrijwel niet in een auto gezeten, en mijn tocht zit er toch op, dus ik vond het allemaal prachtig. Wat hem er alleen maar van overtuigde dat er best nog een beetje gas bij kon, want hij zag in zijn spiegel dat ik niet bang was.

Aangekomen in Santiago was het duidelijk dat ik San Vicente de la Barquera vanavond niet meer zou gaan halen. Op zich had ik daar ook niet op gerekend, maar omdat het regende, betekende dat wel een probleempje. Daarbij is het bedrag in mijn portemonnee geslonken naar €4,50, en voor dat geld kun je in Santiago niet in een albergue terecht. Ik besluit me weer te melden bij de Huiskamer van de Lage Landen; zij zijn ongetwijfeld meer thuis in deze stad, en bovendien kan ik daar mijn eigen taal spreken. Door hun tussenkomst kan ik nog een nachtje slapen in de albergue waar ik afgelopen weekend ook heb geslapen toen ik in Santiago was.

Vanuit Fisterra heb ik vanmorgen naar El Galeón gebeld om te zeggen dat ik verwacht morgen te arriveren. Ik hoop dat ik gelijk krijg.

Ondertussen werpt DreamOrDonate, de site die ik gebruik om donaties te ontvangen, zich op als een erg starre en bureaucratische organisatie: ik heb momenteel een tegoed van €23,25, maar het minimumbedrag dat ik naar mijn bankrekening kan laten overmaken is €25,00. En het maakt niet uit dat ik aangeef dat ik, door mijn ervaring als ontwikkelaar van websites, weet dat dat gel*l is, en dat het een kleine moeite moet zijn om dat te omzeilen; en dat ik geen donaties meer verwacht, omdat mijn doel behaald is; ‘nee’ is ‘nee’.

Camino de Santiago

Fisterra

Olveiroa Raso Cee Corcubión Sardiñeiro Escaselas Fisterra

155 Dagen. Zo’n 3.000 kilometer. En nu zit het erop…

Ik ben er: Fisterra; het einde van de wereld.
Om eerlijk te zijn, heb ik het einde van de wereld nog niet gezien. Ik ben nu in het dorp Fisterra, en vanavond of morgenochtend loop ik naar Cabo Fisterra om daar mijn schelp terug te geven aan de zee. En dan zit het er echt op. En haast ik me naar San Vicente de la Barquera voor het volgende hoofdstuk van mijn verhaal.

Met mijn dieet van de afgelopen weken was het niet heel raar dat ik, na de dag regen en wind gisteren, vanmorgen nogal gammel was. Na een paar uurtjes lopen trok dat echter aardig weg, en heb ik toch de volledige 32 kilometer naar Fisterra kunnen lopen. Vandaag was het weer trouwens weer heel de dag huilen, maar gelukkig begon het pas in de middag te regenen. Nou ja, gelukkig… Die regen zorgt er wel voor dat ik nu mijn laatste tientje besteed heb aan een albergue.

Onderweg kwam ik Andreas weer tegen (hij vertrekt altijd eerder dan ik), en de laatste 10 kilometer hebben we samen gelopen. We slapen in dezelfde albergue, en hij heeft beloofd dat hij vanavond op wijn trakteert, dus dat is dan wel weer oké.

Meer verhaaltjes in de komende dagen; nu is het tijd om te douchen, en daarna te gaan beseffen dat de tocht er op zit.

We nemen nog geen afscheid, want ik ben nog niet uit geschreven. Maar vandaag wel.

Camino de Santiago

Regen en toeristen

Negreira Pesadoira Ponte de Olveira Olveiroa

Ik word wakker van regen op mijn tent. Tent en was dus weer nat in de rugzak.
Omdat ik vroeg wakker ben, ben ik ook vroeg op pad. En wat ik al die tijd al dacht, is waar: er is geen zak aan om zo vroeg in de ochtend te lopen.

Het blijft heel de ochtend regenen, en aan het einde van de ochtend gaat de regen over in stortregen. Om 1 uur heb ik, door het vechten tegen regen en wind, het gevoel dat ik er al een hele dag op heb zitten. In de middag neemt de regen wat af, maar droog wordt het niet.

In Ponte de Olveiroa, na een kilometer of 30, besluit ik me bij de refugio te melden. Helaas blijkt deze (donativo) refugio reserveringen te accepteren, en is hij helemaal volgeboekt door pussy-pilgrims. De donativo-refugio wordt dus helemaal bezet door toeristen die genoeg geld hebben om hun rugzak door een taxi te laten vervoeren, waardoor de echte pelgrim nog een paar kilometer verder moet naar een duurdere albergue; de wereld op zijn kop.

Onderweg kom ik Andreas tegen, en samen komen we net op tijd aan in Olveiroa om daar de laatste 2 bedden in de gemeentelijke albergue te claimen. De partikuliere albergue in diezelfde plaats is ook al vol; we blijken tussen 3 georganiseerde groepen pussy-pilgrims beland te zijn, en het is mega-druk.

Ik heb nog instant-soep, schapenkaas en chorizo in mijn rugzak; met een stokbrood en een blikje tonijn uit het winkeltje heb ik voor 2 en een halve euro een feestmaal.

Als het me morgen weer lukt om zo’n lange haal te maken (ik betwijfel het een beetje, want alles is nat), dan kom ik morgen aan in Fisterra.

Eindpunt (overnachting)
NaamAlbergue de Peregrinos
PlaatsOlveira
Prijs per nacht€6,00
DoucheBij de prijs inbegrepen.
WifiBij de prijs inbegrepen.
Eten1 Restaurant in het dorp, en die is ook gelijk het winkeltje; geeft een idee van de prijzen.
Camino de Santiago

Op naar het einde van de wereld

Santiago de Compostela Pineiro Nedreira

5 Oktober 2014, exact 5 maanden na mijn vertrek uit Wateringen, heb ik mijn stempel gehaald bij het Oficina do Peregrinos in Santiago de Compostela. Gelukkig was ik vroeg, dus de rij voor me was maar zo’n 20 mensen lang. Ik heb besloten geen compostela (certificaat) te nemen; ik heb er niks mee, en ik kan er niks mee. Na de stempel nog een uurtje doorgebracht in de Huiskamer van de Lage Landen, in hetzelfde pand. Vervolgens nog even terug naar het plein voor de kathedraal, voor een paar selfies en een ‘rondje’, en toen kon ik om 11:00 eindelijk richting Fisterra. Half en half hoopte ik in Santiago Maarten nog tegen te komen, maar dat zou natuurlijk wel heel toevallig geweest zijn, (Maarten, als je dit leest: stuur me even een berichtje; ik heb je e-mailadres niet, en ik ben benieuwd hoe het je vergaan is.)

Omdat in Santiago alle winkels gewoon open zijn, dringt het pas buiten de stad tot me door dat het vandaag zondag is, en dat ik het kopen van een brood dus wel kan vergeten. Ik zal dus voor Negreira een kampeerplaats moeten vinden, zodat ik morgen in Negreira weer boodschappen kan doen. Omdat het fruit waar ik met mijn wandelstok tegen tik (appels, peren, vijgen) weigert de bijbehorende boom los te laten, bestaat het dieet vandaag uit chocoladebroodjes en mueslirepen.

’s Ochtends en aan het begin van de middag is het prachtig weer. Daarna komen er geleidelijk aan wat wolken binnen drijven, en mijn vertrouwen dat het best droog zal blijven, gaat langzaam over in de hoop dat ik in ieder geval voor de regen de tent op kan zetten.
Uiteindelijk vind ik geen geschikte plek, en beland ik toch in Negreira. Ik besluit me dan maar bij de gemeentelijke albergue te melden, want die zal in ieder geval goedkoper zijn dan partikuliere albergues. Onderweg door het stadje word ik door verschillende mensen, andere pelgrims en hospitaleros van partikuliere albergues, gewaarschuwd dat de gemeentelijke albergue vol is. Ik doe of ik gek ben en loop toch door; een partikuliere albergue is sowieso te duur. Aangekomen bij de albergue blijkt die inderdaad vol, en om die reden is de hospitalera even naar huis; een briefje meldt dat ze om 8 uur terug zal zijn. Dat is 2 uur wachten; ik neem het risico.

8 Uur blijkt half zeven te worden, dus dat is mooi. En als ik vraag of ik mijn tent op mag zetten, is dat geen probleem. En voordat ik de kans krijg om te vragen of ik moet betalen, is ze alweer vertrokken; goed, ik heb nu geen stempel, maar spaar wel 6 euro uit voor een overnachting. Omdat ik geld voor een overnachting uitspaar, gun ik mezelf het pelgrimsmenu voor 7 euro waar ik onderweg reclame voor zag.

Vanmorgen in Santiago ben ik nog een paar bekende gezichten tegengekomen, dus ik heb wat afscheid kunnen nemen. Alex, een Griek die heel krampachtig op zoek was naar camino-vrienden, en uiteindelijk opgenomen werd door een groep joviale Spanjaarden; Chebbi (Chevvi? Chibbi? Chivvi?), een Spaanse IT’er die zich niet kon voorstellen dat ik genoeg had van de IT; Dahrma, een Indonesische jongen die sinds een jaar of 10 in Spanje woont; allemaal jonge mensen, en ze gaan allemaal met de bus naar Fisterra.

In de albergue kom ik Gérard tegen; ik kom hem al sinds Oviedo elke dag minstens 1 keer tegen, en vaak overnachten we in dezelfde albergue. Gérard is een Fransman die in etappes loopt. Etappe 1 was van Turijn in Italië naar Le Puy in Frankrijk. Etappe 2, 3 jaar geleden, was van Le Puy naar Irún in Spanje; daarbij heeft hij zijn knieën zo kapot gelopen dat hij een half jaar lang geen trappen heeft kunnen lopen zonder hulp. Daarna heeft hij zo hard getraind, dat hij nu over de Camino del Norte en de Camino Primitivo naar Santiago heeft gelopen. Hij heeft besloten dat laatste stukje naar Fisterra (100 kilometer) er ook nog maar bij te doen. Even voor de volledigheid: Gérard is 70 jaar. En dan niet van het type ‘haantje’; als je hem ziet lopen, is het gewoon een bedeesde oude man die een stukje gaat wandelen, maar dan met een rugzak.
Van Gérard hoor ik dat Andreas waarschijnlijk ook ergens in het dorp logeert; die zal ik dus van de week ook nog wel tegenkomen.

En op de valreep heb ik mijn setje reserve-veters nog nodig, dus die 11 gram heb ik ook niet voor niets meegesleept. :-)

Eindpunt (overnachting)
NaamAlbergue de Peregrinos
PlaatsNegreira
Prijs per nacht€6,00 voor een bed, niets voor een tent
DoucheBij de prijs inbegrepen.
WifiNee.
EtenVerschillende restaurants en winkels in het stadje op 10 minuten lopen.