In 2014 liep ik van Wateringen in Nederland (in het Westland) naar Fisterra in Spanje (ten westen van Santiago de Compostela).
Daarna besloot ik om niet terug te keren naar Nederland, maar verder te zwerven.
Sinds begin 2022 heb ik, na bijna 8 jaar zwerven in Noord-Spanje en heel Frankrijk, een huisje in de Loire-Atlantique in Frankrijk.
Ik volg momenteel een opleiding waarmee ik straks aan de slag kan in de hulpverlening.
|
Pasaia San Sebastian Orio Zarautz
Na een niet zo heel positieve ervaring met de refugio in Saint-Jean-Pied-de-Port hield ik mijn hart vast voor de refugio in Pasaia. Maar wat een verschil: niemand had z’n wekker vroeg gezet, en we werden wakker van de kerkklokken op het dak, die 7 uur sloegen. Een paar minuten later ging er wel een wekker, maar die was van de hospitaleros die even later overal het licht aan deden. Omdat we allemaal rond dezelfde tijd wakker werden, werden we ook allemaal ongeveer in hetzelfde tempo wakker, waardoor er geen irritaties hoefden te zijn over mensen die luidruchtig hun tas inpakten terwijl anderen nog probeerden te slapen. Ruimte om te ontbijten was er niet in de refugio, dus het was direct rugzak om en lopen.
De wandeling begon met een overtochtje met de pont naar de andere kant van de haven (€0,70). Daarna volgde een trap omhoog waar geen einde aan leek te komen, maar die wel een paar prachtige vergezichten in petto had.
Als ik in het bos voor de uitrit van een groot huis een bankje zie, ga ik even zitten om uit te blazen van de trap. Er komt vrijwel direct iemand uit het huis naar me toe om te vragen of ik misschien iets wil drinken. Omdat ik me heb laten vertellen dat een pelgrim nooit ‘nee’ zegt, zeg ik ‘ja’. Het huis blijkt eigendom van een woongroep, evenals het volgende huis langs de weg en een huis in Irún, zo laat ik me vertellen. De mensen van de groep verbouwen biologische gewassen en bakken brood, en als ik wil kan ik me bij ze aansluiten. Het klinkt allemaal best interessant, dus ik vraag om een website. Ik krijg 2 foldertjes, en als ik die begin te lezen, wordt het allemaal steeds minder interessant: ik krijg het gevoel bij een soort sekte te zijn beland. Ik houd er in ieder geval genoeg denkstof aan over voor de rest van de dag. En de koffie was lekker, en de plak (brood? cake?) … eehhm… interessant; waarom moeten biologische producten vaak zo smakeloos zijn? Probeer eens wat te variëren met biologische suiker, cacao en fruit ofzo…
Maar goed, ik laat het verder aan een ieder om zelf te oordelen: www.twelvetribes.org.
Aan het einde van de ochtend bereik ik San Sebastian, of Donostia zoals wij Basken het noemen. Ik denk dat Donostia in aanmerking zou kunnen komen voor een stedentrip als je daarvan houdt, maar mijn weerzin tegen steden groeit steeds meer, en ik ben blij als ik er weer doorheen ben. En dat gaat dan niet alleen om het geraas en de stank van de auto’s, maar vooral ook om de voetgangers die met dopjes in hun oren en hun kop in hun eigen kont rondlopen, en op die manier iedereen omver lopen zonder er zelfs maar aan te denken dat je dan ook even ‘sorry’ kunt zeggen.
De wandeling is er verder één zoals ik er al vele gehad heb: vooral veel groen, zon en vergezichten; je snapt dat de sleur bijna ondraaglijk is…
Overigens ben ik wel blij dat ik schoenen heb gekocht van een maatje steviger, want de weg is hier wel wat ruiger.
In Orio vind ik de refugio te duur (€10,00), en dus ga ik naar de Turismo Bulegoa (toeristen-informatie) om te zien of er in de buurt ook een donativo-refugio is. Er blijkt er in het volgende dorp 1 te zijn — 7 kilometer verderop — maar onderweg zal ik ook nog langs een camping komen waar een kamer is ingericht met 14 bedden voor pelgrims, voor €5,00 per nacht. Ik besluit op pad te gaan, en een beslissing te nemen als ik bij de camping ben. Bij de camping ben ik kapot (klimmen, klimmen, klimmen), en dus besluit ik me daar te melden. Voor de zekerheid vraag ik nog wat het zal kosten om mijn tent neer te zetten, maar dat is net zo duur als een bed in de kamer. Ik kies dus voor de kamer; ten eerste hoef ik dan mijn tent niet op te zetten, en ten tweede heb ik daar elektriciteit om de GPS op te laden. Als ik me in die kamer aan het installeren ben, zie ik echter kleine beestjes springen, en dus pak ik heel snel mijn tas weer in, en zet ik alsnog mijn tent op.
-
-
Weer een zitje voor dorstige pelgrims.
-
-
Blije wegwijzer.
-
-
Waterbron.
-
-
Vriendelijk.
-
-
Donostia (San Sebastian).
-
-
Mooi.
Eindpunt (overnachting)Naam | Gran Camping Zarautz | Plaats | Zarautz | Prijs per nacht | €5,00 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Rond de receptie wel, maar daar is geen elektriciteit, dus ik maak er geen gebruik van. | Eten | Een klein en niet zo duur winkeltje, en een camping-restaurant. Bij de pelgrimskamer is gelegenheid om te koken. |
Vandaag ben ik gearriveerd in het vierde en laatste land van mijn tocht: ik ben in Spanje!
Het idee was vandaag naar Irún te lopen en daar een slaapplaats te zoeken. Door een misverstand vanwege mijn nog niet helemaal perfecte Frans (Waar wil je vandaag heen? versus Waar zal ik je straks afzetten?) stapte ik echter in Hendaye uit de auto. En dan is Irún wel een erg korte wandeling. Echt erg vond ik het niet om Irún direct weer te verlaten, want Irún is een stad, en het geraas van de auto’s was ik na 10 minuten alweer zat. Na Irún ging het heerlijk rustig door de bergen.
Daniele had al aangekondigd dat ze een sandwich voor me zou maken voor onderweg. Dat werd een volledig lunch- en dinerpakket, met niet alleen een rijkelijk belegde sandwich vlees/tomaat, maar ook nog een sandwich met rillettes — de rillettes de porc (varken) had ik al ontdekt, in Ascain kreeg ik heerlijke rillettes de canard (eend) —, een zakje chips, en — JA! — een flink stuk van de kaas die ik op mijn eerste dag in Baskenland ook al zo lekker vond. Ik weet inmiddels dat die kaas gewoon fromage de brebis (schapenkaas) heet, en dat er 2 varianten zijn: jonger dan 6 maanden en ouder dan 6 maanden. Deze kaas heeft wat mij betreft de oude goudse van de eerste plaats verdrongen, vooral die ouder dan 6 maanden.
Om even aan Spanje te wennen, had ik mezelf toestemming gegeven om in een refugio (het Spaanse woord voor refuge) te slapen als die niet duurder zou zijn dan 10 euro. De eerste refugio die ik tegenkwam, is een refugio op donativo-basis. En er is geen wifi, geen keuken, enzovoort, dus ik hoef me niet verplicht te voelen heel veel te geven. Da’s mooi.
De hospitaleros (het Spaanse woord voor hospitaliers) spreken trouwens ook geen woord niet-Spaans, en een biertje kost een euro.
Bij binnenkomst in de refugio had ik nog even wat leuks.
De hospitalero bleef maar wantrouwig kijken van mij naar mijn credencial en terug. Alsof ik een rugzaktoerist was die een credencial had aangeschaft om gebruik te kunnen maken van pelgrimsfaciliteiten. In plaats van in het Spaans in discussie te gaan, besloot ik heel achteloos mijn 2 volgestempelde credencials ook op tafel te gooien. Dat was voor hem een reden om zijn collega erbij te roepen. Maar toen had het met wantrouwen niks meer te maken.
BAM! Je weet zelluf…
-
-
’t Is bijna niet te lezen…
-
-
Fotootje voor de meelezende nerds.
-
-
Een Spaanse wegwijzer.
-
-
Mooi.
-
-
Mooi.
-
-
Mooi.
Eindpunt (overnachting)Naam | Santa Ana | Plaats | Pasaia | Prijs per nacht | Donativo. | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Nee. | Eten | Ik neem aan dat er winkels en restaurants in de stad zijn. |
Vandaag weer eens een rustdag, maar nu eens niet één met niets te doen.
Eerst werd ik meegenomen naar Saint-Jean-de-Luz om alsnog de kerk te bekijken waar Louis XIV getrouwd is. Wat ik vooral fascinerend vond, is dat de deur na het huwelijk is dichtgemetseld, en er een nieuwe deur is gemaakt, zodat na Louis XIV niemand meer dezelfde deur zou gebruiken. Dan ben je pas koning; da’s wel even wat anders dan Drol, Drollin en de 3 Keuteltjes…
Daarna zijn we doorgereden naar Biarritz, zodat ik dat ook eens kon zien. Eigenlijk is het enige verschil tussen Saint-Jean-Pied-de-Port en Biarritz, afgezien van de rugzakken en wandelstokken in SJPdP, dat de toeristen in Biarritz merkjes op hun kleren hebben. Nou goed, en dat de toeristen in Biarritz 3 keer zoveel betalen voor dezelfde Made in China rommel. Een toerist blijft een toerist, of hij nou 20 euro op de bank heeft of 20 miljoen. De enigen die vinden dat de toeristen in Biarritz anders zijn dan anderen, zijn ze zelf.
Verder vond ik beide plaatsen eigenlijk erg op Scheveningen lijken: te dikke, te witte mensen die met te weinig kleren op het strand liggen, op terrasjes zitten, of door souvenirshops rommelen.
Goed, leuk om een keer gezien te hebben. Nu kan ik er over mee praten.
En niet iedereen heeft het nou eenmaal in zich om pelgrim te worden…
Vanavond mosselen gegeten. Die had ik niet meer op sinds ze er als kind in gewrongen zijn (ik moest als kind alles proeven; dat heeft een hoop schade aangericht). Ik bleek ze best te lusten.
-
-
Biarritz
-
-
Golf van Biskaje
Vannacht prima geslapen: we waren met 2 pelgrims, maar er waren ook 2 slaapzalen, dus we hadden elk een eigen slaapzaal. Ik heb dus lekker een lange nacht kunnen maken.
De route richting Irún ging vandaag weer verder door de bergen: het was klimmen of dalen. Ik weet nu waarom ik skiën zo heerlijk vind: dan kun je met de lift omhoog, en omlaag hoef je alleen maar rechtop te blijven staan…
Heel de ochtend hoorde ik het in de verte, richting de kust, al rommelen. Aan het begin van de middag was de verte ineens heel dichtbij, en kreeg ik de zondvloed over me heen. Uiteraard was ik niet voorbereid — want bezig met om me heen kijken — en dus moest ik, met een rugzak om en tegen een berg op, proberen te rennen richting een groepje bomen, om daar mijn poncho uit mijn rugzak te halen. Vanaf dat moment bleef het bij vlagen regenen, soms behoorlijk hard.
Ascain is een plaatsje dat het vooral lijkt te moeten hebben van de rijke toeristen die het een beetje beu zijn om elkaar in Saint-Jean-de-Luz verveeld aan te zitten kijken, en daarom een dagje ‘het binnenland’ in gaan: winkeltjes met lokale specialiteiten en restaurantjes wisselen elkaar af, maar er is maar 1 klein supermarktje. Desondanks was ik vast van plan me niet weer 10 euro of meer af te laten troggelen voor een stapelbed.
Bij het Office de Tourisme liet ik daarom maar direct weten dat ik geen geld had voor wat voor onderdak dan ook. ‘Ook niet voor een gîte d’etape?’, probeerde de dame nog onzeker. ‘Ook niet’, antwoordde ik onverbiddelijk, ‘er is vast ergens een sporthal waar ik mijn matje kan uitrollen.’. Tja, de sporthallen, daar ging zij niet over. Maar als ik nou door die deur ging, dan stond ik in de mairie, en dan had zij de verantwoordelijkheid in ieder geval mooi afgeschoven.
Aan de andere kant van de deur dreunde ik weer hetzelfde riedeltje op: pelgrim, geen geld, sporthal, dankjewel. De man die in eerste instantie was opgestaan om me te helpen, verschoot bijna van kleur door mijn brutaliteit: hij zei het niet, maar ik kon hem horen denken dat ik wel idioot moest zijn om zijn heerlijk voorspelbare kleine-dorpjes-ambtenaren-sleur te doorbreken met een onverwachte en ongewone vraag. Een sporthal of feestzaal? Dat ging zomaar niet. Zijn collega aan het volgende bureau was iets welwillender, en onderbrak hem door te zeggen dat er wel een sporthal was, maar dat die op vrijdagavond in gebruik was. Ambtenaar 1 nam die mantra graag van haar over: ‘in gebruik, niet beschikbaar, in gebruik, …’. Maar weer onderbrak zijn collega hem — blijkbaar was ze hoger in rang — en zei tegen hem ‘Ga het eens aan Daniele vragen.’.
En Daniele blijkt een hele lieve dame die af en toe pelgrims, of anderen die dat nodig hebben, in huis neemt. En het eerste dat ze, na ‘Bonjour, ça va?’, tegen me zei, was dan ook ‘Ik nodig je uit om bij mij te komen overnachten.’. Uiteraard moest ik me wel even zien te vermaken tot ze om 17:00 naar huis mocht, maar daarna was ik van harte welkom.
En bij overnachten bleef het niet. Daniele en haar man André zijn enthousiaste bewoners van deze streek, en vonden het er dan ook bij horen dat ze me het nabij gelegen Saint-Jean-de-Luz lieten zien. We konden daar dan ook direct de kerk gaan bekijken waar koning Lodewijk de 14e (Louis Quatorze) getrouwd is. En zo reden en liepen we even later door Ciboure en Saint-Jean-de-Luz. Tijdens die wandeling bood Daniele me aan dat ik morgen, als ik dat wil, best een rustdag mag houden en een nachtje langer kan blijven. Ik moest een keer of 3 vragen of ze het zeker weet, en keek ook André eens onzeker aan, voordat ik dat accepteerde.
En het is maar goed dt ik een dag langer blijf, want we komen vrienden tegen van Daniele en André, en na kennismaken, een drankje en bijpraten, was de kerk gesloten. Die kunnen ze me dan mooi morgen laten zien.
Bij thuiskomst eet ik eindelijk weer eens echt vlees: Daniele heeft axoa (spreek uit: aasjoa) gemaakt, een baskisch gerecht met vlees, zoete pepers en piment.
En als ik na het eten nog even gebruik maak van wifi om e-mail en reacties op mijn blog te checken, tref ik een uitnodiging voor 1 of meer rustdagen wanneer ik een stuk langs de kust gevorderd ben. Het kan niet op.
Een heerlijke dag. En ik weet nu al dat morgen weer een heerlijke dag wordt.
Eindpunt (overnachting)Naam | partikulier | Plaats | Ascain | Douche | Ja. | Wifi | Ja. | Eten | Ja. |
Hoewel het vandaag zonnig genoeg was, ging de tent toch nat in de rugzak. Toen ik vaqnmorgen wakker werd, was de tent drijfnat van de dauw, en omdat Bidarray in de schaduw van een berg ligt, zou het veel te lang gaan duren voor de zon ‘m eindelijk zou kunnen drogen. Halverwege de ochtend heb ik dus maar even een wat langere pauze genomen in de zon om de tent weer uit te vouwen.
De bergen zijn hier overigens wel echt begonnen: het is klimmen of dalen, iets er tussen in kennen ze hier niet. En er zitten behoorlijk steile hellinkjes tussen. En de rugzak voelde vandaag toch al als 40 kilo…
De GPS deed trouwens ook raar vanmorgen: soms plaatste hij me wel 200 meter van de plaats waar ik dacht te zijn, en meer dan eens liet hij me sprongen van een meter of 20 maken. Heel de ochtend heb ik dus maar moeten gokken dat ik goed liep. Aan het begin van de middag kwamen de GPS en ik elkaar eindelijk weer tegen (en bleek ik inderdaad goed te lopen).
Halverwege de middag begreep ik trouwens ineens waarom alle wandelaars hier rondlopen met van die kekke rugzakjes en bijpassende wandelstokjes, en kleertjes en schoentjes met merkjes. Ik zag op de GPS dat de plaats die ik verderop aan zee (!) zag liggen, Biarritz is. Blijkbaar gaat het rijke volk dat een strandvakantie een te luie uitstraling vindt hebben, de bergen in om elkaar daar verveeld aan te kijken. Dus dat verklaart dan ook waarom dat terras in Bidarray gisteren met open mond zat toen ik vertelde dat ik er al 2.000 kilometer op heb zitten: ze zijn zelf van het soort ’10 kilometertjes paraderen met die kekke rugzak, en dan de rest van de dag op een terras’. En het verklaart ook waarom ik vandaag allemaal wandelaars tegenkwam die me aankeken met zo’n blik van ‘als je wilt dat ik bonjour terug zeg, zul je er voor moeten betalen’. Nee, geld maakt niet gezellig.
In het gebied waar ik vandaag doorheen moest zijn geen dorpen of steden; hier en daar staat een huis of een groepje huizen, of een hotel, en dat is het. Echt een streek voor wildkamperen is het ook niet, daarvoor zijn de hellingen te steil. Ik richtte me daarom op Espelette; het zag er niet echt groot uit, maar wel groot genoeg voor een mairie, en het was ver genoeg. Dat het ver genoeg was, daar moest ik aan het einde van de dag een beetje op terug komen: met al dat klimmen en dalen was het meer dan ver genoeg.
Het plan was om Espelette direct de mairie op te zoeken, me bekend te maken als pelgrim, en de mairie-medewerkers te overtuigen mij onder te brengen in een sporthal of feestzaal. Het liep net even anders.
Espelette bleek geen dorp, maar een stadje. Zwaaiend met mijn schelp paradeerde ik de mairie binnen. Om daar, nog voor ik mijn zin had afgemaakt, verder gebonjourd te worden naar het Office de Tourisme. Dat vond ik wel raar, want het OdT gaat normaal gesproken niet over de sporthallen en feestzalen, maar omdat het OdT in hetzelfde gebouw zit als de mairie, besloot ik daar voor de vorm toch maar even naar binnen te tuimelen. En daar kreeg ik te horen dat Espelette een gîte pèlerins heeft. En dat had ik niet verwacht. Een sporthal of feestzaal kon ik nu dus wel vergeten. En ik had ook de puf niet meer om weer een paar kilometer het stadje uit te klimmen om een boer te vragen of ik op zijn erf mocht staan. En dus legde ik dat tientje neer, en deed ik net of ik dat helemaal niet veel vond voor scheren, douchen en slapen. Gelukkig heb ik nog wat pain complet, rillettes en Coulommiers in mijn tas, evenals een paar pain chocolat en een paar mueslirepen voor morgenochtend, dus boodschappen heb ik niet nodig.
Als er een pen bij het gastenboek zou liggen, zou ik in het gastenboek vermelden dat ik voor 10 euro op zijn minst een douche verwacht die vrij is van schimmel; ik verwacht daarom dat ze die pen expres hebben weggelaten.
-
-
Eindpunt (overnachting)Naam | Gîte pèlerins | Plaats | Espelette | Prijs per nacht | €10,00 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Nee. | Eten | Geen kookgelegenheid aanwezig. Restaurants en supermarktje op loopafstand. |
Saint-Jean-Pied-de-Port Lasse Anhaux Irouleguy Bidarray
Het plan was in eerste instantie om in Saint-Jean-Pied-de-Port een rustdag te nemen, om naar de toeristen te kijken. Nog voor ik in SJPdP was, veranderde dat plan in werk zoeken in SJPdP. Aangekomen in SJPdP leerde ik al snel dat werken niet mogelijk was. Na een nachgt in een zaal met 20 bedden, waar 3 keer een telefoon ging, verschillende snurkers lagen, sommige imbecielen hun wekker om 5:30 gezet hadden om luidruchtig hun tas in te gaan pakken, en een of andere idioot 5:45 wel een mooie tijd vond om het grote licht aan te doen, was ik met de toeristen ook wel klaar.
Ik ben blijven liggen tot de toeristen allemaal — eindelijk — weg waren, heb een bak oploskoffie weggewerkt, mijn rugzak ingepakt, en ben richting Spanje vertrokken. En wat liep ik heerlijk alleen. En wat is het hier ontzettend prachtig.
Ik was vanmorgen zo druk bezig met het mooi vinden van de streek, dat ik prompt verkeerd liep. En behoorlijk ook, want op 550 meter hoogte kwam ik tot de ontdekking dat ik op 370 meter hoogte al een verkeerde afslag had genomen. Maar dat bracht me wel in ontzettend mooi ruig berglandschap. Ik heb heel de dag vol bewondering om me heen lopen kijken. Ik zou hier graag eens een jaar rondreizen met een goed fototoestel. En dan nog niet eens zozeer voor de foto’s, maar gewoon om een excuus te hebben om een jaar lang te kijken. Het ruige, en tegelijk de rust. Hoe het land in de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Le Pays Basque is prachtig.
Die verliefdheid geldt trouwens minder voor de bewoners dan voor de streek: de mensen hier zijn vrij stug, en ik krijg sterk het idee dat ze het liefst de grenzen dicht zouden gooien, ware het niet dat er geld van buiten de streek komt (kaas, wijn, vlees).
Na een volle dag heerlijk wandelen, kwam ik in Bidarray waar ik een slaapplaats hoopte te vinden. Helaas blijkt Bidarray een wandelaarsparadijs voor mensen met geld, dus een gratis slaapplaats kon ik wel vergeten; vooral ook omdat de mairie wegens vakantie gesloten was. Maar achter het hotel-restaurant zag ik zo’n mooi veldje — het was gemaakt voor mijn tentje — dat ik besloot de pelgrim-kaart te spelen. En dus liep ik over het terras het hotel-restaurant in om te vragen of ik mijn tentje op dat veldje mocht zetten (altijd dwars over het terras lopen, en nooit eromheen, met de schelp goed zichtbaar). Toen ik mijn vraag gesteld had, zag ik de baas razendsnel een kosten-baten-afweging maken in zijn hoofd: ik was op het terras al aangesproken door 1 tafeltje, en 2 andere tafeltjes hadden met open mond mee zitten luisteren naar mijn verhaal; de baas zou zijn naam geen goed doen als hij me zou wegsturen. En dus zei hij ‘Oui’ (en meer niet). En dus betaal ik weer niets voor een slaapplaats. En brood en kaas heb ik bij me; ik koop er een blikje fruitcocktail bij, en dan noem ik het een maaltijd.
Eindpunt (overnachting)Naam | Achter hotel-restaurant Barberaenea | Plaats | Bidarray | Douche | Achter de mairie zijn publieke douches voor €2,00 per keer (geen gebruik van gemaakt). | Eten | 2 Restaurants en een klein maar duur supermarktje. |
Saint-Jean-le-Vieux Saint-Jean-Pied-de-Port
Het begon met regenen ongeveer op het moment dat ik in mijn slaapzak kroop, en dat deed het nog toen ik vanmorgen mijn tent afbrak en mijn rugzak inpakte. Toen ik een half uurtje onderweg was, kon de poncho uit, maar het bleef zwaarbewolkt.
Saint-Jean-Pied-de-Port is extreem toeristisch. Veel meer kan ik er niet over zeggen, en ik had ook niet echt anders verwacht.
Het eerste dat ik in SJPdP deed, was een geldautomaat opzoeken. Die gaf mij geen geld. Dat was nogal een teleurstelling, en dus was het nu nog belangrijker om snel werk te vinden; ik had nog een euro of 20 in mijn portemonnee. Ik begon bij het kantoortje van de vrienden van Sint-Jacob; die zijn er om pelgrims te helpen. Helaas was dit een vraag die ze nog niet eerder gehad hadden, en dus konden ze me niet verder helpen. Ze adviseerden me om eens navraag te doen bij het Office de Tourisme. Daar hadden ze de vraag blijkbaar wel vaker gehad, want de dame daar verwees me direct door om daar te vragen naar ‘Permanences du pôle emploi’. Wat dat precies betekent weet ik niet, maar gelukkig schreef ze het voor me op. De dame op het secretariaat van de mairie boorde mijn hoop direct meedogenloos de grond in: zo’n aanvraag kon niet elke dag gedaan worden, 2 september was de eerstvolgende mogelijkheid, en dan duurde de behandeling van die aanvraag ook nog eens X tijd (ambtenaren, jeweetwel). Met 20 euro ging ik dat niet halen…
Ik overwoog het bijltje erbij neer te gooien. Alles leuk en aardig, maar zonder geld in een vreemd land in de bergen… Nee, dat is niet het avontuur dat ik zoek. Ik besloot 1 nacht in de refuge te boeken (8 euro), zodat ik tijd zou hebben om wifi te zoeken om een laatste berichtje op mijn blog te zetten.
De refuge was nog niet open, maar ik kon mijn bed betalen op het kantoortje en daar ook mijn rugzak achterlaten tot de gîte open ging. Ik had een uurtje of 3 te overbruggen, en besloot die te besteden door met een pestbui door het dorp te slenteren en iedereen boos aan te kijken. Dat hielp een beetje.
Tijdens dat slenteren kwam ik langs een andere geldautomaat, en ik besloot het nog eens te proberen. De ASN Bank staat niet bekend als een erg snelle bank — althans, niet bij mij — dus wellicht was er inmiddels geld binnen.
En dat was er! En omdat de ASN Bank niet bekend staat als een erg snelle bank — althans, niet bij mij — gokte ik er op dat internationale opnames misschien niet helemaal direct verwerkt zouden worden. En zo kon ik niet 1, maar 2 keer 140 euro pinnen. Goed, ik snap ook wel dat ik nu gewoon 140 euro rood sta, en dat wat nu op mijn bankrekening binnenkomt, eerst gebruikt wordt om dat tekort aan te zuiveren. Maar voorlopig heb ik het in mijn zak, en dat geeft me even een beetje lucht.
En 280 euro is toch gauw €4,50 per dag. Voor eten en slapen. Oké, niet veel. Erg weinig zelfs. Maar veel meer dan ik vanmorgen dacht.
Och, ik zal het wel zien.
Morgen vertrek ik richting Irún; daar moet ik in een dag of 3 kunnen zijn. En dan zie ik wel hoever ik kom.
Voorlopig kan ik verder. Ultreia!
Eindpunt (overnachting)Naam | Refuge municipal | Plaats | Saint-Jean-Pied-de-Port | Prijs per nacht | €8,00 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Gratis, in het kantoor van de vrienden van Saint-Jacques. | Eten | Kookgelegenheid, supermarkt, restaurantjes. |
Ik heb zojuist de berichten geplaatst van 14-8 tot nu, en een video toegevoegd aan het bericht van 10-8.)
Saint-Palais Ostabat-Asme Larceveau-Arros-Cibits Gamarthe Lacarne Saint-Jean-le-Vieux
Omdat ik gisteravond nog een sandwich kreeg van die mannen die bij het kapelletje waren wezen kijken, had ik vanmorgen nog wat brood over dat ik in het hotel had gekregen. Dat was maar goed ook, want ik ben de hele dag geen winkel tegengekomen die open was. Gelukkig heb ik onderweg nog wel wat pruimen en peren kunnen plukken, zodat ik niet echt honger hoefde hebben.
Afgelopen zaterdag had ik geprobeerd om geld over te maken van mijn Paypal-acccount naar mijn bankrekening. Ik weet niet hoe het bij andere banken is, maar bij de ASN Bank wordt in het weekend niet gewerkt, dus vandaag zou ik pas kunnen checken of dat gelukt was.
Gelukkig kwam ik vandaag door Ostabat. In Ostabat komen 3 Jacobswegen samen, dus ik verwachtte daar wel het een en ander: banken, Office de Tourisme, noem maar op. Wat een deceptie…
Ostabat is een heel klein dorpje. En. Verder. Helemaal. Niets.
Nou ja, ‘niets’. Een kerk, een postkantoor, en 1 bakker. Geen wifi en geen geldautomaat, dus. Maar gelukkig kwam ik heel de dag geen winkel tegen, dus ik had toch niks aan geld. (Ik probeerde positief te blijven…)
Omdat ik besloten heb in Saint-Jean-Pied-de-Port werk te zoeken, wil ik daar morgen pas aankomen. In SJPdP zal ik in een refuge moeten slapen, en kan ik dus niet langer dan 1 nacht blijven. Als ik zorg dat ik daar vroeg aankom, heb ik toch bijna een hele dag om dingen te regelen. Ik besluit daarom dat ik in Saint-Jean-le-Vieux, vlak voor Saint-Jean-Pied-de-Port, een slaapplaats zal zoeken. Direct als ik Saint-Jean-le-Vieux in loop, kom ik langs een huis met een enorme tuin. En in die man loopt een man die een ijsje eet. En wie een ijsje eet, is in een goede bui. Dus ik vraag hem of hij een heel klein stukje van die hele grote tuin misschien met een pelgrim zou willen delen. Even aarzelt hij. ‘Eigenlijk moet ik dat even met mijn vrouw overleggen.’, begint hij, ‘Ach, weet je wat, zet maar gewoon neer.’. Als mevrouw een uurtje later thuiskomt, is het duidelijk dat ze het er niet mee eens is: ze kijkt niet 1 keer mijn kant op als ze aan komt rijden, rijdt haar auto direct de garage in, en heeft de garagedeur al dicht voor ze uitgestapt is (afstandsbediening); ik zie geen van beide nog, ook niet de volgende ochtend.
-
-
De weg.
-
-
Wegwijzer.
-
-
De weg.
-
-
De weg.
-
-
De weg.
-
-
Verfrissing voor pelgrims.
Eindpunt (overnachting)Naam | particulier | Plaats | Saint-Jean-le-Vieux |
Sauveterre-de-Béarn Guinarthe-Parenties Aïcirits-Camou-Suhast Saint-Palais
Zuinig was het devies voor dit weekend. In eerste instantie ging dat per ongeluk: de supermarkt zat niet waar ik ‘m verwachtte, zodat ik geen brood kon halen; de rest van de ochtend kwam ik geen winkel tegen.
Onderweg stop ik bij een huis om een nieuwe fles water te vragen. De hele familie zit in de tuin te lunchen, en er wordt gevraagd of ik misschien een aperitiefje wil; uiteraard kan ik dat niet afslaan. Als er een stoel voor me is bij geschoven, en ik met een Ricard zit te vertellen over mijn avontuur, vraagt de vrouw des huizes of ze een sandwich (half stokbrood met beleg) voor me zal maken voor onderweg, Uiteraard sla ik ook die niet af; als ze terugkomt heeft ze een sandwich met droge worst en een stuk stokbrood met een homp regionale kaas voor me. Het is jammer dat ik alles onderweg pas proef, en dus niet meer kan vragen hoe de kaas heet; hij is heerlijk.
Aangekomen in Saint-Palais klop ik aan bij de refuge, omdat dat me een goedkope manier lijkt om te overnachten. Ik hoor echter van de hospitalier dat er al 2 Vlamen zijn, en het kan haast niet anders dan dat 1 van hen de man is waar ik afgelopen week middenin de nacht ruzie mee heb gehad. Ik besluit daarom toch maar door te lopen, en te gaan wildkamperen tussen Saint-Palais en Ostabat, 12 kilometer verderop.
Omdat de winkels (uiteraard) dicht zijn op zondagmiddag, stap ik op goed geluk een hotel binnen om te vragen of ik daar een brood kan kopen; ik heb nog wat Coulommiers (kaas) en rillettes (vlees) in mijn tas. Ik krijg een zak met stukken stokbrood die over zijn van de lunch; ik hoef er niet voor te betalen.
Als ik net Saint-Palais verlaten heb, kom ik langs een kapelletje. Het heeft geen deur, dus het zal wellicht wat tochten. Maar het kost niets, en er is een kraan met drinkwater. En het is niet de eerste keer dat ik met mijn matje op een houten bank lig. En wat verheug ik me op het uitzicht dat ik zal zien wanneer ik morgen wakker word.
-
-
2 Van deze peertjes zijn voor mij.
-
-
Hier splitst de weg richting Camino Frances en Camino del Norte.
-
-
Doordat ik dit bordje miste, liep ik een paar kilometer om.
-
-
Kapelletje.
-
-
Mijn slaapplaats.
-
-
Dit uitzicht moet je verdienen: pak je rugzak en kom kijken.
Eindpunt (overnachting)Naam | ? | Plaats | Saint-Palais |
Terwijl ik dit stukje zat te tikken, zaten er 2 mannen van het uitzicht te genieten. Als ze weggaan, hebben ze een sandwich over. Of ik die misschien wil…?
Orthez Lanneplaà L’Hôpital-d’Orion Orion Burgaronne Sauveterre-de-Béarn
Dankzij problemen tussen 2 partijen die ik gebruik om mijn donaties te ontvangen, kan ik momenteel geen geld opnemen. En omdat wifi schaars is en ik dus niet elke dag het internet op kan, duurt dat nu al zo lang dat ik door mijn geld heen ben. Vanmorgen heb ik bij het Office de Tourisme gebruik kunnen maken van wifi, en weer de nodige mails verstuurt. maar het is weekend, en dus hoef ik er in ieder geval niet op te rekenen dat zaken voor maandag op dinsdag opgelost zijn. Ik moest al zuinig zijn, maar nu tot in het extreme: tot nader bericht weet ik niet hoe lang ik moet doen met het geld dat ik in mijn portemonnee heb.
Dat ik in een dipje zit, weet ik al een tijdje: de dagmarsen worden steeds korter, en ik ben steeds sneller moe. Vandaag begint het tot me door te dringen hoe dat komt: ik leef al een behoorlijke tijd grotendeels op een dieet van water en mueslirepen, om geld te besparen. Al piekerend over een en ander (dat kan ik goed), neemt mijn dip mij mee naar steeds diepere diepten, en op een gegeven moment overweeg ik zelfs te stoppen met dit hele project. Als ik halverwege de middag mijn eerste blik op de Pyreneeën werp, is die stemming direct weg: ik ga door tot het einde. In Saint-Jean-Pied-de-Port zal ik kijken of ik voor een paar weken werk kan vinden om cash te maken en aan te sterken.
Hoe langzaam ik ga, dringt pas echt goed tot me door als ik Claire inhaal. Claire is een Franse dame van een jaar of 60, en ik heb haar vorige week ook al ingehaald. Mijn tempo is dus inmiddels zo ver terug gevallen dat het haar gelukt is mij weer in te halen.
Een vriendin van Claire loopt een paar dagen met haar mee, en gedurende de dag komen we elkaar een aantal keer tegen; we lunchen ook samen. Uiteindelijk belanden we in Sauveterre waar ik naar de camping ga, en zij naar de gereserveerde gîte. ’s Avonds is het feest in Sauveterre, met muziek, drank, eten en vuurwerk. De dames zouden het leuk vinden om daar met zijn drieën heen te gaan, maar ik geef aan dat ik dat niet kan betalen. De dames nodigen mij daarom uit, en voorzien me van stoofpot en wijn; het leven is goed. Na het vuurwerk nemen we afscheid; Claire neemt een rustdag, en Odille gaat morgen weer naar huis.
Eindpunt (overnachting)Naam | Camping | Plaats | Sauveterre-de-Béarn | Prijs per nacht | €9,60 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Nee. | Eten | Winkels en restaurantjes in het dorp. |
|
Privacy De applicatie die wordt gebruikt voor het verzamelen van statistieken over het bezoek op deze website, anonimiseert de verzamelde informatie door de laatste byte van het IP-adres te verwijderen. Ook respecteert deze applicatie de Do Not Track instelling van je browser.
Helaas zijn de ontwikkelaars van WordPress en de WordPress plug-ins minder respectvol. Je privacy kan daarom helaas niet gegarandeerd worden op deze website.
|
Recente reacties