In 2014 liep ik van Wateringen in Nederland (in het Westland) naar Fisterra in Spanje (ten westen van Santiago de Compostela).
Daarna besloot ik om niet terug te keren naar Nederland, maar verder te zwerven.
Sinds begin 2022 heb ik, na bijna 8 jaar zwerven in Noord-Spanje en heel Frankrijk, een huisje in de Loire-Atlantique in Frankrijk.
Ik volg momenteel een opleiding waarmee ik straks aan de slag kan in de hulpverlening.
|
Aixe-sur-Vienne Saint-Martin-le-Vieux Lavignac Flavignac
De tv in de recreatiezaal van de camping voorspelde gisteren onweer voor vandaag. Als ik vanmorgen vertrek, is daar niets van te zien; de lucht is blauw, en de tent gaat droog in de rugzak.
Als ik vanmiddag in Saint-Martin net zit om te gaan lunchen, trekken er een paar prachtige wolken mijn blikveld in. Tegen de tijd dat ik mijn lunch achter mijn kiezen heb, hebben die gezelschap gekregen van een paar heel boos kijkende broertjes. Als ik weer ga lopen, dondert het, en het is goed dat ik ben gaan lopen met de poncho alvast in de hand, want 5 minuten later begint het te regenen. Het regent niet hard, maar genoeg om de poncho een groot deel van de middag aan te houden. Het blijft de hele middag rommelen.
Eigenlijk wilde ik naar Les Cars lopen, maar omdat ik een beetje bang ben dat achter in de vrijdagmiddag hier en daar een mairie dicht zou kunnen zijn, en omdat het onweert, en ik dus niet zo’n zin heb om te kamperen, besluit ik bijtijds uit te gaan kijken naar onderdak. Als ik Flavignac binnenloop, geeft het bord bij de dorpsgrens mij het idee dat men hier graag goed voor pelgrims wil zorgen. En inderdaad loop ik even later langs een deur met het bord dat ik in Déols ook al gezien heb: het herkenningsteken van de refuges van de ‘Amis et Pèlerins de Saint Jacques de la Voie de Vézelay’. Voor de sleutel mag ik me melden bij de mairie, en als ik dat doe, hoor ik dat ik voor een tientje niet in mijn tent hoef te slapen. Ik besluit niet door te lopen naar Les Cars met het risico dat ik daar een gesloten mairie vind.
Bij de mairie heb ik al gehoord dat er nog 2 reserveringen zijn voor de refuge, en inderdaad komen er een tijdje later een Franse vrouw (Michelle) en een Vlaamse jongen (Maarten) aan de deur. Ze hebben elkaar net de vorige dag ontmoet, en lopen nu samen. Ik heb al direct het idee dat zij hem een beetje ‘bemoedert’. In de loop van de avond merk ik dat ik daarin gelijk heb, en dat Maarten het moeilijk vindt om daar weerstand aan te bieden. En zo moet iedereen zijn eigen lessen leren onderweg…
’s Avonds gooien we ons eten bij elkaar op tafel, en kopen in wat we nodig hebben om er een volledige maaltijd van te maken.
Maarten en ik ontdekken al snel dat we ‘geen goeie maatjes’ zijn, zoals Maarten dat noemt. Niet omdat we het niet met elkaar kunnen vinden, maar juist omdat we allebei nogal een potje lusten. We zijn een aantal blikken bier en 3 flessen wijn verder als we na een hele avond praten ons bed in rollen.
Mijn nieuwe knieband lijkt mijn knie voldoende stevigheid te bieden om (bijna) geen last meer te hebben van die gevoelige pees in mijn knieholte. Da’s mooi.
-
-
Robo-rob.
-
-
Ik denk dat ze hier wel wat voor een pelgrim willen doen.
-
-
De refuge.
-
-
Mooi souvenir (maar te zwaar).
-
-
Klein maar fijn.
-
-
Wijntje.
Eindpunt (overnachting)Naam | Refuge pèlerin | Plaats | Flavignac | Prijs per nacht | €10,00 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Nee. | Eten | Verswchillende winkeltjes en een klein restaurantje in de buurt. |
Er is vandaag weer een nieuwsbrief uitgegaan.
En ik heb nog een paar videootjes toegevoegd aan de berichten van 15 en 16 juli.
Vandaag heb ik een rustdag om op zoek te gaan naar nieuwe schoenen. Maar als ik voor dat doel wat geld overhevel naar mijn portemonnee, zie ik dat de bodem van de schatkist wel een beetje in zicht komt. En dus besluit ik na een heftige vergadering met mezelf dat ik de nieuwe schoenen nog maar even moet uitstellen. Andere uitkomsten van de vergadering zijn dat ik mijn laatste pakje shag in mijn zak heb, en dat wijn en bier voortaan alleen nog op rustdagen kunnen.
Omdat ik behoorlijk last heb van mijn heup/lies, besluit ik om vandaag toch nog een dag op de camping te blijven, zodat ik mezelf even goed kan verzorgen. Ik ben blij dat het er nog niet van gekomen is de zalf, die ik kreeg in Neuvy-Pailloux, achter te laten in een gîte, zoals ik eigenlijk van plan was. Omdat ik denk dat de pijn in mijn heup/lies komt doordat ik een beetje scheefloop vanwege de pijn in mijn knie waar ik al zo’n beetje sinds mijn vertrek last van heb, besluit ik om wel een elastische knieband aan te schaffen. Ik hoop dat die hap uit het budget oplevert wat hij op moet leveren.
En dan krijg ik aan het begin van de middag een mailtje van Jeroen: het is hem gelukt mijn webserver te verkopen. Het is nu te laat om nog naar Limoges te reizen, maar ik verwacht in minder dan een week in Perigueux te zijn, en daar hebben ze ook vast sportwinkels; na Perigueux kom ik voor de Spaanse grens geen grote steden meer tegen.
Limoges Isle Mérignac Aixe-sur-Vienne
Vandaag wilde ik een rustdag: Limoges is een grote stad, en ik heb nieuwe schoenen nodig. Maar bij de zusters beviel het me niks, en dus wilde ik eerst op zoek naar een camping. De GPS gaf er maar 2 enigszins in de buurt: 1 op 5 kilometer en helemaal de verkeerde kant op, en 1 de goeie kant op maar wel op 10 kilometer.
Omdat ik zeker wilde weten dat ik tijd genoeg zou hebben om schoenen te kopen, koos ik in principe voor die op 5 kilometer, maar besloot ik eerst voor de zekerheid nog even binnen te lopen bij het Office de Tourisme. En de Tourisme-jongen wist wel een camping voor me; goedkoop, en niet ver weg. Toen ik de naam van de camping zag, had er een belletje moeten gaan rinkelen. Maar dat gebeurde niet. Ook hadden er alarmbellen moeten afgaan toen ik hem hoorde zeggen ‘pas loin‘ (‘niet ver’); een Fransman doet alles met de auto, en dan is het niet gauw ver. Maar goed, als ik nou de straat hier tegenover het Office de Tourisme inliep, bij het grote kruispunt rechtsafsloeg, en dan alsmaar rechtdoor ging, dan kwam ik er vanzelf.
Toen ik op een gegeven moment een plaatsnaambordje zag met een naam die ik niet verwachtte, besloot ik de GPS eens te raadplegen om te zien in welke richting ik eigenlijk liep. En toen viel heel langzaam het kwartje: ik was onderweg naar de camping op 10 kilometer. Op zich niet heel erg, want die camping ligt langs de weg naar Compostela. Maar wat wel erg was, was dat de jongen van het Office de Tourisme de route gekozen had die het makkelijkst uit te leggen was; als ik gewoon de camino-route had gevolgd, had dat me een kilometer of 4 gescheeld…
Gelukkig heeft de camping wifi, en dus heb ik besloten om de rest van vandaag te gebruiken om mijn website bij te werken, en morgen terug te reizen naar Limoges (trein of bus) voor nieuwe schoenen.
Op de camping ontmoet ik Jo, een gepensioneerde militair die samen met zijn hond naar Santiago loopt. Ik had al over hem gehoord, en hij kent ook weer verschillende pelgrims die ik ook ontmoet heb. Op de camino zijn we allemaal een beetje familie.
-
-
Schuur beschilderd speciaal voor de langslopende pelgrims.
Eindpunt (overnachting)Naam | Camping Les Grèves | Plaats | Aixe-sur-Vienne | Prijs per nacht | €8,10 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Bij de prijs inbegrepen. | Eten | Restaurantjes en een grote supermarkt dichtbij. |
Saint-Léonard-de-Noblat Aureil Feytiat Limoges
Al sinds ik me vanmorgen bedacht dat je in Limoges naast de kathedraal bij de zusters mag aankloppen voor onderdak, heb ik When the lady smiles van de Golden Earring in mijn hoofd. Maar je moet de videoclip kennen om dat te begrijpen. De realiteit blijkt overigens heel anders.
Omdat ik gisteren vroeg naar bed ben gegaan, ben ik vanmorgen ook vroeg wakker; net voor zessen. De Duisters — ze heten trouwens Inge und Karlfred; ik wist dat al, maar jullie nog niet — hadden er blijkbaar al een beetje rekening mee gehouden, want er is genoeg koffie. Als zij om half zeven (een half uur te laat voor hun doen) vertrekken, ben ik nog lang niet zover: ik zit in het centrum van Saint-Léonard, en er zitten hier veel winkels in de buurt, dus ik ben vast besloten vanmorgen eens goed te ontbijten. Slenterend door dat centrum vind ik een boulangier waar het stokbrood nog warm is en een épicier met verse eieren, dus dat lukt.
De wandeling vandaag was mooi maar vermoeiend: veel stijgen en dalen. Het laatste stukje naar de kathedraal van Limoges lijkt, net als in Vézelay, expres extra zwaar te zijn gemaakt om pelgrims te laten voelen wie er de baas is. Bij aankomst in de kathedraal zie ik bij de ingang een bekend karretje staan: blijkbaar logeer ik weer op hetzelfde adres als Inge und Karlfred. In de kathedraal komt vrijwel direct een vriendelijke jongen op me toegesneld om te vragen of ik een stempel in mijn credencial wil. Als ik — uiteraard — ‘ja’ zeg, word ik onder de jaloerse blikken van andere kathedraal-bezoekers meegenomen door een deur waarop een bordje ‘privé’ prijkt. Later in de refuge hoor ik dat dit bij Inge und Karlfred niet gebeurd is; omdat zij hun bagage bij de deur hebben achtergelaten, heeft de medewerker hen niet herkend als pelgrims.
Na de stempel loopt de jongen met me mee naar de deur om me de deur te wijzen waar ik me moet melden als ik bij de zusters wil overnachten. Daar blijken de dingen erg zakelijk te gaan. Om te beginnen wordt me verweten dat ik niet gereserveerd heb. De opmerking dat ik pelgrim ben, en geen toerist, landt bij mevrouw op vruchteloze bodem; blijkbaar is men hier inmiddels zo gewend aan toeristen, dat men niet meer weet hoe men pelgrims opvangt. Mevrouw vertelt me vervolgens dat ik, als ik gisteren was aangekomen, geen plaats zou hebben gehad; mijn antwoord dat ik niet gisteren, maar vandaag ben aangekomen, is een logica waar ze alleen maar meer van in de war raakt. Maar vandaag is er nog plaats, en dus mag ik me inschrijven. Als ik dit schrijf is het bijna half twaalf, ik lig in een kamer met 3 bedden, en ik zou een dansje kunnen doen in mijn blote kont zonder dat iemand zich eraan zou storen (ik doe dat overigens niet, want er is toch niemand om zich eraan te storen).
Om nog een beter idee te geven van de meelevendheid van de zusters: Inge tobt al 3 dagen met pijn in haar voet; in Limoges heeft ze eindelijk een dokter bezocht, en van hem het (schriftelijk) advies gekregen om een dag rust te nemen. Als ze daarmee naar de zusters gaat, is het antwoord ‘dat zullen we morgen wel zien’, want ‘die pelgrims komen altijd maar zonder te reserveren’, en ‘hebben dan altijd van alles waardoor ze een dag langer willen blijven’… Wie naar Limoges gaat, zou ik niet adviseren om bij de zusters naast de kathedraal te overnachten. ’t Is trouwens ook best duur, als je ziet wat je ervoor krijgt. (Maar ja, de katholieke kerk heeft het natuurlijk ook niet breed…)
Maar na die klim naar de kathedraal heb ik niet zo heel veel zin meer om door te lopen naar de camping aan de andere kant van de stad.
(Er is trouwens ook nog een diocenesse die pelgrims opvangt op basis van donativo, maar die is momenteel gesloten voor een renovatie.)
-
-
…ik heb een potje. potje, potje, potje mehet vet…
-
-
Pont.
-
-
Lézard.
-
-
Weer van die mooie wegwijzers.
-
-
De kathedraal van Limoges, vanuit de tuin van de zusters.
Eindpunt (overnachting)Naam | ? | Plaats | Limoges | Prijs per nacht | €15,00 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Nee. | Eten | Kookgelegenheid aanwezig; klein supermarktje en verschillende restaurants op loopafstand. Ontbijt tegen bijbetaling van €2,50. |
Châtelus-le-Marcheix Les Billanges Saint-Laurent-les-Églises Le Châtenet-en-Dognon Saint-Léonard-de-Noblat
Vanmorgen was ik erg vroeg wakker. De Duitsers wilden om 6 uur vertrekken (om voor de warmte al flink wat kilometers achter de rug te hebben), en hoewel ze hun best deden om stil te zijn, werd ik er toch wakker van. Gelukkig lag ik er gisteravond ook al vroeg in; als iedereen om 9 uur naar bed gaat, kun je nou eenmaal niet in je eentje rond blijven rommelen.
In eerste instantie wilde ik gewoon blijven liggen en mezelf wijsmaken dat ik nog sliep, maar toen ik in de keuken het koffiezetapparaat hoorde pruttelen, ging ik er toch maar uit. (Dit is trouwens de eerste gîte in tijden waar koffie aanwezig was; ik kan niet meer tellen hoeveel pakken koffie ik inmiddels al heb gekocht om de voorraad van een gîte aan te vullen.)
En zo kwam het dat ik dan wel niet tegelijkertijd met de Duitsers om 6 uur, maar toch wel om kwart over 7 al met m’n rugzak om op de stoep van de gîte stond om de etappe van vandaag aan te vangen. En dat is voor mijn doen echt heel vroeg.
De wandeling van vandaag was niet heel zwaar, maar ook geen makkie. Er werd wat geklommen, en er werd wat gedaald; er was modder, er waren keien, en er was asfalt; het was half bewolkt, waardoor ik het grootste deel van de dag in de schaduw liep, en het niet te warm was. Er was een vrachtwagen die overduidelijk te hard van de berg geraasd was, en nu overdwars van berm tot berm stond in een haarspeldbocht; ik prees me gelukkig dat ik hier niet een paar minuten eerder langs was gekomen, en dat de chauffeur nog wel de controle had toen hij een paar minuten daarvoor mij voorbij was gekomen.
De omgeving is hier trouwens prachtig, en ik ben blij dat ik mijn route gewijzigd heb. De mensen hier zijn trouwens ook veel meer betrokken bij le chemin dan hiervoor; wat ik eerder zei over de desinteresse van de Fransen, geldt alleen voor noord-Frankrijk.
In het stukje bos voor Le Châtenet kwam ik langs het pad bordjes tegen met daarop zinnetjes om pelgrims moed in te spreken. Toen ik net de vijfde gefotografeerd had, zag ik in mijn ooghoek… Nee, laat ik niet alles verklappen. Maar wat ik zag was zo bizar, dat ik niet meer keek waar ik liep, en prompt met beide voeten in een modderpoel stapte; als ik mijn stok niet had gehad om mezelf mee op te vangen, was ik languit in de modder gegaan. Een tip voor wie van plan is om ook te gaan lopen naar Santiago de Compostela: welke stukken je eventueel ook overslaat, hier wil je geweest zijn.
In Le Châtelet heb ik weer lekker een uurtje de tijd genomen voor de lunch. Die lange lunches bevallen me goed, en helpen om ook de middag nog goed door te komen. Bovendien hoef ik op die manier niet te lopen op het warmst van de dag.
Het verbaast me trouwens steeds weer hoe elke dag overal mensen zitten te lunchen met een fles wijn, om vervolgens weer doodleuk in de auto de stappen. Hoe stoer de Franse politieagent zichzelf ook vindt (en dat vinden ze zichzelf allemaal), er is er niet één die de ballen heeft om rond lunchtijd bij willekeurig welk café-restaurant te gaan staan voor een alcoholcontrole. Terwijl je als toerist in Frankrijk verplicht bent om zelf een alcoholtester in de auto te hebben.
Eigenlijk wilde ik in Saint-Léonard weer eens op een camping gaan staan, maar omdat de lucht er dreigend uitzag, meldde ik me bij het Office de Tourisme om te vragen of er een refuge was. Die was er, en het meisje ging druk aan het bellen om de code van het cijferslot aan de deur te achterhalen. Aangekomen in de refuge trof ik daar de 2 Duitsers van wie ik vanmorgen afscheid had genomen.
De refuge is gewoon een heel appartement, met een complete keuken inclusief wasmachine en -droger, en zelfs een ligbad en een tv. Er zijn verschillende slaapkamers, dus de kans is klein dat ik morgen weer wakker word van de anderen.
Saint-Léonard-de-Noblat noemt zich Cité du Massepain, en dus vraag ik me direct af hoe marsepein van Sint Léonard bij Sint Nicolaas terecht gekomen is.
-
-
En wat zie jij als je om je heen kijkt?
-
-
…al op de taaafel gezet…
-
-
Prachtig.
-
-
Prag-tug.
-
-
-
-
-
-
-
-
En hoe zag jouw lunchpauze eruit?
-
Eindpunt (overnachting)Naam | Refuge pèlerin | Plaats | Saint-Léonard-de-Noblat | Prijs per nacht | €10,00 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Nee. | Eten | Verschillende restaurants en een grote supermarkt op loopafstand. |
…
Om een uur of vijf komt er een knappe jonge vrouw binnen. Ze is moe en koud. Als ze van binnen een beetje is opgewarmd van de koffie die ik voor haar zet, wil ze niets liever dan even bij me op schoot en in mijn armen kruipen om ook de buitenkant te warmen. Uiteindelijk staat ze op om te gaan douchen. Net voor ze de badkamer instapt, draait ze zich om en vraagt met een knipoog of ik zo haar rug even kom inzepen…
Dus daar wacht ik dan maar op. Het is nu 10:23, dus ze heeft nog even.
Of misschien
Om een uur of vijf komt er een jonge vrouw binnengestrompeld. Haar rugzak hangt op halfzeven en ze heeft een verwarde blik in haar ogen. Ze was samen met een vriendin aan het wandelen, vertelt ze, maar die was gestruikeld in het bos en had haar enkel verstuikt, dus die heeft ze uit haar lijden moeten verlossen. Ze legt een bebloed mes op tafel…
Of
Om een uur of vijf wordt er op de luiken geklopt. Als ik het raam open doe, zie ik een klein meisje staan, met een rood mutsje. Ze was onderweg naar grootmoeder, vertelt ze, om koekjes te brengen, maar ze had gehoord dat ik geen boodschappen kon doen. Of ik er misschien ook een paar wilde…?
Of
Om een uur of vijf gaat het brandalarm. Ik probeer snel zoveel mogelijk van mijn spullen bij elkaar te graaien en ren naar buiten. Tegen de tijd dat de brandweer arriveert, is de gîte tot op de grond afgebrand, samen met driekwart van mijn bagage…
Of
Om een uur of vijf komen er 4 uitgelaten, hijgende jonge Belgen binnen. Ze zijn op de fiets onderweg naar Santiago, en hebben van de laatste 20 kilometer hiernaartoe een wedstrijd gemaakt. Boodschappen hebben ze onderweg gedaan, en als ze allemaal een snelle douche hebben genomen, posteert een van hen zich aan het fornuis, terwijl een andere de eerste opentrekt van wat een eindeloze hoeveelheid flessen wijn lijkt. Ze vinden het niet meer dan normaal dat ik ook aanschuif, en als we uiteindelijk ver na twaalven ons bed opzoeken, zijn we allemaal behoorlijk dronken, maar ook zeer voldaan.
Het is ongelooflijk wat er allemaal rond een uur of vijf kan gebeuren, maar waarschijnlijk wordt het iets als
Tegen de tijd dat het vijf uur is, verveel ik me kapot, en vraag ik me af waarom ik hier eigenlijk een nacht extra wilde blijven. Om een uur of half zeven besluit ik maar naar bed te gaan om te zien of ik al kan slapen. Uiteindelijk, na veel woelen en draaien, val ik in slaap, om ’s morgens om half vijf al wakker te worden. Als ik even naar de wc geweest ben, kan ik niet meer in slaap komen, en uiteindelijk stap ik om kwart voor zeven met mijn rugzak om naar buiten en draai de deur achter me op slot.
Tja, het leven van een pelgrim kan heel spannend zijn. Maar meestal is het dat niet…
UPDATE ’s middags
Om een uur of 12 kwamen er 2 Duitsers binnen, een stel van rond de 60. Ze waren nogal verbaasd dat ze iemand in de gîte aantroffen, want ze hadden sinds hun vertrek uit Duitsland pas 4 andere pelgrims ontmoet. Na een korte kennismaking gingen zij hun gang, en ik de mijne. Om een uur of 3 komt er nog een Belg bij die op de fiets op de terugweg is vanuit Santiago.
Het leven van een pelgrim is niet altijd heel spannend…
’s Avonds nog wel heel leuk een uurtje zitten roddelen over de Fransen.
Bénévent-l’Abbaye Marsac Arrènes Saint-Goussaud Châtelus-le-Marcheix
Vandaag word ik niet best wakker. De warmte van gisteren is duidelijk een te grote aanslag op mijn lichaam geweest: alles doet pijn, en ik heb geen energie. Mijn benen voelen als blubber, voor mij inmiddels een duidelijk teken van vochttekort. Ik heb vannacht een liter water gedronken, maar toch hoef ik niet naar de wc, dat zegt ook wel wat. Om de pret nog wat te vergroten, vertrek ik met de waarschuwing dat ik vandaag regen krijg, en dat het vanavond en vannacht waarschijnlijk gaat onweren.
Inderdaad begint het na een half uurtje te regenen, en als ik 10 minuten later in het bos met mijn ene voet tot mijn enkel in een modderpoel glijd, daarbij mijn rug in een pijnlijke knoop draai, en om mijn val te breken mijn hand in een doornstruik zet, kan ik in ieder geval tegen mezelf zeggen dat het vandaag niet veel slechter kan worden. En inderdaad is aan de andere kant van het bos de lucht alweer grotendeels blauw, en loopt de weg heerlijk ontspannen naar beneden.
Zo blijft het heel de ochtend: beetje stijgen, beetje dalen, beetje zon, beetje bewolkt; regenen doet het niet meer, en het stijgen blijft me moeite kosten.
Dan volgt er aan het begin van de middag een lange klim. Het is niet zo zeer de stijlheid als wel de duur die me bijna de das omdoet; na bijna een uur constant omhoog bereik ik meer kruipend dan lopend het tot nu toe hoogste punt van mijn tocht: 725 meter, Saint-Goussaud. Hier moet ik even een half uur gaan zitten om op adem te komen, water te drinken en mijn shirt te laten drogen. Een lokale golden retriever komt naar me toe sloffen en legt haar kop op mijn schoot; ik ga er van uit dat ze hier wel vaker uitgeputte pelgrims ziet zitten.
Yves had me aangeraden naar Châtelus-le-Marcheix te lopen; dat was maar 18 kilometer, en er was een prima gîte municipal. Vanaf Saint-Goussaud is dat nog zo’n 5 en een halve kilometer, maar gelukkig gaat het vrijwel de hele weg naar beneden. Vlak voor Châtelus zie ik nog een bordje ‘Camping’, maar gezien het aangekondigde onweer besluit ik toch door te lopen naar de gîte.
Als ik aankom bij de gîte, komt daar ook net een Frans stel aanfietsen met 2 kinderen. Als ze mij aan zien komen, hebben ze direct geen zin meer in de gîte. Madame heeft zelfs zo de pest in over mijn brutaalheid dat er geen ‘bonjour’ af kan; als monsieur merkt dat madame boos is, kijkt monsieur me ook niet meer aan. En zo heb ik weer een gîte voor mezelf.
Yves had me al uitgelegd dat de gîte tegenover het postkantoor was, en dat de sleutel in de brievenbus lag; als de deur op slot was, kon ik de sleutel pakken en me installeren. Voor de zekerheid heb ik me nog even gemeld bij het Office-de-Tourisme-slash-Bibliotheque. De dame daar verzekerde me dat de beheerster van de gîte altijd om 18:00 uur even een kijkje kwam nemen. Ik ben blij dat ik daar niet op heb gewacht, want als ik dit tik (23:11), heb ik nog steeds niemand gezien.
Als ik net een uurtje binnen ben, begint het te druppelen en te rommelen. Tegen de tijd dat het eet- en muziekfeest op het plein hier vlakbij begint, gaat het echt regenen, en de band van de avond is zo slecht dat ze de zondvloed over het dorp lijken af te roepen, stortregen en vrijwel onophoudelijk onweer. Maar wat maakt het uit? Het hele publiek (een man of 30) lijkt een geweldige avond te hebben, en ik zit binnen.
Omdat het morgen zondag is, en omdat het onweer best nog een dag door zou kunnen gaan (de band is er slecht genoeg voor), wil ik hier 2 nachten blijven. Maar omdat ik nog niemand gezien heb, weet ik niet of dat wel kan: voor hetzelfde geld zijn alle 6 de bedden morgen gereserveerd.
-
-
La gare de Marsac. Maar er komt maar 1 spoorlijn langs, dus eigenlijk is het een halve gare.
-
-
Deze moet je niet hebben.
-
-
Wel mooi.
-
-
Maar ook zwaar.
Eindpunt (overnachting)Naam | Gîte d'etape | Plaats | Châtelus-le-Marcheix | Prijs per nacht | €10,00 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Nee. | Eten | Kookgelegenheid aanwezig; 1 klein winkeltje met een mini-assortiment in het dorp. |
Je denkt dat ik overdrijf? Ik ben even buiten gaan staan voor je; oordeel zelf, klik op het pijltje:
La Souterraine Saint-Priest-la-Feuille Chamborand Bénévent-l’Abbaye
Het is vandaag weer warm. Als ik vertrek, meld de buitenthermometer bij de supermarkt dat het 31 graden is; ik weiger dat te geloven. Om half elf is het al zo warm dat op sommige plaatsen het asfalt weer vloeibaar wordt. De wandeling is lang en heet, en ik probeer om niet vaker dan elk half uur een pauze te nemen; soms lukt dat. Omdat Claudine gezegd heeft dat er in Bénévent een fijne refuge is, heb ik me daarop gericht, een wandeling van zo’n 21 kilometer. Als iemand me een lift aangeboden zou hebben voor de laatste 5 kilometer, zou ik die vandaag met alle plezier aangenomen hebben. Maar dat gebeurt niet, en dus sleep ik me aan het einde van de middag op pure wilskracht Bénévent binnen. De thermometer bij de refuge roept trots dat het ruim 37 graden is; ik ben dus inderdaad een idioot: geen verstandig mens hangt met dit weer een rugzak om.
De refuge wordt gerund door Yves, en ik krijg sterk het idee dat Yves er niet zo’n zin meer in heeft. Niet alleen staat het huis te koop, ook wijst hij me niet op het gastenboek, vraagt hij niet of hij een foto van me mag maken (terwijl de muur volhangt met foto’s van pelgrims uit het verleden), en als ik vraag naar wifi, komt hij niet veel verder dan de mededeling dat dat meestal niet werkt, maar dat ik het misschien bij het Office de Tourisme kan proberen. Ik hoop voor Yves dat hij zijn huis en zijn winkel met camino-prullaria snel verkoopt, zodat hij van zijn rust kan gaan genieten.
In het gastenboek zie ik dat Siets hier een paar dagen geleden ook was; ze heeft dus al een aardige voorsprong genomen. Ik lees dat zij in haar beoordeling ook niet veel verder kwam dan ‘Siets was here‘.
-
-
Bushokjes hebben vaak een bankje.
-
-
Zo te zien stopte op de plaats van dit bushokje een paar honderd jaar geleden de postkoets ook al.
-
-
Gelukswens op een steen gekrast.
-
-
“Misschien moeten we eens iets aan de tuin doen.” “Jaja, volgend voorjaar…”
Eindpunt (overnachting)Naam | Adosdanes ('à dos d'ânes': op de rug van de ezel) | Plaats | Bénévent-l'Abbaye | Prijs per nacht | €15,00 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Nee. | Eten | Een pizzeria op de hoek, een supermarkt op 10 minuten lopen. |
Crozant La Chapelle-Baloue Saint-Germain-Beaupré Saint-Agnant-de-Versillat La Souterraine
Volgens mij is het vandaag een graad of 65. In de schaduw.
De wandeling begint weer prachtig door het bos, en daarna gaat het wel over asfalt, maar nog steeds heerlijk landelijk. Met een pauze elk half uur, in plaats van elk uur, is het prima uit te houden. Op het warmst van de dag, een uur of 1, ben ik net in Saint-Germain-Beaupré, dus daar besluit ik een uurtje onder de luifel van een restaurantje te gaan zitten tot het ergste voorbij is, en mijn T-shirt (min of meer) opgedroogd. Het koude biertje dat ik bij mijn broodje neem, pleurt er heerlijk in, om het maar eens plat te zeggen. Als ik vervolgens bij het verlaten van het dorp ergens aanbel voor wat water, en mijn fles terugkrijg met niet alleen water, maar ook een hand ijsblokjes, ben ik weer helemaal klaar voor de middag.
Eigenlijk wil ik het in Saint-Agnant voor gezien houden, en me daar melden bij de plaatselijke refuge, Maar die hebben ze daar niet. En dus bellen de dames van de mairie voor me naar La Souterraine, om daar een plaatsje voor me te reserveren in een gîte. Ik moet dan nog een kilometer of 6 door de warmte, maar ik mag aankomen zo laat als ik wil.
Als ik aankom en wil gaan douchen, ontdek ik dat ik mijn handdoek in Crozant ben vergeten. Da’s knap onhandig. Ik had dan wel niet het idee dat het ding tot Santiago mee zou gaan — op sommige plaatsen kon je er al doorheen kijken, en het ding rook meer naar mij dan ikzelf — maar je handdoek moet je toch niet wegdoen voordat je een nieuwe hebt; bovendien kan ik nu niet de tijd nemen om kieskeurig op zoek te gaan naar een nieuwe lichtgewicht.
Gelukkig kan ik een handdoek lenen bij de gîte, maar op het moment dat ik wil gaan douchen, begeeft de ketel het; blijkbaar is het niet mijn dag om te douchen. Na een minuut of 20 gepriegel van de aanwezige zoon of schoonzoon komt het sein ‘Ketel meester’, en kan ik alsnog het vergoten zweet afspoelen en mijn kleren wassen.
Deze gîte wordt trouwens gerund door Claudine, die speciaal vanuit de Champagne-streek verhuisd is naar hier, omdat hier behoeft was aan een gîte voor pelgrims. Eigenlijk wilde ze een opvang voor gehandicapte kinderen (toen ik in de lach schoot, zag ze er zelf ook de humor van in), maar nadat ze zelf van Le-Puy naar Santiago had gelopen, en omdat ze de diploma’s niet heeft om met gehandicapte kinderen te werken, heeft ze besloten zich op een gîte voor pelgrims te werpen.
De Duitser die ik gisteren in Crozant ontmoette, is hier ook weer; hij heeft gereserveerd, we zijn met 2 pelgrims op 10 bedden. Hij heeft zich bovendien aangemeld voor het diner; ik ben wat gaan halen bij de supermarkt, om geld te besparen. De man blijkt hooguit een woord of 3 Frans te spreken. De familie is blij dat ik met mijn quiche lorraine ook bij hen aan tafel aanschuif, zodat ze toch in ieder geval met 1 gast kunnen praten; de Duitser komt niet verder dan een beetje voor zich uitstaren, terwijl ik grapjes maak met de familie, en luister naar de verhalen van de kinderen. Ik bedenk me dat het tijd is om van de week de cursus Spaans weer tevoorschijn te halen, anders zit ik er binnenkort ook zo bij.
-
-
Ja, ’t is hier wel mooi.
-
-
Zitje voor pelgrims; in dat kastje links, met die schelp, een gastenboek en een pen.
-
-
Ik ben hier in het territorium van de mini-dino’s.
-
-
Prachtig.
Eindpunt (overnachting)Naam | Le coucher du soleil | Plaats | La Souterraine | Prijs per nacht | €12,00 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Nee. | Eten | Tegen meerprijs te verkrijgen; kookgelegenheid aanwezig; verschillende supermarkten op loopafstand; verschillende restaurants op iets grotere loopafstand. |
|
Privacy De applicatie die wordt gebruikt voor het verzamelen van statistieken over het bezoek op deze website, anonimiseert de verzamelde informatie door de laatste byte van het IP-adres te verwijderen. Ook respecteert deze applicatie de Do Not Track instelling van je browser.
Helaas zijn de ontwikkelaars van WordPress en de WordPress plug-ins minder respectvol. Je privacy kan daarom helaas niet gegarandeerd worden op deze website.
|
Recente reacties