In 2014 liep ik van Wateringen in Nederland (in het Westland) naar Fisterra in Spanje (ten westen van Santiago de Compostela).
Daarna besloot ik om niet terug te keren naar Nederland, maar verder te zwerven.
Sinds begin 2022 heb ik, na bijna 8 jaar zwerven in Noord-Spanje en heel Frankrijk, een huisje in de Loire-Atlantique in Frankrijk.
Ik volg momenteel een opleiding waarmee ik straks aan de slag kan in de hulpverlening.
|
Ik werk nu bijna een maand als hospitalero; tijd voor een kleine evaluatie.
Hoe bevalt het? Nou, als ik heel eerlijk ben: niet geweldig.
Het werken voor de pelgrims bevalt me prima, daar gaat het niet om. Van het ontbijt geniet ik dan ook met volle teugen; dat is de tijd dat ik de albergue en de pelgrims voor mezelf heb. Het ontbijt kan ik dan ook helemaal naar mijn hand zetten (muziek bijvoorbeeld), en ik merk dat dat erg gewaardeerd wordt.
Maar er gaat hier ook behoorlijk veel niet zoals ik het graag zie, en ik heb niet genoeg te zeggen om daar iets aan te veranderen. En het hoeft van mij ook niet per se op mijn manier, maar toevallig weet ik wel heel goed wat pelgrims wel en niet willen. Zo weet ik bijvoorbeeld dat pelgrims er helemaal geen behoefte aan hebben dat de tv aanstaat van halverwege de middag tot laat op de avond, en zeker niet als het volume dan ook nog eens dusdanig is dat een gesprek eigenlijk niet meer mogelijk is. En zo zijn er nog wel een paar dingen die anders zouden gaan als ik de beslissingen zou nemen, maar laat ik het fatsoen hebben niet teveel uit te weiden.
Ook vervelend is trouwens dat Luis tot op de dag van vandaag weigert mijn naam te noemen, en ik voor hem ‘hé’ blijf. Ik heb geen idee wat ik gedaan kan hebben om dat te verdienen; misschien is het genoeg dat ik hem er, puur door mijn aanwezigheid, aan herinner dat hij het zelf allemaal niet meer kan.
Voordeel is wel dat ik een steeds beter beeld krijg van hoe mijn albergue er straks uit moet zien. Want dat die er komt, weet ik met de dag meer zeker. Ik roep al heel lang dat ik graag een B&B zou willen hebben; erg veel verschil tussen een B&B en een albergue voor pelgrims is er niet, en een albergue sluit wel erg goed aan op mijn eigen leven.
Maar goed, voorlopig moet ik wel eten. En intussen heb ik een profiel aangemaakt op HelpX, en heb ik een mail gestuurd aan een albergue in Frankrijk waarvan ik gehoord heb dat-ie te huur is.
En van tegenspoed leer je meer dan van voorspoed.
Vanmiddag om een uur of 3 kwam Anita binnenlopen, een Duitse pelgrima (is dat een woord?) van halverwege de 50. Ze was nat en koud, maar gaf zelf ook aan dat ze bedwants bij zich had; ze had verschillende beten. Bedwants is de grote schrik van albergues (en alle andere plaatsen waar mensen slapen): een besmetting betekent meerdere dagen dicht om te ontsmetten. Mijn eerste reactie was: alle kleren en de slaapzak in de wasmachine op hoge temperatuur en daarna in de droger (bedwants kan niet tegen temperaturen boven 50 graden), de rugzak in een plastic zak met verdelgingsmiddel, en Anita onder de douche; Anita zelf gaf overigens ongeveer hetzelfde aan. Maar omdat ik hier nog niet eerder mee te maken gehad had, en er niemand anders aanwezig was, besloot ik eerst Sofia te bellen, om te vragen of ik niets over het hoofd zag.
Sofia’s eerste reactie was ‘Stuur haar maar door naar de volgende herberg.’. Dat ging mij te ver, en gelukkig hoorde ik aan de andere kant van de lijn ook Marilo tegenstribbelen. Blijkbaar hadden Marilo en ik samen een punt, want Sofia vroeg me Anita’s rugzak in een plastic zak met verdelgingsmiddel te doen, en Anita zelf te laten wachten tot Sofia over een uurtje in de herberg zou zijn. Dat uurtje bleek een Spaans uurtje te zijn: na anderhalf uur belde Sofia dat ze er met een half uurtje zou zijn.
Wat mij betreft had doorweekte Anita toen wel lang genoeg gewacht — een beker thee helpt maar tot op zekere hoogte als je een dag in de regen hebt gelopen —, en dus maakte het me niet meer zoveel uit wat Sofia er van zou vinden. Ik zocht in de zak met door pelgrims vergeten kleding wat kleren die Anita ongeveer zouden passen, en gaf Anita opdracht om naar de badkamer te gaan, haar kleren in een plastic zak op de gang te zetten, en een warme douche te nemen; als ik de zak met kleren in de gang zou vinden, zou ik die ‘in quarantaine’ nemen. Anita gehoorzaamde dankbaar.
Toen Sofia uiteindelijk arriveerde, nam ze het me niet kwalijk dat ik Anita alvast had laten douchen, en was ze blij verrast dat ik zo pragmatisch was geweest om Anita kleren te geven uit de zak met door pelgrims vergeten kleding; daar was ze zelf nooit op gekomen. Bovendien had ze bedacht dat we Anita’s kleding en slaapzak op 60 graden konden wassen, en daarna in de droger konden doen, dat moest afdoende zijn tegen bedwants.
Ik denk dat ik de volgende keer maar niet meer bel, en dat de volgende pelgrim met bedwants een uur of 2 sneller onder de douche staat…
Anita was me zo dankbaar voor mijn reactie, dat ze me mee uit eten nam. Onder het eten heeft ze op me in zitten praten om me te overtuigen dat ik een eigen albergue moet beginnen; ze vindt me een natuurtalent. Mijn argument dat dat wellicht wat moeilijk zal zijn zonder geld, wuifde ze zonder genade weg; ze heeft namelijk sinds 3 jaar zelf een albergue in Frankrijk, langs de route van Le-Puy naar Saint-Jean, en die is ze gestart vanuit een geen-geld-situatie. Ze had niet alleen tips over het bij elkaar krijgen van geld, maar wist zelfs een albergue te huur.
Ik denk zomaar dat ik met Anita nog weleens contact zal hebben. Met dank aan de bedwants, de schrik van alle hospitaleros…
Vriendelijk verzoek van een hospitalero: laat het weten als je denkt dat je bedwants bij je hebt. Niet alleen help je daarmee de verspreiding te voorkomen/stoppen, het is voor jou ook de enige manier om er van af te komen.
De zee was lekker wild vandaag.
Sorry voor die achtbaan-achtige zwaai aan het einde van de video; ik moest de camera even heel snel uit de baan van die golf halen.
Inmiddels onweert het hier als een dolle.
Vandaag 7 pelgrims ontvangen. Ze lopen niet allemaal samen, maar ze kennen elkaar wel allemaal uit vorige albergues. Met elkaar spreken ze Spaans, dus dat ging mij al gauw te snel. En dus haalde ik mijn standaard-zinnetje tevoorschijn: ‘No si rapido por favor; hablo pocito español.‘ (ik weet niet of het helemaal correct Spaans is, maar misschien is het ook beter van niet). Waarop één van hen vroeg ‘¿Cual nacionalidad?‘. Ik antwoordde, naar waarheid, ‘Holandès.‘, waarop hij zei ‘Dan hebt ge vrienden in België.‘.
Ik heb van 25 op 26 mei geslapen bij Jean en Jeanne in Braine-le-Château. Na mijn reis heb ik hen een kopie van mijn laatste nieuwsbrief gestuurd, omdat ik me bij hen erg op mijn gemak had gevoeld. De Belg die ik vandaag in de albergue heb, is een vriend van Jean en Jeanne; ze hadden hem verteld dat ze een hospitalero kennen in San Vicente de la Barquera.
En zo stuurde Vincent vanavond een foto van mij naar Jean en Jeanne, waarop Jean en Jeanne mij een mail stuurden met de groeten aan Vincent. En zo was de cirkel rond.
Het is nu 20:18, en er zijn nog geen pelgrims binnen.
Pelgrims die gepland hadden tot San Vicente te lopen, hadden nu al binnen moeten zijn.
De albergue in Comillas is gesloten voor desinfectie; dat betekent normaal gesproken bedwants, maar het kunnen ook vlooien zijn. Comillas ligt zo’n 12 kilometer voor San Vicente de la Barquera, oftewel een uur of 3 lopen. Ik houd de deur tot 21:00 open; ik ga er van uit dat wie na 18:00 in Comillas voor een dichte deur staat en besluit verder te lopen, eerst even belt, om zeker te weten dat El Galeón wel open is.
Voor de zekerheid heb ik een flesje rum in huis gehaald. Het ziet ernaar uit dat ik morgen kan uitslapen.
Update, even na 21:00:
Proost!
Update, zaterdag, begin van de middag:
Voor het eerst in een half jaar heb ik weer een echte zaterdagochtend gehad: uitslapen, veel koffie, en gebakken eieren. Maar nu begin ik me te vervelen, dus laat de pelgrims maar weer komen.
Vandaag was ik jarig. Of eigenlijk ben ik dat nog steeds, want er is nog een uur over in vandaag.
Ik doe al jaren niet echt meer iets aan mijn verjaardag, maar vandaag was het beter weer dan ik ooit gehad heb op deze dag (een graad of 27), en daarom vond ik dat ik daar iets mee moest doen. En dus — eens een pelgrim, altijd een pelgrim — gaf ik mezelf een wandeling kado.
Elke ochtend bij het ontbijt vertel ik de pelgrims, in 1, 2, 3, 4 of 5 talen, dat er 2 manieren zijn om San Vicente te verlaten: de ‘officiële’ route en een alternatieve route, die een kilometer of 5 korter is (bijna 18 km vs. ongeveer 12 km naar Unquera, waar de 2 routes weer samenkomen). Ik adviseer de pelgrims dan altijd om de kortere route te nemen, omdat ik gehoord heb dat de ‘officiële’ route ook niet geweldig mooi is, en bovendien vrijwel de hele weg over asfalt gaat, net als de kortere route.
Toen ik hier als pelgrim was, hoorde ik dat verhaal ook, en koos ik voor de kortere route. Vandaag besloot ik de ‘officiële’ route naar Unquera te lopen, daar een pelgrimsmenu te eten, en dan de alternatieve route in omgekeerde richting terug te lopen.
De kortere route gaat langs een autoweg, de N-634, en is mega-saai. De ‘officiële’ route blijkt, hoewel niet geweldig mooi, absoluut meer acceptabel te zijn: je hebt wat natuur om je heen, je doorkruist wat dorpjes, en waar geen dorpjes zijn, zie je hier en daar wel een boerderij. Mijn advies bij het ontbijt zal ik dus moeten aanpassen: wie 25 kilometer naar de volgende albergue aankan, doet zichzelf zeker een plezier als hij de autoweg vermijdt.
Onderweg ontmoette ik nog 1 van ‘mijn’ pelgrims van afgelopen nacht; hij was eerst nog even naar het strand gegaan in San Vicente, omdat hij in de komende dagen geen zee meer zal zien, en liep dus laat. Omdat hij het aanbood, heb ik me ongegeneerd tegoed gedaan aan zijn chocola.
Aangekomen in Unquera, op het punt waar de 2 routes samenkomen, was het eerste dat ik zag de grote supermarkt waar ik als pelgrim mijn lunch gekocht had. En dus nam de pelgrim in mij het weer over, verwees ik het idee van een pelgrimsmenu naar de prullenbak, en kocht ik een salade en een fles drinkyoghurt, om vervolgens een picknicktafel in een parkje te zoeken om te lunchen.
Zittende aan die picknicktafel werd ik aangesproken door 2 Italiaanse pelgrims die de alternatieve route gevolgd hadden, met de vraag of ik wist waar ze de ‘officiële’ route weer konden vinden. Pelgrims herkennen pelgrims…
Zoals gezegd was de terugweg saai, maar ik ben toch blij dat ik niet de bus genomen heb. Ik heb nu gezien dat ik 30 kilometer nog steeds fluitend doe (hoewel ik wel blij was dat ik mijn knieband in mijn zak had gestoken). Maar ik moet natuurlijk wel toegeven dat ik vandaag zonder rugzak gelopen heb (wat een luxe…).
Terug in San Vicente besloot ik mezelf alsnog te trakteren op een pelgrimsmenu, maar dan bij het restaurant waarover ik verschillende pelgrims al positief gehoord had (en dat toevallig ook nog eens het restaurant is dat het dichtst bij de albergue is). En ze hadden gelijk: ik heb prima gegeten, ben niet bescheiden geweest met de fles wijn die erbij hoorde (op), en heb erg genoten van het glaasje orujo de hierbas dat er niet bij hoorde, maar waar ik toch erg veel trek in had. Nog een goed advies voor mijn pelgrims, dus.
Bij terugkomst in de albergue hebben Sofia, Marilo en de 2 pelgrims van vannacht nog voor me gezongen; eerst ‘Happy birthday’, omdat ik dat kon verstaan, en toen nog een Spaans liedje, waarbij ze 44 keer aan mijn oren moesten trekken; het zal wel iets met cultuur te maken hebben, dus je laat het gebeuren…
Al met al een beste verjaardag.
-
-
De Camino de Liébana…
-
-
…de Camino de Santiago…
-
-
…en de Camino de Santo Toribio gaan hier een heel stuk samen op.
-
-
Mijn voeten kijken wel een beetje geschrokken…
Un grand merci pour ton acceuil chaleureux et souriant ….. et en français.
Bernard
Veel dank voor je warme ontvangst met een glimlach ….. en in het Frans.
Bernard
Ook hier weer niet mijn naam, maar ook Bernard heeft geen andere hospitalero gezien.
Danke für die liebe Gastfreundschaft! Gutes Frühstück!
Viel glück!
Martina, Leonie, Claudia
Bedankt voor de lieve gastvrijheid! Goed ontbijt!
Veel geluk!
Martina, Leonie, Claudia
Goed, mijn naam wordt dan wel niet genoemd, maar ik was de enige hospitalero, dus dit moet voor mij zijn.
Ik begin langzaam te wennen aan mijn nieuwe plek en werk. Het ritme is raar: van 6 tot een uur of 11 ontbijt en schoonmaken, dan een paar uur niks, en tot slot een paar uur nieuwe pelgrims opvangen. Maar over het algemeen vind ik het leuk om te doen: ik ben lekker bezig, en ik heb het idee dat de meeste pelgrims waarderen wat ik doe.
Luis heeft me van de week meegenomen naar de bibliotheek om daar te melden dat ik op zijn kosten boeken mag lenen. Ik denk dat dat zijn manier is om te zeggen dat-ie waardeert wat ik doe; hij is communicatief niet zo heel sterk.
Ik ben nu dus bezig in een Spaans kinderboek, om de taal onder de knie te krijgen. Ik vorder maar langzaam, want ik heb bij vrijwel elke zin minstens 1 keer mijn woordenboek nodig (ik weet nu in ieder geval waarom ik mijn Spaanse woordenboek 3.000 kilometer heb meegesleept).
Van de week hebben we het vrijwilligerscontract getekend, wat betekent dat ik nog even mag blijven. Hoe lang dat gaat duren, weet ik nog niet; dit vanwege de afnemende drukte door de winter. Ik krijg het in ieder geval bijtijds te horen als ik niet meer nodig ben, zodat ik wat anders kan zoeken. Voor dat ‘wat anders zoeken’ ben ik al door 2 langskomende pelgrims gewezen op de site HelpX, waar je klussen kunt vinden zoals de klus die ik nu heb: werken in ruil voor onderdak en eten.
En omdat ik langer kan blijven, heb ik vandaag het formulier ingevuld om een NIE aan te vragen (Número de Identidad de Extranjero; een Spaans fiscaal nummer voor in Spanje wonende buitenlanders). Met dit formulier moet ik dan van de week een keer heel vroeg naar Santander om daar bij het politiebureau in een lange rij te gaan staan, in de hoop dat ik een pasje krijg waarmee ik me kan identificeren als ik een bankrekening wil openen, als ik aangehouden word, of als ik een huis wil kopen of huren. Zo’n NIE is verplicht als je langer dan 3 maanden in Spanje verblijft — ik ben op 24 augustus Spanje binnen gelopen.
Ik heb inmiddels 138 pelgrims zien passeren in de albergue. De groep van vannacht bestaat uit 2 Italiaanse wandelaars en 1 Spaanse fietser. De Italianen kwamen vanmiddag vroeg aan, gingen toen op bed liggen, kwamen er even uit om te gaan eten, en gingen weer naar bed; ik denk dat ze morgen erg vroeg op pad zijn. De lastigste groep had ik gisternacht; slechts 7 mannen (niet samen onderweg), maar het voelde alsof ik 30 man over de vloer had gehad: er moest gediscussieerd worden over de sluitingstijden (nadat ik ze al een half uur extra gegeven had), er waren 2 extreem zware snurkers, 1 man was de snurkers op een gegeven moment zo zat dat hij middenin de nacht met veel herrie op zoek ging naar een andere plek om te slapen, een uur later wilde een ander naar de wc maar belandde in mijn kamer, en ’s morgens om 5 uur begon er een met veel kabaal zijn rugzak in te pakken omdat hij zich vergist had met de wintertijd en dacht dat het 7 uur was. Uiteindelijk hebben 6 van de 7 me bij vertrek heel vriendelijk bedankt voor alle goeie zorgen, maar ik was toch blij dat ze weg waren. ’s Middags moest ik echt even op bed gaan liggen om slaap in te halen.
En zo is iedere dag weer anders. Vanmorgen ging iedereen Take Five van Dave Brubeck neuriënd de deur uit. En vanavond lag iedereen om half 9 op bed.
|
Privacy De applicatie die wordt gebruikt voor het verzamelen van statistieken over het bezoek op deze website, anonimiseert de verzamelde informatie door de laatste byte van het IP-adres te verwijderen. Ook respecteert deze applicatie de Do Not Track instelling van je browser.
Helaas zijn de ontwikkelaars van WordPress en de WordPress plug-ins minder respectvol. Je privacy kan daarom helaas niet gegarandeerd worden op deze website.
|
Recente reacties