In 2014 liep ik van Wateringen in Nederland (in het Westland) naar Fisterra in Spanje (ten westen van Santiago de Compostela).
Daarna besloot ik om niet terug te keren naar Nederland, maar verder te zwerven.
Sinds begin 2022 heb ik, na bijna 8 jaar zwerven in Noord-Spanje en heel Frankrijk, een huisje in de Loire-Atlantique in Frankrijk.
Ik volg momenteel een opleiding waarmee ik straks aan de slag kan in de hulpverlening.
|
Wie niet elke dag Frans spreekt, moest die titel waarschijnlijk 3 keer lezen voor-ie begreep dat dat Frans is, en geen Nederlands…
‘Terug in Frankrijk‘, betekent het.
En dat ben ik: terug in Frankrijk. Land van lekker eten. Van mooie vrouwen. Van buren die elkaar niet constant in de gaten houden. Van enorme supermarkten. Van trots. Van het recht te zijn wie je wilt zijn. Van groen, in plaats van asfalt. Van historie.
Ik woon weer lekker in mijn caravannetje. Dat overigens nog maar op 1 plekje een beetje lekt, en dat is aan het voeteneinde van het bed, dus dat is niet zo heel erg; als ik niet teveel beweeg in mijn slaap, schop ik het afwasteiltje niet om.
Er staan op dit moment zo’n 20-25 caravans en campers op de camping, en dat zijn allemaal mensen die van elders komen — meestal uit een ander deel van Frankrijk — en hier in de buurt werken. Campings in Frankrijk, en dan vooral de eenvoudige goedkope, beginnen te begrijpen dat je als camping, zeker buiten het toeristenseizoen, het budget leuk kunt aanvullen met ‘travailleurs itinérants‘ (‘werknomaden‘, ‘hobo’s‘). De sfeer is uiteraard wel anders dan op een camping vol met toeristen, maar we zijn hier dan ook niet in de eerste plaats voor de sfeer; veel caravans zijn in het weekend verlaten, als hun bewoners een paar dagen bij hun familie doorbrengen.
Die camping is trouwens de camping municipal van Saint-Étienne-de-Montluc. Ik betaal 11€35 per dag, inclusief water en elektriciteit, dus wat dat betreft is de camping zeker een aanrader als je hier de omgeving eens wilt verkennen. Dan moet je alleen niet op zoek zijn naar zaken als een zwembad en wifi, want dat gaat natuurlijk niet voor die prijs. Maar je zit hier wel vlakbij Nantes, wat de moeite waard schijnt te zijn (ik heb nog geen tijd gehad om te gaan kijken), en bij de Atlantische kust; en ik heb gezien dat er hier ook een aantal wandelroutes zijn, waar ik je in de loop van dit jaar vast meer over zal kunnen vertellen. De prijs van de camping verandert niet in het hoogseizoen, en qua elektriciteit beschik je over 16A (dus op dit moment brandt de kachel gewoon dag en nacht).
Ter indicatie: de camping ligt op zo’n 850 kilometer van Vlaardingen en Schiedam, dus het is te doen om vanuit Nederland hierheen te rijden voor een barbecue en de volgende dag weer terug te gaan. Maar houd er dan wel rekening mee dat mijn caravannetje heel klein is, dus ik heb alleen een slaapplaats voor je als je heel knap bent.
Het werk is ook oké. Ik werk bij ENI in Saint-Herblain, een voorstad van Nantes, en vertaal daar cursussen, studieboeken en video’s van het Frans naar het Nederlands; de bedoeling is dat ik straks ook video’s ga inspreken. (Leuk detail voor mensen die me al wat langer kennen: ik ben nu bezig een cursus Windows 10 te vertalen…) Niet heel spannend werk, maar wel iets dat ik goed kan, en je weet maar nooit waar het nog toe gaat leiden. En ik verdien er mijn brood mee; ook niet geheel onbelangrijk.
Het is wel raar om weer op kantoor te zitten; iets dat ik me voorgenomen had niet meer te doen. Maar het is maar tijdelijk (ik heb getekend tot 31-12-2019), en het staat goed op mijn cv. En omdat het meer dan een half jaar is, heb ik hierna recht op een uitkering, wat me tijd geeft om iets anders te zoeken, dus dit is waarschijnlijk de laatste stap om me definitief te kunnen vestigen in Frankrijk. En dat is best een investering waard. En het is geen enorme investering, want het werk is oké, en de groep collega’s ook.
Dus… Nu ben je weer een beetje op de hoogte.
Al naar gelang de avonturen zich hier ontvouwen, zal ik ook weer verder gaan met het toevoegen van stukjes op mijn blog.
Tot dan!
… dan weet je dat je weer thuis bent.
Morgen de eerste werkdag. Vandaag nog 1 dag om het lekken van de caravan te stoppen.
Dit wordt een hele interessante lente…
Ik ben vanavond in Nantes aangekomen. Waar ik ontdekte dat de caravan lekt. En niet zomaar een klein beetje.
Hij lekt op alle vier de hoeken van het vouwdak. Niet heel verrassend natuurlijk, en waarschijnlijk de reden dat zulke caravans niet meer gemaakt worden. Maar het resultaat is wel dat er precies nergens genoeg plaats is om comfortabel te liggen.
En het regent hier flink, en dat blijft het heel de week doen. En waarschijnlijk niet alleen de komende week.
Ik hoop dat het gaat lukken om het met een bouwzeil op te lossen. En ik ben blij dat ik woensdag pas op mijn werk hoef te beginnen.
O, en de rest van de reis: voorspoedig. Een lange zit, ruim 800 kilometer, maar verder niets noemenswaardigs. Autootje blijft maar gaan, en 10 minuten voor sluitingstijd kwam ik op de camping aan.
Weer een lange stilte. Tja, wat kan ik zeggen…? Soms zitten er teveel andere dingen in mijn hoofd.
Die andere dingen was in dit geval Emmaus Nederland. Daar heb ik in de afgelopen maanden een soort stage gelopen, om te zien of ik bij één van de gemeenschappen terecht zou kunnen als leidinggevende; ik heb kortere of langere tijd verbleven bij respectievelijk Emmaus Parkwijk, Haarzuilens, Langeweg en Feniks.
Uiteindelijk heb ik besloten niet bij Emmaus te blijven, maar dat is een puur persoonlijke keuze, waarmee ik verder niemand wil beïnvloeden. Emmaus is een prachtig doel, en iedereen die op zoek is naar idealistisch werk raad ik aan nù contact op te nemen met Emmaus; vooral in Tegelen is men hard op zoek naar mensen met leidinggevende capaciteiten, er is veel te doen, en het is een prachtige omgeving; onderdak is al voor je geregeld. Mijn besluit was vooral gebaseerd op het feit dat ik Frankrijk miste, en dat ik nog een beetje aan mijn eigen toekomst wil werken, omdat ik, door mijn verblijf in het buitenland, gekort zal worden op mijn AOW; ik wil dus nog even wat reserves gaan opbouwen.
En terwijl ik zo aan het dubben was over wel of niet bij Emmaus blijven, kreeg ik een mailtje uit Frankrijk…
Begin november had ik gesolliciteerd op een baan als vertaler van software en IT-documentatie, van het Frans naar het Nederlands. Ik was er niet naar op zoek, en verwachtte ook niet echt aangenomen te worden, maar ik kwam de advertentie tegen toen ik op zoek was naar campings die Nederlands-sprekende medewerkers zochten. En onder het motto ‘Och, waarom niet?‘ reageerde ik; een sollicitatie via internet is snel verstuurd, en ik had in het verleden ook weleens wat software en documentatie vertaald van het Engels naar het Nederlands.
Ik hoorde niets en vergat het.
Totdat ik anderhalve week geleden een mailtje kreeg met de vraag of ik nog geïnteresseerd was. Ik was natuurlijk nog wel bezig Emmaus Nederland te verkennen, maar ik was wel nieuwsgierig hoever ik zou komen. En als ik ver genoeg zou komen, was het ook wel handig om iets achter de hand te hebben. Dus maakte ik de vertaaltest, en maakte ik ook een opname van mijn stem, waaruit men zou kunnen bepalen of ik niet een te zwaar accent had om video’s in te spreken.
Vanmorgen kreeg ik een telefoontje: of ik mijn gegevens op zou willen sturen om het contract in orde te maken, en of ik misschien komende week zou kunnen beginnen.
Ik werd zo blij van het idee terug te kunnen naar Frankrijk, dat ik direct de knoop heb doorgehakt, en vanmiddag heb ik Emmaus Nederland al laten weten dat ik elders geroepen word. Komende week beginnen zal waarschijnlijk niet lukken, maar ik ga in ieder geval zo snel mogelijk. Vanmiddag heb ik mijn caravannetje naar Limburg gehaald, zodat ik alvast wat voorbereidingen kan treffen, en vanavond heb ik een aantal mails rondgestuurd om te zien of ik een plekje in Frankrijk kan vinden om ‘m neer te zetten.
Tot aan de betaling van mijn eerste salaris zit ik wat krap bij kas voor een camping, dus als je toevallig iemand kent met een stukje grond in de buurt van Nantes, dan hoor ik het graag.
Maar hoe dan ook: uw favoriete zwerver gaat weer op pad; naar Bretagne dit keer!
Mijn bliksembezoek aan Vlaardingen en Schiedam zou nog een mooi staartje hebben, schreef ik van de week. Nou, wat dacht je hier bijvoorbeeld van…?
Het plan was om, onderweg van Avignon naar Vlaardingen, drie keer te overnachten: de eerste keer in Rodez bij Emmaüs, om de collega’s even gedag te zeggen en direct ook mijn caravan in de tuin te zetten bij Claude; de tweede keer bij Emmaüs in Bourges, waar collega ‘le petit Robert‘ heen gegaan was (ik was zelf ‘le grand Robert‘); en de derde keer in het noorden van Frankrijk, waar collega ‘le gros‘ bij een Emmaüs zou zitten. Maar in Rodez hoorde ik dat le petit Robert zich inmiddels bij Cyrille (‘le gros‘) bij Emmaüs Touraine had gevoegd. Waardoor 2 overnachtingen samengevoegd werden tot 1 overnachting.
Voor het geval je het nog niet doorhebt, trouwens: ik ben dit verhaaltje een beetje aan het rekken, om de spanning erin te houden…
En dus duurde mijn reis een dag korter dan gepland. Ik had natuurlijk een nachtje extra in Rodez kunnen blijven. Of in Touraine. Of Jeroen en Leoni bellen of ik een dagje eerder mocht aankomen.
Maar ik zag hierin een leuke kans om kennis te maken met Emmaus in Nederland (in Nederland is het zonder trema op de ‘u’). En dus zocht ik het adres op van Emmaus in Breda en reed ik daarheen, om te zien of er in Nederland, net als in Frankrijk, altijd een bed klaarstaat voor wie aanklopt.
Bij Emmaus in Breda trof ik de deur dicht en het licht uit. Maar op het moment dat ik de deur van de auto weer open deed om bij de kachel en de radio met mezelf de discussie te voeren of ik een goedkoop hotelletje zou zoeken of toch Jeroen en Lee zou bellen, kwam er een man uit het huis naast de Emmaus-winkel om het Emmaus-hek te open te doen en in de Emmaus-auto te stappen. (Eigenlijk weet ik niet of het een Emmaus-auto was, maar ik vond die zin zo grappig klinken.)
Uiteraard gooide ik mijn autodeur direct weer dicht, en schoot ik de man aan. De man vertelde me dat er hier sowieso geen bed klaar zou staan, maar dat ik dan bij Emmaus in Langeweg moest zijn. Maar dat ik dan wel moest wachten tot dinsdag, omdat de mensen in Langeweg nu van hun welverdiende weekend genoten.
Ja, m’n kont!
Ik had nu de naam Langeweg gehoord, en dus zocht ik het adres van Emmaus Langeweg op, en reed ik erheen; Langeweg ligt vlakbij Breda. In Langeweg trof ik de deur open, en dus ging ik naar binnen, waar ik uiteindelijk op de verdieping opgevangen werd door een bewoner. Deze bewoner wist niet zo heel goed wat hij moest met mijn vraag om een bed, en bood me dus een kop koffie en een koekje (zo Hollands) aan, en belde de coördinator, zoals de responsable in Nederland blijkbaar genoemd wordt.
In de keuken wachtend op deze coördinator las ik op het prikbord een memo van Emmaus Nederland, waarin stond dat er bij Emmaus in Nederland een tekort is aan managers. ( ← Mmmhh… Hier lijken we in de buurt te komen van de kern van dit verhaaltje, denk je ook niet…?)
De coördinator kwam, en verzekerde me dat hij me uiteraard niet op straat zou zetten. In het ergste geval kon ik op de bank in de woonkamer, maar bij nader onderzoek bleek de passantenkamer vrij. Omdat ik nog niet aan eten toegekomen was — om dit verhaaltje lekker kort te houden (…) heb ik niet verteld over mijn strubbelingen om in het zuiden van België te tanken — was er bovendien ook lasagne voor me.
Toen de formaliteiten afgerond waren, vroeg ik terloops naar de memo op het prikbord. Wat het begin was van een gesprek dat ermee eindigde dat ik Fred mijn visitekaartje gaf. En dat een vervolg kreeg toen hij me 2 dagen later mailde met de vraag in ieder geval alvast mijn CV en een motivatiebrief te sturen, en na te denken over een moment om weer naar Nederland te komen, want deze week kon hij helaas echt geen tijd vrijmaken om nader kennis te maken.
Het plan was eigenlijk om op zondag de terugreis naar Frankrijk te aanvaarden, maar ik besloot Fred te vragen of hij maandag misschien wel tijd zou hebben; als ik dan bijvoorbeeld van zondag op maandag weer bij Emmaus Langeweg zou kunnen slapen, zouden we maandag met elkaar kunnen praten. Maandag kon hij wel, maar dan alleen ‘s avonds; ik kon dan eventueel wel van maandag op dinsdag in Langeweg slapen. Ik vond de investering van een goedkope AirBnB voor de nacht van zondag op maandag gerechtvaardigd.
Maandagavond hebben Fred en ik een paar uur gesproken, en we hebben besloten dat ik bij een aantal Emmaus-vestigingen in Nederland een soort van stage ga lopen, steeds 2 weken tot een maand, en dat we dan samen besluiten bij welke van de 3 vestigingen die op zoek zijn naar een manager, ik ga beginnen.
Vandaag tussen de middag (ik ben nu weer in Rodez, waar ik vandaag als vrijwilliger heb geholpen met de ‘Grande Vente de Noël‘) had ik een mail van Fred: er zijn voorlopig al 4 Emmaus-vestigingen waar ik welkom ben.
En dus rijd ik deze week weer naar Nederland, waar ik in Langeweg de caravan stal, om dan eind deze week te beginnen bij Emmaus Parkwijk (Utrecht) tot ergens begin januari. Vervolgens ga ik dan ook nog naar Emmaus Haarzuilens (ook Utrecht) en Emmaus Tegelen, om uiteindelijk weer in Langeweg terecht te komen, waar ik ook nog zal meelopen. En wellicht volgen er nog meer.
De stage zal ik doen op dezelfde basis als ik tot nu toe gewend ben bij Emmaus: kost en inwoning, en zakgeld; maar uiteraard zal het werk wel verschillen. En als ik dan ‘voor het echie’ begin, zal ik gewoon salaris krijgen. Het salaris van de leidinggevenden in Nederland ligt overigens lang niet zo hoog als in Frankrijk, maar dat boeit me verrassend weinig: het is het werk waar het me om gaat.
Ik ben op een haar na volledig geïnstalleerd in Frankrijk. En dus pak ik mijn boeltje weer op om het in Nederland te gaan proberen.
En als het in Nederland onverhoopt niet lukt, moet ik in Frankrijk weer een heleboel zaken opnieuw in gang zetten.
Dus ik kan maar beter zorgen dat het in Nederland allemaal lukt. En als ik dan straks een salaris heb, ga ik op zoek naar een leuk bouwvalletje in Frankrijk dat ik gedurende de komende 15 jaar in de vakanties kan opknappen voor later.
Klinkt goed.
-
-
Visbank, Vlaardingen
-
-
Hoek van Holland
Ik heb weer even wat mensen gezien die ik al veel te lang niet gezien had. En ik heb mijn spullen weer allemaal zelf in opslag; of althans die die ik niet direct weggegooid heb.
En ik heb de zee weer eens gezien. Dat was een paar jaar geleden, en ik miste ‘m echt.
Op de terugweg vroeg ik onderdak bij Emmaüs Artois, in Bruay-la-Buissière, in het noorden van Frankrijk. De kamers waren allemaal bezet, maar ze hadden nog wel een caravan staan waar ik in kon. Ik ben nu ineens zo extreem tevreden met m’n eigen kleine, gammele, koude caravannetje…
En dit verhaal gaat nog een mooi staartje hebben, maar daarover later meer.
(Da’s een klifhenger.)
Een hele dikke dame. En erg slecht ter been.
Dus ik had haar in haar rolstoel naar haar kamer gereden (met een beetje hulp van de lift, uiteraard). En vervolgens ook nog een enorme berg bagage. En voor dat alles gaf ze me 15 euro fooi. Waarop dit hele korte gesprekje volgde:
- Dat is heel vriendelijk, mevrouw. Dank u wel.
- Ehh, ik ben een meneer.
Ja, dan kun je je excuses aanbieden, een keer of 3, maar je repareert het niet echt meer.
Het gebeurt niet vaak, dat ik met rood hoofd en een mond vol tanden sta.
Nee, ik heb het niet zo naar mijn zin op het moment.
Ik ben er inmiddels wel achter dat het nooit de bedoeling is geweest me te laten doorstromen naar de baan van technicien. Ik ben er bovendien wel achter dat het ook nooit de bedoeling is geweest me dag- en avonddiensten te laten werken. En ik ben er ook wel achter dat het niet echt de bedoeling is geweest me op te leiden voor de receptie, en me daar avonden te laten draaien. Als je daar dan nog bij optelt dat het ‘werk’ dat ik ‘s nachts doe, me inmiddels behoorlijk de keel uitkomt, mag het duidelijk zijn dat ik niet heel erg in mijn hum ben.
Ik heb gisteravond het rooster voor november ontvangen, en ik ben weer de hele maand alleen maar ‘s nachts ingedeeld.
En dus voel ik me nu een beetje als een gekooid dier, want volgens de Franse wet mag je een contract voor bepaalde tijd alleen verbreken als je ergens anders een contract voor onbepaalde tijd vindt, of bij overmacht, zoals ernstige nalatigheid van één van de partijen, of een doktersverklaring dat de werknemer het werk niet aankan (of als beide partijen het eens zijn over een beëindiging, maar dat kan ik wel vergeten, want er is verder ook niemand die de nachten wil werken).
Donderdag en vrijdag ben ik vrij, dus dan wil ik bij het arbeidsbureau langsgaan om ze naar mijn contract te laten kijken, om te zien of dat genoeg afwijkt van de realiteit om het te verbreken. (Ja, ik weet het: ik ben elke dag vrij, want ik werk ‘s nachts. Maar als ik werk, ben ik overdag verrot, want ik slaap ‘s nachts niet, en overdag ook niet.)
Als ik het contract kan verbreken, ga ik wel een onzekere periode tegemoet, want ik heb nog niet genoeg arbeidsverleden om recht te hebben op een uitkering. Waar ik natuurlijk sowieso al geen recht op zou hebben als ik degene ben die het contract verbreekt. Maar ik denk toch dat een nieuwe zoektocht naar werk beter zou zijn dan te proberen dit nog drie en een halve maand vol te houden.
Dus dit is gelijk ook een open sollicitatie: harde werker, sociaal, meertalig en pragmatisch, zoekt werk, ergens in Europa, en is voor bijna alles in.
Goed, ik ga niet op kantoor zitten. Maar bijna al het werk dat je op kantoor kunt doen, kun je ook vanuit een caravan in Frankrijk met een abonnement zonder data-limiet doen.
En ik ga niet hele nachten voor me uit zitten staren met een paar uurtjes schoonmaken tussendoor. Dat heb ik een paar maanden geprobeerd, en daar word ik niet echt gelukkig van.
Maar verder? Bel of mail me!
O, trouwens: mijn micro-entreprise heb ik alweer uitgeschreven. Een beetje vanwege de administratie die me ontzettend in de weg zat, maar vooral vanwege de Franse regeltjes waar ik mijn vingers niet helemaal achter krijg, en die me enorm zenuwachtig maken dat ik op een gegeven moment een naheffing of iets dergelijks zou kunnen krijgen, omdat ik iets over het hoofd gezien heb.
Ik ben inmiddels een week of 2 in Avignon; de vaste bezoeker van dit blog heeft inmiddels wel begrepen dat ik na elke verhuizing even nodig heb om te aarden en mijn nieuwe draai te vinden.
Laat ik met het werk beginnen. Dat stelt niks voor.
Ik begin om kwart voor elf ‘s avonds. Of eigenlijk om 22h42, om precies te zijn. Ik heb namelijk een werkweek van 39 uur. En als je 39 door 5 deelt, krijg je werkdagen van 7h48. Nee, dat meen je niet. Ja, dat meen ik wel.
De ‘werkdag’ begint dan met een uurtje wachten. Of eigenlijk 1 uur en 18 minuten, want om middernacht begin ik met een beetje schoonmaak. Voor die tijd moet ik aanwezig zijn, want er is ‘s avonds maar 1 receptionist, en die mag z’n plek niet verlaten; het kan weleens voorkomen dat een gast nog laat arriveert en naar z’n kamer begeleid moet worden, of dat er een auto in of uit de parkeergarage moet. Goed, dan de schoonmaak: het toilet op de begane grond moet schoongemaakt, de marmeren vloer van de lounge moet opgewreven (gelukkig is daar een machine voor), en de mat van de entree moet gestofzuigd. En dat is dan zo rond 1h30 klaar. “Zo,“, zei de collega die me inwerkte de eerste avond, “dan zet ik nu de wekker op kwart voor zes, en dan zoeken we een plekje om te gaan liggen.“. En ik dacht dat-ie een geintje maakte…
Hij maakte dus geen geintje: mijn collega’s doen een dutje van 1h30 tot 5h40. Die eerste nacht heb ik dat ook geprobeerd. Met als gevolg dat ik overdag geen oog meer dicht deed, en de volgende avond al helemaal verrot was toen ik nog met werken moest beginnen. Ik houd mezelf nu dus wakker ‘s nachts; de eerste 2 weken heb ik online films gekeken, maar met 2 films per nacht ben je daar vrij snel klaar mee.
En dus gaat vanaf vandaag de laptop mee, zodat ik de beschikking heb over alle tools die ik nodig kan hebben om een beetje te programmeren; ik heb nog een projectje liggen dat ik een maand of wat geleden opzij heb gelegd om me los te kunnen weken van Emmaüs, en ik heb ook nog een interessant nieuw project in mijn hoofd. En zo zou je dus kunnen zeggen dat ik weer betaald word om te programmeren. Maar dan zonder klanten of opdrachten.
En dan Avignon. Wat een heerlijke stad!
Ik was al nooit zo’n liefhebber van steden, en sinds mijn wandeling in 2014 was ik er helemaal allergisch voor. Maar Avignon is net even anders; in ieder geval het centrum.
Avignon is de prefectuur (hoofdstad) van het departement Vaucluse, en heeft als zodanig een centrale plek in de regio. Maar wat men hier heel goed heeft gedaan, is alle grote winkelketens naar Le Pontet sturen, een kleinere gemeente die tegen Avignon aan ligt. Wat betekent dat al die ongezellige koopfabrieken, waar Frankrijk zo vol mee staat, de sfeer in de stad niet verzieken, en er in het centrum volop plaats in voor gezelligere dingen. Zo bestaat de helft van het centrum uit restaurants, bistro’s, eettentjes en bars; dat geeft natuurlijk al heel veel sfeer. Verder heel veel theater; er is natuurlijk het jaarlijkse theaterfestival, maar daarbuiten zijn er ook heel veel theaters, theatertjes en theaterscholen. En omdat de ongezellige winkelketens in Le Pontet zitten, is er in het centrum van Avignon plaats voor de kleine ondernemers, zoals boekwinkeltjes, tweedehands-winkeltjes (kleding, stripboeken, muziek), enzovoort, enzovoort. Nou ja, in het kort: een stad waar de sfeer nog niet is doodgeslagen door de commercie.
Heel veel ijswinkeltjes ook, trouwens. De temperatuur ligt hier nog steeds rond de 30 graden, en ik heb al een kapitaal uitgegeven aan ijsjes. En over die temperatuur gesproken: die is er mede verantwoordelijk voor dat het straatbeeld hier gezellig goed gevuld is met rokken en rokjes, jurken en jurkjes; noem mij maar ouderwets, maar ik houd daar wel van. (Voor de dames mag ik daaraan toevoegen dat, terwijl noordelijker in Frankrijk de mannen steeds vrouwelijker worden, bijna op het Italiaanse af, de mannen in het zuiden van Frankrijk nog gewoon mannen mogen zijn, compleet met brede schouders en borsthaar. Wat mij uiteraard ook goed uitkomt, al heeft dat minder te maken met het straatbeeld, en meer met de spiegel.)
Dus ik ben vooralsnog erg enthousiast over Avignon. Zo enthousiast zelfs, dat het de eerste stad is, tussen verder dorpjes, op mijn — korte — lijstje met plaatsen waar ik me eventueel zou kunnen vestigen, als ik eindelijk klaar ben om ergens neer te strijken.
Zo woon ik de komende maanden:
En hier werk ik:
-
-
-
-
Kijk die vloer eens glimmen…
Goed, en ook nog een linkje erbij: Hôtel d’Europe.
Nee, dat zijn niet de winnende getallen van de Loto. Dat zijn de nummers van de Franse departementen waar ik gewoond en gewerkt heb. Na de Lot (46), de Dordogne (24), de Gers (32), Cantal (15), Corrèze (19), Pyrénées-Atlantiques (64), de Aveyron (12), en Savoie (73), ben ik nu aanbeland in de Vaucluse (84).
Waar de middagtemperatuur nog heerlijk schommelt rond de 30 graden.
Maandagmiddag, na het sluiten van de laatste appartementen in Val d’Isère, en het schoonmaken van mijn kamer daar, ben ik naar Isère gereden (het departement; niet te verwarren met de plaats Val d’Isère, want die twee hebben niets met elkaar te maken, en liggen een paar honderd kilometer uit elkaar), waar ik mijn caravan gestald had. Vanwege gebrek aan zin om mijn zooi op te ruimen in een enorme pestbende geslapen, maar toch erg blij om weer ‘thuis’ te zijn.
Dinsdagochtend besloten dat ik nog steeds geen zin had om mijn zooi op te ruimen, maar lekker te vertrekken richting Avignon. Bovendien besloten mezelf de péage (tolweg) kado te doen. Ik ben eigenlijk zeer tegen het betalen van tol, en het was bij elkaar een euro of 25, maar het verschil tussen 4 en een half uur en 2 en een half uur won toch: ik had zin om aan te komen.
En toen kon ik het opruimen niet langer uitstellen. Wat een soort twee-dagen-durend spelletje Tetris werd: in de periode voor mijn vertrek naar Val d’Is had ik alles een plekje gegeven, en pasten al mijn spullen precies in alle kastjes; maar naar Val d’Is had ik al mijn kleren, toiletspullen, eten, kookspullen, enzovoort meegenomen, en uiteraard wist ik na 2 maanden afwezigheid niet meer wat nou ook alweer waar moest.
En zo verloor ik dus veel te veel tijd: volgens mij is er heel veel te zien in Avignon, maar ik heb er nog geen tijd voor gehad.
Morgenavond begin ik met werken; ik heb de eerste weken alleen maar nachtdiensten, om het hotel en het werk te leren kennen. Vandaag ben ik mijn werktenue wezen halen; voor het eerst in mijn leven dat ik een polo draag…
Ik hoop wel dat ik morgen overdag een beetje zal kunnen slapen, anders zou die eerste nacht weleens heel zwaar kunnen worden.
En dit is die beroemde brug van Avignon, waar zo gedanst wordt, met rechts op de foto het Pausenpaleis; foto genomen vanaf de ingang van de camping.
|
Privacy De applicatie die wordt gebruikt voor het verzamelen van statistieken over het bezoek op deze website, anonimiseert de verzamelde informatie door de laatste byte van het IP-adres te verwijderen. Ook respecteert deze applicatie de Do Not Track instelling van je browser.
Helaas zijn de ontwikkelaars van WordPress en de WordPress plug-ins minder respectvol. Je privacy kan daarom helaas niet gegarandeerd worden op deze website.
|
Recente reacties