Gisteravond heb ik samen met Andreas boodschappen gedaan en in de albergue gegeten. Gewoon wat olijven, zoute pinda’s, brood, schapenkaas, chorizo, bier, wijn en orujo de hierbas; meer heeft een pelgrim niet nodig. We waren het erover eens dat we de reis niet beter afgesloten zouden hebben in een restaurant.
Vandaag heb ik mijn tocht helemaal afgerond door mijn schelp aan de zee terug te geven. Al sinds voor mijn vertrek was ik van plan aan het einde van de reis mijn schelp in zee te gooien, en dat was inderdaad een prima manier om er een punt achter te zetten. Ik ben in mijn eentje naar Cabo Fisterra gelopen; een wandelingetje van zo’n 3 kilometer, en heerlijk zonder rugzak.
Behalve dat je op Cabo Fisterra je schelp in het water kunt slingeren (en je schoenen kunt verbranden, zoals veel mensen doen), kun je er ook je laatste stempel halen, bij de vuurtoren. Dat leek me een leuk idee. Maar ik ben best iemand die graag tolerant wil zijn en begrip wil tonen, maar geld vragen aan een pelgrim voor een stempel, dat gaat me echt te ver. Ik ben er dus maar van uit gegaan dat mevrouw nog wel ergens een lichaamsholte zou hebben waar de zon niet zo heel vaak schijnt, en waar de stempel zonder al teveel excessief geweld eenvoudig ingebracht zou kunnen worden.
En zo liep ik dus weer 3 kilometer terug zonder schelp en zonder stempel. En toen brak heel even de zon door in een verder stormachtige en regenachtige dag. Dus dat was goed.
Het klinkt misschien gek, maar de rugzak voelt anders zonder de schelp. 5 Maanden lang ben ik me ervan bewust geweest dat die schelp daar hing. En dat iedereen kon zien dat ik pelgrim was; ik hoorde dat mensen ook regelmatig tegen elkaar zeggen. Maar nu zit mijn pelgrimage erop, en ben ik dus gewoon iemand die met een rugzak onderweg is.
Het was een uur of 12 tegen de tijd dat ik uit Fisterra kon vertrekken richting San Vicente de la Barquera. Het plan was om eerst vanuit het dorpengebied rond Fisterra in of bij A Coruña te komen, en van daar de snelweg te nemen richting Santander. Ik begon met auto’s met een buitenlands kenteken te zoeken in het dorp; als je als buitenlander in Spanje huiswaarts wilt vertrekken, is de kans erg groot dat je richting de Franse grens gaat, en die kant moet ik ook op. Helaas bleken de paar buitenlandse auto’s die er waren nog wat verder zuidwaarts te trekken. En die ene Nederlandse camper vertelde niet eens wat hij van plan was; die gaf alleen maar wat gas bij toen hij me zag zwaaien. En er was 1 afgetrapte Franse blauwe bestelbus waar ik wel wat van verwachtte, maar hoe vaak ik ook langsliep, de bestuurder vertoonde zich niet.
Uiteindelijk besloot ik dus maar gewoon Fisterra uit te lopen, en mijn duim op te steken naar auto’s. Het riep het een en ander aan herinneringen op: ik heb een paar jaar van en naar de middelbare school gelift. Zoals het hoort met liften, reden de eerste 100 auto’s me straal voorbij; sommigen gebaarden dat ze maar een klein stukje gingen, de meesten deden alsof ze me niet zagen. Totdat er een afgetrapte Franse blauwe bestelbus aan kwam rijden, die direct in de ankers ging toen ik mijn duim opstak. Er zaten 2 jonge vrouwen in; een soort Franse Thelma and Louise, maar dan met stekels en piercings; ze hebben de burgelijkheid achter zich gelaten, toeren nu door Europa met hun busje, en zijn net een maand in Portugal geweest.
De dames konden me niet heel ver meenemen, maar ze zetten me wel precies op de juiste plek neer om opgepikt te worden door 2 jonge jongens die onderweg waren naar Santiago de Compostela. Goed, het was niet A Coruña, maar het was een grote stad, en de jongens waren speciaal omgekeerd om een keer een lifter mee te kunnen nemen.
Ik heb in het verleden weleens tegen mensen gezegd dat ze als een idioot rijden. Ik neem dat nu allemaal terug. Deze bestuurder heeft in no-time bewezen dat Einstein er naast zat, en dat de mens best wel sneller dan het licht kan reizen; ik kwam eerder in Santiago aan dan ik vertrokken was uit Fisterra. Uiteindelijk is het een wonder dat we slechts 1 keer bijna geplet zijn tegen de grille van een tegemoet komende vrachtwagen. Maar ik heb het afgelopen half jaar vrijwel niet in een auto gezeten, en mijn tocht zit er toch op, dus ik vond het allemaal prachtig. Wat hem er alleen maar van overtuigde dat er best nog een beetje gas bij kon, want hij zag in zijn spiegel dat ik niet bang was.
Aangekomen in Santiago was het duidelijk dat ik San Vicente de la Barquera vanavond niet meer zou gaan halen. Op zich had ik daar ook niet op gerekend, maar omdat het regende, betekende dat wel een probleempje. Daarbij is het bedrag in mijn portemonnee geslonken naar €4,50, en voor dat geld kun je in Santiago niet in een albergue terecht. Ik besluit me weer te melden bij de Huiskamer van de Lage Landen; zij zijn ongetwijfeld meer thuis in deze stad, en bovendien kan ik daar mijn eigen taal spreken. Door hun tussenkomst kan ik nog een nachtje slapen in de albergue waar ik afgelopen weekend ook heb geslapen toen ik in Santiago was.
Vanuit Fisterra heb ik vanmorgen naar El Galeón gebeld om te zeggen dat ik verwacht morgen te arriveren. Ik hoop dat ik gelijk krijg.
Ondertussen werpt DreamOrDonate, de site die ik gebruik om donaties te ontvangen, zich op als een erg starre en bureaucratische organisatie: ik heb momenteel een tegoed van €23,25, maar het minimumbedrag dat ik naar mijn bankrekening kan laten overmaken is €25,00. En het maakt niet uit dat ik aangeef dat ik, door mijn ervaring als ontwikkelaar van websites, weet dat dat gel*l is, en dat het een kleine moeite moet zijn om dat te omzeilen; en dat ik geen donaties meer verwacht, omdat mijn doel behaald is; ‘nee’ is ‘nee’.
-
-
0,00 KM
-
-
Het einde van de wereld.
-
-
Geen benul dat hij bijna aan het einde van de wereld is…
Recente reacties