‘Hé, nou zie ik ineens waar je werkplaats me al die tijd al aan doet denken!‘, riep Gilles toen hij vanmiddag vanaf de overloop op mijn werktafel neerkeek, ‘Aan de vader van Pinokkio!‘.
elPeregrino.nlTe voet naar het einde van de wereld | ||
Er valt niet heel veel te melden, maar mijn laatste bericht is alweer 2 weken geleden, dus even een paar woorden, om te laten zien dat ik er nog ben. Het is te koud en te nat om buiten te werken, maar gelukkig is er binnen ook genoeg te doen. Gilles en ik zijn momenteel maar met z’n tweeën, en Gilles moet ook bezig zijn met de beesten op de boerderij, en met z’n gezin, en met de markt, enzovoort, dus ik ben voornamelijk alleen bezig. De kast die ik aan het bouwen ben, vordert traag maar gestaag. Kastanjehout is hout dat makkelijk scheurt, en daarbij moet ik bij elke stap improviseren. Maar ik leer er veel van, en het resultaat wordt mooi. ’s Avonds hobby ik wat met hout, en daarvoor heb ik mijn eigen werkplekje ingericht met (deels) zelfgemaakte spullen.
En tot slot heb ik een Flickr-album gemaakt voor mijn hout-dingetjes. Laatst had trouwens iemand op Flickr 1 van mijn foto’s als favoriet gemarkeerd. Uiteraard was ik enorm trots. Even. Toen ik het Flickr-account van die gebruiker bekeek, zag ik dat die ruim 1,7 miljoen favorieten heeft. Tja… De eerste maand Bouillac zit er ruim op. Misschien een mooi moment om weer eens een verhaaltje te tikken, in plaats van me er met een foto van af te maken. Toen ik met kerst in een logeerhuisje in Belvès zat, had ik het er over dat ik zo snel mogelijk weer aan een nieuwe wandeling wilde beginnen. Bij nader inzien stel ik dat nog even uit. Terug op Les Granges — de naam van het landgoed in Bouillac — voel ik me alweer een stuk minder opgesloten. Ik heb, als enige, een kamer in het huis dat in aanbouw is. De spullen die Gilles daar neergezet had om het een beetje op te leuken, heb ik zo veel mogelijk tegen de muren en in de hoeken geschoven, zodat ik nu vooral een kamer vol met ruimte heb. De meubels die nu langs de kant staan heb ik bovendien volgezet en -gehangen met mijn eigen spullen, en met stapels boeken die ik van Gilles heb geleend, en zo is het toch een beetje mijn eigen plekje. Dat neemt mijn behoefte aan een nieuwe tocht natuurlijk niet helemaal weg, maar het maakt het verblijf wel draaglijker. Daar komt bij dat ik dit project, het bouwen van een huis voor geestelijk minder validen, erg mooi vind. Vooral ook omdat dat niet gebeurt vanuit een organisatie en met gemeenschaps- of sponsorgeld, maar vanuit een persoonlijke overtuiging en dito budget. Ik denk bovendien dat ik een hoop aan dit project kan toevoegen, en Gilles denkt er precies zo over. Het grootste deel van mijn tijd besteed ik dan ook aan de bouw, en maar een klein deel aan de boerderij. Marti is vorige week vertrokken om te gaan couch surfen; hij wilde graag wat minder werken in ruil voor onderdak. Afgelopen vrijdag zou Olga, een Russische dame, arriveren, maar daar hebben we niets meer van gehoord. Over ruim een week komt er een Amerikaans stel; hij is metselaar en kijkt er erg naar uit om aan de gang te gaan met de muren die we hier op traditionele wijze aan het bouwen zijn (en dat komt mij goed uit, want ik vind daar niet zo heel veel aan); zij zal zich vooral bezig gaan houden met het voeren van de dieren, het huishouden (erg prettig) en kleine bouwklusjes; ze blijven vooralsnog 2 weken. Ik ben samen met Gilles bezig dingen voor te bereiden voor de 2 septic tanks die binnenkort komen. Servaes vertrekt elke maandagochtend naar school en komt dan op vrijdagmiddag pas weer terug, en Jules is van ’s morgens vroeg tot het eind van de middag op school. Had ik trouwens al verteld dat Jules een trisomie (mongool) is? Ik geloof het niet. Het is een schat van een jongen, en hij doet alles na wat ik doe: als ik in mijn baard krab (hij groeit weer), wrijft Jules over zijn wang, als ik me uitrek, is Jules ook moe, en als ik nog een keer opschep, lust Jules ook nog wel een pannekoek (elke zondagavond pannekoeken!). Hij heeft alleen wat moeite om mijn naam te onthouden; meestal ben ik ‘hé’, vorige week zei hij ‘Poupoune’ (de naam van de hond), en vandaag maakte hij er maar ‘aussi papa‘ van. Maar de ‘R’ is ook een moeilijke letter voor hem; als we hem verbeteren, komt hij niet verder dan ‘Gop’. En verder leer ik, dankzij het autootje, de boodschappen, de jacht naar goedkope kleren, en een bezoekje aan de dierenarts, de weg in de omgeving al aardig kennen. Het landschap is hier niet bepaald spectaculair — niet zo saai als Les Landes, maar zeker ook niet zo mooi als Les Pyrénées-Atlantiques (jazeker, ik noem me inmiddels redelijk deskundig) — maar wat hier door mensen gebouwd is — dorpjes, kastelen, bruggen — neemt je over het algemeen zonder moeite mee terug naar de middeleeuwen; ik zal één dezer dagen wat foto’s plaatsen. Het is hier trouwens ook de gewoonste zaak van de wereld om een hoed te dragen, dus ik val helemaal niet uit de toon als ik lekker mijn pelgrimshoed opzet als ik op pad ga. Maar goed, al met al ga ik er dus maar van uit dat ik hier voorlopig nog wel even zit. Het zullen geen jaren worden, daarvoor is het niet genoeg een plek waar ik wortel kan schieten, maar het wordt in ieder geval meer dan een paar weken. In het weekend wordt hier over het algemeen niet gewerkt, dus dat gaf me de tijd om rustig rond te kijken, en kennis, foto’s en een flinke boswandeling met Gilles en Jules te maken. Een kwestie van evenwicht, zeg maar… Het huis is vanaf de eerste steen opgebouwd door Gilles zelf, op de fundering van de ruïne die er stond toen hij het land kocht; pas vanaf dit jaar maakt hij gebruik van HelpX-ers voor hulp bij de bouw (voor die tijd hebben vrienden en familie uiteraard wel af en toe geholpen). Als het huis af is, moet het mensen met een verstandelijke handicap gaan huisvesten. Gisteren op de valreep het wifi-netwerk op Domaine de Montsalvy nog even afgemaakt; er is nu wifi in alle gîtes. Snoeien en koken zijn leuk, maar het is lekker dat ik ook iets tastbaars achter heb kunnen laten; vooral iets dat een ander op zijn minst veel meer moeite gekost zou hebben. En uiteraard zou Rob Rob niet zijn, als hij niet een uitgebreide en duidelijke handleiding had achtergelaten, aan de hand waarvan ze in het vervolg zelf het netwerk kunnen onderhouden en eventueel zelfs uitbreiden; ’t is me jammer genoeg niet gelukt de handleiding in het Limburgs te schrijven, maar Nederlands begrijpen ze gelukkig ook een beetje. Vanmiddag heeft Theo me afgezet in Daglan, en een half uurtje later werd ik daar weer opgepikt door Gilles. Onderweg naar Bouillac reed Gilles (spreek uit ‘Giel’, en niet ‘Zjiel’) even door Belvès, de plaats waar hij ’s zaterdags op de markt zijn waren verkoopt, en waar ook mijn huisje voor de kerstdagen staat. Ik denk dat ik me er best thuis ga voelen die 2 weken, zowel in het stadje als in het huisje. Gilles komt uit Zeeland, maar woont al heel lang in deze streek; zijn vriendin woont en werkt in Ierland, is er maar zelden, en heb ik dus nog niet ontmoet. De rest van het huishouden bestaat uit zoons Servaes (17) en Jules (14), die hier zijn geboren en opgegroeid, en HelpX-er Marti (21) uit Barcelona, die hier nu een week of 6 is; een mannenhuishouden dus. Marti spreekt aardig Frans en een beetje Engels, en hij heeft beloofd me wat Spaans en Catalaans bij te brengen; in ruil mag ik hem helpen met zijn Frans en Engels. Vandaag eet ik niet mee met de HelpX-host-familie, want er zijn vrienden op bezoek. Niet dat ze zich daarvoor schamen, of voor mij, maar in zo’n geval kan het gebeuren dat je wat persoonlijker zaken met elkaar wilt bespreken; als HelpX-er moet je begrijpen dat je er niet altijd bij kunt horen. Maar hoewel ik niet bijzit aan tafel, krijg ik beneden, in mijn ‘eigen’ ruimte, wel geserveerd wat men boven eet.
Geen gekke ruil voor een dagje snoeien van rozen en hazelaars. Toch? Ook bizar eigenlijk: ik heb bijna een half jaar met een jakobsschelp op mijn rugzak gelopen, maar vandaag heb ik het beestje voor het eerst in mijn leven gegeten… M’n stoofschoteltje staat lekker te pruttelen en geur te verspreiden, en daardoor krijg ik weer zin om eens wat nieuws te proberen. Uit Dégagnac vertrek ik over een weekje alweer, maar op de boerderij in Bouillac blijf ik, als het goed is, wat langer. Wellicht kan ik dan hier eens mee experimenteren (eigen varianten tzt op m’n andere site):
Geen idee of dit nou allemaal traditioneel hobo-voer is, maar het ligt allemaal zo dicht bij ‘mijn keuken’, dat ik er niet aan ontkom hier mee te gaan spelen… Verstoppingen in de riolering opsporen en verhelpen, natuurstenen binnenmuren voegen, planten en bomen snoeien, honden (Teddy en Joep) uitlaten, koken (afgelopen weekend Jambalaya, komend weekend Franse stoofschotel)… Mocht je besluiten jezelf te trakteren (tractoren? nee, trakteren) op een verblijf op Domaine de Montsalvy — en dat zou ik je zeker niet afraden — noem dan mijn naam, alsjeblieft; dat levert mij een kleine commissie op, dus zo kun je mij sponsoren door zelf vakantie te nemen. Zaterdag 13 december ga ik naar mijn volgende HelpX-host. Theo (uit Dégagnac) zet me af in Daglan, en Gilles (uit Bouillac) pikt me op in Daglan; zo wordt liften natuurlijk wel heel makkelijk… Er is zelfs een naam voor wat ik doe; zie Wikipedia en Urban Dictionary… |
||
Copyright © 2013-2024 elPeregrino.nl - All Rights Reserved Powered by WordPress & Atahualpa |
Recente reacties