In 2014 liep ik van Wateringen in Nederland (in het Westland) naar Fisterra in Spanje (ten westen van Santiago de Compostela).
Daarna besloot ik om niet terug te keren naar Nederland, maar verder te zwerven.
Sinds begin 2022 heb ik, na bijna 8 jaar zwerven in Noord-Spanje en heel Frankrijk, een huisje in de Loire-Atlantique in Frankrijk.
Ik volg momenteel een opleiding waarmee ik straks aan de slag kan in de hulpverlening.
|
En nog even gauw een verhaaltje om het weekend af te sluiten (mijn weekend is zondag-maandag).
De redenen dat ik ben afgewezen voor de opleiding tot leidinggevende bij Emmaüs, is dat men twijfelt aan mijn capaciteiten op de terreinen ‘organisation complexe‘ en ‘gestion economique‘ (‘complexe organisatie’ en ‘economisch beheer’). Ik had ze er nog op kunnen wijzen dat ‘complexe organisatie’ de definitie is van wat een programmeur of netwerk-/systeembeheerder doet, en dat ik 15 jaar ondernemer ben geweest in de meest commerciële bedrijfstak van dit moment, maar heb besloten dat dat waarschijnlijk zinloos zou zijn als ze dat uit mijn CV nog niet opgemaakt hadden.
En dus ben ik nu weer verder aan het rondkijken wat ik van de winter zou kunnen doen. Net als afgelopen winter richt ik me vooral op seizoenswerk in de skigebieden; voordeel van dergelijke baantjes is dat je er vaak een slaapplaats bij krijgt. Ik ben bezig mijn profiel op de diverse websites bij te werken, en er is al 1 sollicitatie uit: klein technisch onderhoud bij een klein hotel in de Pyreneeën gedurende 4 maanden in het winterseizoen.
Ik hoop dat het solliciteren dit keer wat voorspoediger gaat dan eind vorig jaar, toen ik een sollicitatie of 20 heb gedaan, waarop ik welgeteld 1 reactie kreeg, die bovendien negatief was.
Verder ben ik wat serieuzer aan het rondkijken voor een autootje. Een bestelbus zit er nog niet in, maar hopelijk vind ik een kleiner bestelautootje binnen mijn budget. In het beste geval brengt dat autootje me naar mijn winterwerk in 1 van de skigebieden; als Plan B overweeg ik òf af te reizen naar zuid-Spanje of Portugal (waar het warm genoeg is om in de auto te slapen) om daar werk te zoeken, òf een Emmaüs-vestiging te vinden in Nederland om de winter door te brengen, zodat ik wat bezoekjes kan afleggen, en mijn spullen kan ophalen. Maar Plan B is nog vaag, en voorlopig focus ik op de wintersport (het is alweer een paar jaar geleden dat ik op de ski’s stond, en ik vind het wel weer tijd… ).
O, en gisteren heb ik de pagina ‘Zwerven in Frankrijk‘ aan mijn site toegevoegd, met tips voor mensen die dat ook overwegen. (Martijn, ik geloof dat jij geïnteresseerd was? )
Nou, vanmiddag kreeg ik een mail. In het kort: “Nee, we kunnen je niet gebruiken.“.
Bonjour,
Je vous confirme la bonne réception de votre candidature au poste de responsable de communauté Emmaüs
à l’ACE.
Votre candidature a été étudiée avec attention. Je suis cependant au regret de vous informer que
malgré tout l’intérêt que celle-ci présente, elle n’a pas été retenue.
En effet, votre profil ne correspond pas à celui que nous recherchons.
Soyez cependant assuré que cette décision ne met pas en cause vos qualités personnelles, ni même vos
compétences et vos expériences.
Je vous remercie pour l'intérêt que vous portez à notre association et à nos missions, et conserve vos
coordonnées afin de vous recontacter si un poste correspondant davantage à votre profil se présentait.
Je vous souhaite une agréable journée et une pleine réussite dans vos recherches futures.
Bien cordialement,
M****** M*****
Chargée RH Association de Communautés Emmaüs (A.C.E.)
Ik heb een mail teruggestuurd met de vraag op welke criteria ik precies afgewezen ben, maar uiteindelijk zal het antwoord op die vraag aan de beslissing niks veranderen.
En dus moet ik me nu heel hard gaan afvragen hoe ik de winter ga doorbrengen.
Geen heel spannend verhaal, maar ik vond het zelf wel erg grappig.
Zaterdag had ik een Nederlands stel in de winkel; althans, zij is Nederlandse, en hij is noord-Afrikaans (‘arab‘, zoals dat hier heet), maar spreekt goed Nederlands. Ik had ze al 2 keer eerder gezien, dus ik wist dat ze op zoek waren naar een kleine koelkast (“hoeft niet heel goed te koelen, een graad of 10-12 is prima, ’t is om kaas te maken”) en luidsprekers voor de computer.
Ik heb inmiddels geleerd dat mensen het over het algemeen fijn vinden om herkend te worden in de winkel, en dus wilde ik, voordat ze de vraag stelden, al antwoorden dat ik nog geen slecht-werkende koelkast of computer-boxen had. Maar ik zie hier verder zelden Nederlanders, en spreek dus altijd met iedereen Frans. Wat ik in hun richting slingerde, was
"Nee, ik heb nog geen ...frigo... ,
en ook geen ...baffles... voor de ...ordinateur... ."
Ze begrepen wat ik bedoelde, en leken het toch wel leuk te vinden dat ik ze herkende, en wist wat ze zochten.
Tot afgelopen zaterdag had ik altijd een mening over mensen die naar het buitenland verhuizen, en dan ineens hun moedertaal niet meer lijken te kennen.
Als ik een paar seconden heb om me voor te bereiden, kan ik het overigens nog wel; ik ben degene die er altijd bij geroepen wordt als we Engelse of Duitse (of Nederlandse) toeristen in de winkel hebben.
En dat is Frans voor ‘Update‘.
Ik had dus mijn CV opgestuurd naar Emmaüs, vergezeld van een lettre de motivation (‘motivatiebrief‘). En vanmiddag las ik in mijn mailbox
Bonjour,
Je vous accuse bonne réception de votre candidature.
Celle-ci sera étudiée avec toute notre attention début septembre, conformément à notre processus de recrutement,
et nous pourrons vous apporter une réponse avant le 15 septembre.
Je reste à votre disposition et vous souhaite une bonne journée.
Bien cordialement,
M****** M*****
Chargée RH Association de Communautés Emmaüs (A.C.E.)
47, Avenue de la Résistance
93100 MONTREUIL
Dus met een maandje weet ik of ik terug naar school mag.
Ik heb inmiddels begrepen (maar wederom via-via, en niet van een ingewijde) dat de eerste selectieronde begin oktober is, en de tweede en definitieve selectieronde eind oktober; de opleiding zou dan in december starten. En die opleiding begint dan met 2 maanden in de schoolbanken voor een bak theorie, en daarna 3 stages bij verschillende Emmaüs-vestigingen; daarmee is het eerste jaar dan vol, en vervolgens volgen er dan nog 2 jaar van wel echt werken, maar ook nog aanvullende cursussen.
En tegen de tijd dat dat allemaal achter de rug is, ben ik 50, en dat lijkt me wel een mooie leeftijd om aan het begin van een carrière te staan.
Tenzij ik niet aangenomen word voor de opleiding natuurlijk. En dat weet ik op z’n vroegst half september, en dan is het te laat om nog werk te vinden in de druivenoogst.
Dus eigenlijk heb ik geen andere keuze dan aangenomen te worden voor de opleiding…
Ik geef het toe: een stilte van 2 en een halve maand is te lang, veel te lang.
En het enige excuus dat ik heb, is hetzelfde excuus als ik bij de vorige stiltes ook had: er gebeurt niets. Het staat allemaal een beetje stil; iedere dag lijkt op de vorige.
Maar goed, voor die 1 of 2 volgers die nu misschien/hopelijk nog over zijn (ik heb sinds begin dit jaar al geen statistieken meer op mijn site, dus ik heb geen idee of er nog iemand is die dit leest), even een overzicht van de huidige situatie.
Ik zit nog steeds bij Emmaüs in Rodez, waar ik nog steeds verantwoordelijk ben voor de verkoop van de electro (die ik inmiddels meer dan verdubbeld heb). De werkplaats voor de electro heb ik niet overgenomen; die doe ik nu samen met degene die dat eerst alleen deed. Op die manier lukt het in een rustig tempo toch steeds het winkeltje weer op tijd vol te krijgen.
In mijn vorige bericht schreef ik ook dat ik nu en dan wat zwarte klussen deed, samen met een collega, en dat ik op die manier het geld voor een bestelbus al bij elkaar gespaard had. Nou… Dat liep even anders.
Die collega bleek de klanten (en mij) te belazeren, waarop verschillende hun beklag hebben gedaan bij Emmaüs, en 1 zelfs aangifte gedaan heeft bij de politie. Mijn collega is op staande voet ontslagen, en ik heb een verbod gekregen op het doen van zwarte klussen. De kans bestaat dat de enige reden dat ik niet ontslagen ben, is dat ik, toen ik hier achter kwam, contact heb opgenomen heb met de klanten in kwestie om ze te waarschuwen, en dat ik een aanbetaling van 500€, voor een klus waar we nog niet aan begonnen waren, uit mezelf heb terugbetaald.
Uiteraard sloeg dat wel een gat van 500€ in mijn nieuwe bestelbus, die dus weer even op de iets langere baan is geschoven.
Een klein lichtpuntje is dat het niet zo heel goed gaat met Emmaüs Rodez. Nou ja, op zich is dat natuurlijk niet zo geweldig, maar het zit zo:
De leden van de stichting Emmaüs Rodez (elke Emmaüs vestiging is een op zichzelf staande stichting) zijn er niet in geslaagd een nieuw bestuur te kiezen, wat betekent dat er momenteel geen voorzitter, secretaris en penningmeester zijn. En aangezien dat niet mag van Emmaüs Frankrijk, stuurde ‘Parijs’ een delegatie om orde op zaken te stellen. En omdat die delegatie vrij snel in de gaten had dat er meer aan de hand was dan alleen een gebrek aan bestuur, besloot ze de zaken groot aan te pakken, en een werkgroep in het leven te roepen die ‘alle neuzen’ (compagnons, leidinggevenden, leden van de stichting, en vrijwilligers) weer dezelfde kant op moet krijgen. In die werkgroep zijn alle ‘neuzen’ vertegenwoordigd, plus uiteraard de delegatie namens Parijs.
Ik ben 1 van de 2 compagnons in le comité de pilotage. En namens Parijs is er onder andere Marie-Thérèse, responsable van Emmaüs Aurillac, maar belangrijker: iemand met hele korte lijntjes naar de commissie die verantwoordelijk is voor de opleiding tot responsable (leidinggevende) bij Emmaüs (ze maakte tot voor kort deel uit van die commissie). En zij heeft me beloofd te doen wat mijn eigen responsables nogal nalaten, namelijk zorgen dat mijn CV bij die commissie terechtkomt.
Uiteraard ben ik daarmee niet automatisch geaccepteerd voor de opleiding, daarvan zal ik de commissie zelf moeten overtuigen, maar ik heb nu in ieder geval een ingang.
Voor zover ik begrepen heb, begint de nieuwe opleidingsronde in oktober, dus ik hoop over niet al te lange tijd nieuws te hebben, goed dan wel slecht. En in het geval van slecht nieuws zal ik eens heel goed moeten nadenken wat ik dan ga doen, want ik heb niet zo heel veel zin om als compagnon bij Emmaüs te overwinteren; het is me te uitzichtloos en te eentonig.
Kort nog even wat betreft de rug: goede dagen en slechte dagen, en met werken heb ik over het algemeen de elastieke band nog wel nodig; ik heb nog recht op 2 behandelingen bij de fysio, morgen en donderdag, en dan zal ik het op eigen houtje moeten doen.
Foto’s heb ik niet, want mijn eigen laptop is nog steeds stuk; ik tik dit op een laptop die ik van de verkoop heb gered.
(Dit AZERTY-toetsenbord leert me trouwens dat ik beter blind kon typen dan ik dacht; eventuele tikfouten zijn daaraan te danken.)
Wie heel goed heeft opgelet, weet dat dit bericht eigenlijk een paar dagen geleden al gepubliceerd had moeten worden: de verjaardag van mijn nieuwe leven valt op 5 mei; op 5 mei 2014 leverde ik mijn sleutel in, en begon ik mijn wandeling naar Santiago de Compostela.
Helaas moest ik, toen ik op de ochtend van 5 mei 2017 probeerde in te loggen, constateren dat mijn trouwe laptopje het uiteindelijk, na duizenden kilometers in een rugzak en vele andere omzwervingen en avonturen, voor gezien hield; het bijltje erbij neergegooid had; de pijp aan Maarten gegeven had; de handdoek in de ring gegooid had; z’n laatste adem uitgeblazen had; de open plek aan het einde van het pad bereikt had; afgereisd was naar de eeuwige jachtvelden; een tuintje op zijn buik ging kweken; definitief gestopt was met roken. Wie tussen de regels door leest, snapt al dat mijn laptop het niet meer doet. Misschien kan ik ‘m ooit nog nieuw leven inblazen, maar ik heb momenteel enorm weinig zin om me erin te verdiepen. En dus moest ik een paar dagen wachten met het afmaken en publiceren van dit bericht, waaraan ik op de avond van 4 mei al begonnen was, totdat er een apparaat gedoneerd zou worden dat ik zou kunnen gebruiken. En dus zit ik me nu kapot te ergeren aan een tablet. Ik snap werkelijk niet hoe die dingen de wereld hebben kunnen veroveren; wat is dit een verzoeking…
Maar goed, je hebt recht op een nieuw bericht, en ik trouwens ook, dus hieronder het bericht dat ik gelukkig voor het grootste deel vorige week al getikt heb.
Mijn leven is momenteel niet zo avontuurlijk als in het jaar voor de eerste verjaardag van mijn nieuwe leven, maar mijn derde verjaardag verdient toch wel een berichtje. Al is het alleen maar om te laten zien dat ik, ondanks dat gebrek aan avontuur, nog steeds leef.
Ik zit nog steeds bij Emmaüs in Rodez, en heb het redelijk naar mijn zin. Ik zeg ‘redelijk’ in plaats van ‘prima’, omdat ik nog contact heb met 2 peregrina’s die ik afgelopen jaar ontmoet heb toen ik in gîtes werkte, en die allebei praten over het lopen van een nieuwe camino, en 1 van de 2 bovendien over het starten van een gîte die ze graag door mij zou laten runnen; nee, dit gaat niet over liefde of verliefdheid, maar over het avontuur dat weer trekt, en dat ik zo mis…
Toen ik mijn eigen camino liep, heb ik verschillende pelgrims ontmoet die hun 2e, 3e, …, 10e camino liepen, en ik begreep dat niet: wat is er zo leuk aan slapen in een zaal met stapelbedden, aan uitgeknepen worden door de enige gîte-eigenaar in de regio, of aan het eten van een bord keukenafval dat verkocht wordt onder de naam ‘Menu Peregrino‘? Maar inmiddels begrijp ik dat het gaat om het avontuur, om de onzekerheid over de slaapplaats, om de ontmoetingen. Om de deur waar je aanklopt voor water in je drinkfles, waar je dan ongevraagd een paar ijsklontjes of een scheut siroop in krijgt. Om de boerderij waar je vraagt of je je tent mag opzetten, en waar je vervolgens wordt gevraagd of je wilt mee-eten, of waar je de logeerkamer aangeboden krijgt (of allebei).
Het is tijd voor een nieuw avontuur. En het mooie is dat een nieuw avontuur zich ook aandient. Ik weet alleen nog niet welk avontuur.
Bij Emmaüs doe ik inmiddels de verkoop van de elektro (radio’s, koelkasten, lampen, etc.). Vanwege het ongelukje met mijn rug was de vrachtwagen even geen optie, en degene die de elektro verkocht was weggestuurd omdat hij teveel geld in eigen zak stak; ik wilde graag wat doen — hoewel de responsable bleef (en blijft) benadrukken dat ik niets moet forceren — en dus was 1 en 1 twee. Ik heb gevraagd of ik ook de elektro-werkplaats kan overnemen; ik denk dat het antwoord ‘ja’ zal zijn. Op die manier heb ik in ieder geval zelf controle over hoelang ik hier blijf.
Ik heb aan de responsable aangegeven dat ik zelf ook responsable wil worden (mijn eigen Emmaüs-vestiging wil runnen); dat is waar het verwachte volgende bericht eigenlijk over moest gaan. Maar ik heb inmiddels door dat hier iets venieuwends gedaan krijgen, een beetje te vergelijken is met tot je navel in de modder staan terwijl je probeert een bal weg te schoppen: het idee is mooi, maar het resultaat laat op zich wachten. Hij heeft beloofd aan wat touwtjes te trekken, maar dat is inmiddels 2 maanden geleden, en sindsdien heb ik er niets meer over gehoord.
Ik spaar dus maar wat ik sparen kan, en doe af en toe een zwart klusje om wat extra te kunnen sparen.
Wat me op het volgende, verheugende nieuws brengt: ik heb inmiddels genoeg centjes op de bank om een bestelbus te kunnen kopen! Ik heb een website gevonden waar je tweedehandsjes kunt kopen van gemeenten en andere overheidsinstellingen, en daar moet ik mijn bonheur (‘geluk’) wel kunnen vinden. De komende 2 weekenden (minstens) ben ik nog bezig met behangen, verven en een keuken plaatsen, om de vooruitbetaalde inkomsten te verantwoorden, maar zodra ik een maandag vrij heb, ga ik langs bij de politie en de prefectuur om te informeren hoe ik een auto op mijn naam zet.
Het eerste dat ik doe als ik een bus heb, is naar Nederland rijden om wat mensen van mijn rommel te verlossen, en, eigenlijk veel belangrijker, bij te bieren met de vrienden die ik al 3 jaar niet gezien heb.
Een derde avontuur dat wellicht gaat plaatshebben (na electro bij Emmaüs en mijn bestelbus) is, zoals ik al liet doorschemeren, een gîte. De regelmatige lezer weet dat ik daar al eerder mee bezig was, maar dat dat niet gelukt is. Momenteel ben ik vrij ver verwijderd van de Chemin de Saint-Jacques (in spirit, want eigenlijk kan ik er in 2 dagen naartoe lopen; op de vrachtwagen heb ik ‘m verschillende keren gekruisd), maar ik heb nog contact met een peregrina die ik heb ontmoet toen ik afgelopen zomer in Uhart-Mixe in een gîte werkte, die op de camino haar nieuwe liefde ontmoet heeft, en nu met die liefde een gîte voor pelgrims wil beginnen; maar ze hebben geen van beide een idee hoe je dat eigenlijk doet, en zij was erg onder de indruk van mijn gastvrijheid. Goed, ik moet afwachten of zij haar scheiding doorzet om verder te gaan met haar nieuwe liefde, en vervolgens of ze samen ook echt een gîte beginnen, maar als dat alles gaat gebeuren, ben ik vrij zeker van een baan. Maar ik denk dat dat op z’n vroegst volgend jaar zal zijn.
En tot slot is er dan nog plan… D?, E?
Nou ja, hoe dan ook. Als ik eenmaal mijn bestelbus heb, en ik mijn Nederland-na-3-jaar-kater uitgeslapen heb, kan ik me heel goed voorstellen dat ik niet terugkeer naar Emmaüs Rodez, maar van seizoenswerk naar seizoenswerk ga trekken. Eventueel kan ik dan weer een Emmaüs-vestiging zoeken om de winter door te komen.
Dat wat betreft de toekomst.
Wat betreft het ‘nu’ zijn er 2 zaken die spelen (4, als je de klus die mijn weekenden opslokt, en de elektro bij Emmaüs, meetelt): ik heb eindelijk een grotere kamer, en mijn rug gaat steeds beter.
De kamer is best gezellig geworden, voor zover dat mogelijk is in 15 vierkante meter. Foto’s volgen zodra ik een echte laptop heb gevonden.
En hoewel ik nog steeds physiotherapie nodig heb voor mijn rug, heb ik ook af en toe het idee dat ik niet de enige ben die er plezier in heeft het een beetje te rekken; de oefeningen en het rekken en strekken zijn medisch helemaal te verantwoorden, maar of die massages nog noodzakelijk zijn…? Hierover wellicht later ook nog nieuws.
Nee, dit is niet het beloofde ‘volgende blogbericht’. Laten we zeggen dat dit een tussenberichtje is, om het thuisfront te laten weten dat ik nog leef. (Natuurlijk wil ik niets liever dan van de daken te schreeuwen wat ik te melden denk te hebben, maar ik begin — eindelijk, op mijn 46e — te leren dat ik me niet altijd moet laten meeslepen door mijn enthousiasme, maar soms even moet wachten tot er zekerheden of garanties zijn.)
Dus, jullie nieuwsgierigheid negerende, kan ik het volgende melden:
De rug gaat elke dag een beetje beter, maar toch begint het me een beetje de keel uit te hangen. Ik werk over het algemeen halve dagen, en soms zelfs hele dagen niet. Afgelopen vrijdag hebben we donné un coup de main (‘een handje geholpen‘) in de salle de meubles (‘de meubelzaal‘). En natuurlijk kon ik — jonge god die ik sinds mijn wandeling weer ben, in ieder geval in de spiegel — het niet nalaten ook wat meubels te verplaatsen. Waardoor ik de hele zaterdag weer op bed lag, omdat bewegen geen optie was.
Het contrast: een collega brak vorige week een botje in zijn elleboog — de röntgenfoto liet er geen twijfel over bestaan — ; 10 dagen niet werken, en daarna niet meer meuten. Waarom kan het voor mij ook niet op die manier opgelost worden?
Maar goed, het is zoals het is. Deze week heeft Cyril (de andere chauffeur) een week vakantie, en dus werk ik hele dagen; althans, dat ga ik proberen: als het niet lukt, ga ik me gewoon weer, als een mietje, in mijn bed verstoppen.
Overigens is het niet allemaal ellende: het enige andere probleem dat ik in deze situatie heb, is dat ik, als een knappe jonge vrouw (mijn fysiotherapeute) mijn billen masseert, moet uitkijken dat ik niet al te erotische fantasieën krijg (blijkbaar ben ik ook maar een mens)…
De sfeer hier is heel goed. Gisteren was Bakary (wat in Congo of Senegal of ergens in die regionen een heel normale naam is) jarig, en het was een familiedag zoals ik die in mijn eigen familie nooit heb mogen kennen. De responsable (‘leidinggevende‘) is even langsgeweest, maar heeft ervoor gekozen zich alleen op de werkvloer te melden, zodat hij niet zou zien dat er op het feest wellicht wat alcohol geconsumeerd werd (wat officieel niet toegestaan is); die sfeer heerst hier zo’n beetje.
Aangezien ik niet weet wie deze website allemaal lezen, kan ik niet vermelden of er inderdaad alcohol aanwezig was.
Verder heb ik inmiddels sinds een tijdje een bril; ik geloof niet dat ik dat al gemeld had. Ik zou ‘m eigenlijk ophalen op de dag dat ik het ziekenhuis in ging, maar dat werd een paar weken later. Ik heb er even aan moeten wennen, maar inmiddels weet ik niet beter (behalve dat ik ‘m nog steeds afzet als ik klaar ben achter mijn laptop, zoals ik met mijn leesbril ook altijd deed).
De bril is betaald door Emmaüs, en ik heb zelf 30€ bijgelegd voor een zonnebril op sterkte.
Over geld gesproken: voor het eerst in mijn leven lukt het me te sparen. En dat terwijl ik nog nooit zo weinig verdiend heb. Ik ben inmiddels op een halve bestelbus (in 4 maanden!).
En laat ik er dan tot slot nog een paar foto’s bij doen; dit is het huis waar we met z’n allen wonen:
Links het huis zelf, met tweede van rechts (of vijfde van links) het raam van mijn kamer; volgend weekend hoop ik eindelijk te verhuizen naar een grotere kamer: Sylvain, die werk gevonden heeft buiten Emmaüs, heeft van de week getekend voor zijn appartement.
Rechts een foto vanuit een iets andere hoek, zodat je de parkeerplaats/petanque-baan kunt zien, evenals het gazon waar we, naar verluidt, van de zomer regelmatig zullen barbecuen.
En daar laat ik het voorlopig bij. Niet het bericht waar je op zat te wachten, maar laten we eerlijk zijn: je moet ook niet op berichten gaan zitten wachten.
Ontslagen uit het ziekenhuis, welteverstaan. Daar lag ik de afgelopen week.
Vorige week vrijdag haalden we een huis leeg in Rodez (niks illegaals: ’t is m’n werk). We waren met z’n zessen, en het was mijn taak de meubels te demonteren die niet in de lift pasten. Ik was bezig met een bed, en had de bedbodem rechtop tegen de muur gezet. En dan niet zo’n lullig lattenbodempje dat voor Ikea-bedden gebruikt wordt, maar een houten bak met springveren erin en een linnen doek erover, zoals ze vroeger gemaakt werden; een kilo of 20-25, denk ik. Waarschijnlijk heb ik het ding geraakt terwijl ik het bed demonteerde, want hij viel om. En omdat hij achter mij stond/viel, merkte ik dat pas toen hij mijn rug raakte. Ik heb zelden zo’n pijn gehad.
Gelukkig waren we in Rodez, en niet in één van die kleine dorpjes op het platteland, dus de rit naar de Urgences in het ziekenhuis was niet heel lang. Alwaar ik direct de scanner in moest, en vervolgens languit op bed met een flinke dosis morfine. Ik was bang dat er iets gebroken was, maar dat was gelukkig niet het geval. Maar de opdonder was zwaar genoeg om op de scan te zien te zijn — wat met een ‘gewone’ kneuzing of blauwe plek niet het geval is —, en dus mocht ik nog even blijven, en pompte men de morfine ook nog even door.
Frankrijk is een enorm gemedicaliseerde samenleving: drogisterijen zoals in Nederland kennen we hier niet (zelfs voor een gewone pijnstiller moet je naar de apotheek), en het aantal apotheken is dan ook niet te tellen; verder kom je overal medische laboratoria tegen, en wordt je op tv en in de krant doodgegooid met reclame voor genezende en preventieve medicijnen. De verpleegster schrok dan ook een beetje toen ik zaterdag- of zondagavond (ik ben de tel kwijt) zei dat ik geen morfine meer wilde; ze moest dat even met de dokter overleggen, maar die was er de volgende dag pas weer. Ik hield voet bij stuk, en accepteerde de morfine-vrije, en dus minder sterke pijnstiller die ze me uiteindelijk aanbood.
Toen de dokter de volgende dag langskwam, had hij al gehoord dat ik ’s ochtends inmiddels al een klein rondje over de etage gelopen (nou ja, gestrompeld) had, en hij had er geen probleem mee dat ik geen morfine meer wilde; hij leek het zelfs wel te waarderen dat ik het heft voor mijn herstel een beetje in eigen hand nam.
Na het weekend was het ziekenhuispersoneel weer op volle sterkte, en kreeg ik fysiotherapie, warmtebehandelingen, en een apparaat dat zwakke elektrische stroompjes geeft, om de doorbloeding te stimuleren.
In het weekend was er nog sprake van geweest dat ik misschien maandag het ziekenhuis weer kon verlaten, maar daar zagen we maandagochtend unaniem van af.
Verschillende compagnons zijn in de loop van de week even bij me langsgeweest, en dat deed me goed. Ik ben hier onder mensen die het belang van solidariteit kennen.
Gisteren had ik een slechte dag, en de verpleegster was opgelucht dat ik de morfine aannam die ze me aanbood, maar dan wel 5 milligram, de lichtste die ze had.
En vanmorgen ging het weer redelijk, en dus mocht ik, na een laatste bezoek van de kine (fysiotherapeut), het ziekenhuis verlaten. Ik kreeg wel een hele lijst mee voor de apotheek — 3 verschillende medicijnen, plus een gordel die ik om moet als ik moet tillen —, mag in ieder geval deze week nog niet werken, moet een fysiotherapeut bezoeken, en moet over een maand weer terugkomen voor een controle; het apparaat voor de elektrische stroompjes heb ik van het ziekenhuis meegekregen, moet ik 4 keer per dag 1 tot anderhalf uur gebruiken, en mag ik maximaal een half jaar houden.
Maar ik ben in ieder geval verlost van die deprimerende ziekenhuisomgeving (omdat ik geen afspraak gemaakt had voordat ik me liet afleveren bij de Noodgevallen, was er geen ruimte voor me bij de andere rugpatiënten, en lag ik, in een eigen kamer, op de afdeling geriatrie).
Het eten was trouwens ook vreselijk. Ik weet het: dat is altijd zo in ziekenhuizen; maar voor een land dat zo beroemd is om haar keuken, vond ik het toch raar.
En zo had ik eindelijk weer eens wat te vertellen op mijn blog.
Ik hoop dat het volgende verhaaltje wat pijnlozer komt.
Je ne peux pas t’aider, je n’ai rien à te donner.
Mais toi, tu peux m’aider à aider les autres.
Ik kan je niet helpen, ik heb niets dat ik je kan geven.
Maar jij kunt mij helpen de anderen te helpen.
Die twee zinnen spelen nu al weken door mijn hoofd, en ik vind ze prachtig.
Omdat ze nu weer boven kwamen drijven (op de achtergrond laat de tv een programma zien waarin een dorp in actie komt om het huis van een buurfamilie af te bouwen dat half-af is achtergelaten door een failliete aannemer), vond ik het tijd om ze maar eens te delen.
In november 1949 ontmoette Henri Antoine Grouès — beter bekend als l’abbé Pierre (‘abt Pieter‘) — Georges Legay, een suïcidale dakloze. L’abbé Pierre heeft toen bovenstaande tegen Georges gezegd (het kan een beetje opgeschuurd en gevernist zijn met het verstrijken van de tijd, zoals vaak gebeurt met historische gebeurtenissen). Georges nam de uitdaging aan, en werd daarmee de eerste compagnon d’Emmaüs.
Naar aanleiding van die gebeurtenis richtte l’abbé Pierre de Emmaüs-beweging op, en het aantal mensen in nood dat sindsdien bij Emmaüs (inmiddels 350 organisaties in 37 landen) onderdak, werk en waardigheid heeft gevonden, is niet te tellen; en daarnaast zijn er dan nog de mensen die in een huis wonen dat gebouwd is en tegen een fatsoenlijke prijs verhuurd wordt door Emmaüs, de mensen die van een Emmaüs-winkel gratis een inrichting voor hun appartement/kamer aangeboden kregen (ik heb er inmiddels een paar bezorgd), de mensen die voor kortere of langere tijd gebruik maakten van de noodopvang die Emmaüs biedt, de waterputten en andere zaken die Emmaüs in arme landen gebouwd heeft, enzovoort.
Ik neem duizend petten af voor l’abbé Pierre.
Maar waar het uiteindelijk om gaat, niet alleen bij Emmaüs, maar in het leven, dat zijn die twee zinnen: als we allemaal de anderen helpen, winnen we allemaal.
Een maand geleden is het alweer, dat ik voor het laatst een ‘echt’ stukje schreef. De tijd vliegt.
Maar eerlijk gezegd is er ook niet heel veel gebeurd om over te schrijven.
Ik zit 5 dagen per week op de vrachtwagen. Nou ja, dagen… Het is tot nu toe nog niet gebeurd dat we een volle dag werk hadden.
En in mijn vrije tijd programmeer ik een beetje. Gewoon, hobbyprojectjes. Heerlijk om te doen waar je goed in bent, vooral als er geen klant of baas over je schouder meekijkt, en je je helemaal kunt laten gaan, en elke impuls kunt uitwerken, om hem vervolgens weg te gooien. Bovendien word je van de tv, ook in Frankrijk, nou eenmaal niet echt vrolijk.
Aanstaande dinsdag heb ik een afspraak met le responsable — de baas, zeg maar, hoewel de organisatie hier heel plat is — om te praten over formations (opleidingen, cursussen, workshops). Emmaüs heeft een heel scala aan formations, op verschillende gebieden. Maar die zijn niet allemaal beschikbaar voor compagnons. In feite is slechts een klein deel open voor compagnons, en dat zijn niet de meest interessante (afvalscheiding, de waarde van tweedehands meubels inschatten, fietsen repareren, …). De cursussen voor vrijwilligers zijn al een beetje minder suf, en de cursussen voor werknemers zijn het interessantst: daar zitten zaken bij als ‘rechten van buitenlanders in Frankrijk’, ‘begeleiding van families in nood’, etc. En dus heb ik aangegeven dat ik één of meer van die interessantere cursussen wil volgen.
Tijdens mijn wandeling naar Compostela had ik al besloten dat ik niet meer terug wilde in business, maar mijn tijd wilde besteden aan het helpen van mensen die dat nodig hebben. Na een paar niet-altijd-geslaagde klussen bij particulieren tegen kost en inwoning, en een teleurstellend hoog toeristen-gehalte onder pelgrims naar Santiago de Compostela op de Chemin du Puy, had ik eind vorig jaar al het idee dat ik in de wereld van de daklozen wellicht een terrein had gevonden waar ik iets kon betekenen, maar ik wist nog niet hoe ik dat moest aanpakken. En wellicht heb ik nu bij Emmaüs de organisatie gevonden waar ik dat vorm kan geven.
Ik wil proberen — op termijn — een echte baan bij Emmaüs te vinden, tegen een echt salaris. En de leidinggevende in Rodez lijkt daarvoor open te staan. Dinsdag weet ik welk idee hij in zijn hoofd heeft.
Mocht dat allemaal niet lukken, dan ben ik ook nog stapje voor stapje op weg naar mijn bestelbus. Voor het eerst in mijn leven spaar ik: ik geef zo weinig mogelijk uit, en de rest gaat naar de bank. Bovendien verdien ik af en toe een extraatje met verhuizingen of andere klusjes — soms zijn er mensen die vragen of er compagnons in het weekend beschikbaar zijn voor een paar extra handen — en ook dat gaat netjes naar de bank.
Na de verhuizing van morgen ben ik op een kwart bestelbus.
Aanstaande maandag rijd ik met de bestelbus van Emmaüs naar de Gers, om mijn spullen bij Marinette op te halen. Over een week of 2, 3 vertrekt er een compagnon, en krijg ik zijn (grotere) kamer. Tot die tijd moet ik dan nog even over mijn dozen heen klimmen als ik naar bed wil, maar dat moet dan maar.
In het voorjaar hoop ik dan even heen en weer te kunnen naar Nederland voor de spullen die daar nog opgeslagen staan. Als ik hier 3 maanden werk, heb ik recht op een week vakantie (en daarna komen er elke maand 2 dagen bij, geloof ik). Tegen die tijd moet ik ook wel genoeg geld hebben om een autootje te huren, of misschien zelfs een tweedehandsje te kopen.
Maandag dus mijn spullen, en daar zitten ook de kabeltjes van mijn camera bij, dus van de week ook weer eens wat foto’s. De foto’s van mijn telefoon staan gelukkig op de SD-kaart, want mijn telefoon is van de week geheel onverwachts overleden. Ik hoop dat het een batterij-probleem is, want bij de spullen die ik maandag ga ophalen, zit ook een reserve-batterij.
|
Privacy De applicatie die wordt gebruikt voor het verzamelen van statistieken over het bezoek op deze website, anonimiseert de verzamelde informatie door de laatste byte van het IP-adres te verwijderen. Ook respecteert deze applicatie de Do Not Track instelling van je browser.
Helaas zijn de ontwikkelaars van WordPress en de WordPress plug-ins minder respectvol. Je privacy kan daarom helaas niet gegarandeerd worden op deze website.
|
Recente reacties