Verhaaltjes vandaag geplaatst:
Tot morgen!
elPeregrino.nlTe voet naar het einde van de wereld | ||
Verhaaltjes vandaag geplaatst: Tot morgen! Ik heb zojuist de verhaaltjes geplaatst van 5 februari, 6 februari en 7 februari. En ik ben weer online. Ik zal geen spoilers weggeven. De komende dagen (weken?) zal ik mijn best doen chocola te maken van wat ik de afgelopen weken in mijn schriftje geschreven heb, om die vervolgens warm te serveren. Het was zonder twijfel een chemin zoals een chemin moet zijn: zwaar, mooi, emotioneel, koud, maar met een hoop warmte. Ik ben blij dat ik deze reis met Frimousse gemaakt heb. En ik ben ook blij dat we de reis samen afgemaakt hebben, en ik Frimousse niet ergens onderweg achtergelaten heb. Maar ik ben ook blij dat het erop zit. Het was trouwens een briljant idee om een lang stuk touw mee te nemen om ‘s nachts een afzetting voor het ezeltje te kunnen maken. Het was minstens zo’n briljant idee om dat stuk van ongeveer 150 meter de eerste avond in 10 stukken van ongeveer 15 meter te snijden, en het op die manier wat hanteerbaarder te maken. Verder heb ik onderweg uitgevogeld dat je mensen op verschillende manieren in 2 soorten kunt verdelen. Eén van die manieren is te zeggen dat de ene soort mensen elke dag in de file gaat staan, of elke dag op een tochtig perron met een bak gore automatenkoffie aan de rookpaal gaat staan snuffelen, om iedere dag de hele dag met dezelfde collega’s dezelfde gesprekken te hebben, terwijl de andere soort 4 weken de tijd neemt om met z’n ezeltje naar zijn nieuwe werk te lopen. M’n Frans is trouwens ook behoorlijk vooruit gegaan. In plaats van ‘Vous êtes de quelle nationalité?‘ (‘Welke nationaliteit heeft u?’) hoor ik steeds vaker ‘Vous êtes de quelle région?‘ (‘Uit welke regio komt u?’; Frankrijk is verdeeld in regio’s). En ik heb bedacht dat het misschien tijd is om mijn haar eens af te knippen. Heeft op zich niet zoveel met mijn wandeling te maken, maar ik heb het wel onderweg bedacht. En nu aan het werk! Gisteravond heb ik bedacht dat ik vanavond niet heel veel zin heb om buiten te slapen (de gîte in Lanne-Soubiran is dicht, en er is niemand aanwezig om me bij uitzondering binnen te laten). Ik heb daarom besloten dat ik, als ik vroeg in Lanne-Soubiran, door te lopen naar eindpunt Arblade-le-Bas. Ondanks dat Frimousse vannacht zo’n 500m² gras tot zijn beschikking had, begint hij pas te eten zodra ik om kwart over acht mijn rugzak omknoop. Onderweg moet hij weer elke grasspriet hebben, en vooral die, die net buiten het bereik van zijn touw staan. Daarbij is vandaag alles weer eng: honden, auto’s, mijn rugzak, enzovoort. Na een uur lopen heeft hij er dan ook mijn hele voorraad geduld voor vandaag doorheen gejast. Dankzij mijn ongeduld zijn we echter al vroeg in de middag in Lanne-Soubiran, en zo kunnen we aan het einde van de middag 10 kilometer verderop Arblade-le-Bas binnen rollen. Waar ik op een uur of wat Von en Ruben gemist heb, die vanmorgen mijn spullen gebracht hebben. Éauze Sauboires Manciet Cravencères
Vandaag is een dag van kleine houten bruggetjes. En dus van kilometers omlopen. En als de bruggetjes eng zijn, dan zal alles wel eng zijn: de rugzak, de telefoonkabels die bewegen in de wind, een plastic tas langs de kant van de weg. Kortom: aan het einde van de dag ben ik zover dat ik de ezel het liefst op de barbecue zou smijten. Maar ik heb geen barbecue bij me, en dus komen we uiteindelijk toch samen aan in Cravencères. De gîte is normaal in februari nog niet open, maar Martine heeft van het weekend voor me gebeld, en ik kan terecht. Frimousse krijgt een veld voor zichzelf waar hij, in de velden om hem heen, omringt is door paarden. Ik mag in de slaapzaal, waar helaas geen warm water is. Montréal-du-Gers Lamothe Éauze
Anita vindt dat ik teveel afgevallen ben — en waarschijnlijk heeft ze daar wel gelijk in —, en daarom mocht ik gisteren niet van tafel voordat ik de pannen helemaal had uitgeschraapt, en ook vanmorgen bij het ontbijt heb ik niet te klagen. Het weer is beter dan verwacht: de voorspelde regen blijft uit. Het is wel koud, maar daar merk je niet veel van als je stevig doorstapt. En dat laatste lukt aardig, want ook het ezeltje heeft er zin in. Om half 1 zijn we al in Lamothe, ruim over de helft, en dus nemen we een lekker lange pauze op een grasveld, zodat ook Frimousse op z’n gemak kan lunchen. En zodat ik op m’n gemak kan afkoelen, want nu ik stil zit, voel ik ineens goed hoe koud het eigenlijk is; tegen de tijd dat we opbreken, heb ik het gevoel dat mijn tenen los in mijn natte schoenen liggen. Maar gelukkig blijkt dat niet het geval, en na een kilometer of twee ben ik weer helemaal op temperatuur. Meer nog dan vanmorgen stapt Frimousse in mijn tempo mee; soms moet ik hem zelfs afremmen. Totdat hij ineens stil blijft staan bij een weiland. In dat veld staat 2 paarden, en Frimousse is vastbesloten een praatje met ze te maken. Maar de paarden zien ons niet, en na een paar minuten zeg ik tegen Frimousse dat we verder gaan. Hij zet een paar stappen, maar draait zich dan weer naar het veld, en blijft weer staan. Maar de paarden zien hem nog steeds niet. Als de paarden hem bij de vierde keer stilstaan nog niet opgemerkt hebben, besluit hij ze te roepen. Frimousse heeft echter nogal een stem, en die zet hij helemaal open. Waarop de paarden zich helemaal wezenloos schrikken, en er allebei als een speer vandoor gaan, Frimousse met een verbijsterd gezicht achterlatend. Dat de donativo-gîte in Éauze dicht is, wist ik al: Martine heeft van de week voor me gebeld. De eigenaren zijn op vakantie, maar hebben aangegeven dat ik kan slapen in de kapel in de tuin. Die kapel blijkt een blokhut te zijn zoals sommige mensen als schuur gebruiken, maar dan helemaal ingericht met kruisjes, prentjes en bijbels; deze mensen zijn erg katholiek. Larressingle Montréal-du-Gers
Vandaag maar een klein stukje, dus geen haast met vertrekken. Eerst nog even mijn kamer weer een beetje aan kant gemaakt, daarna de ezelpoep verzameld voor de composthoop, en tot slot nog een bakkie koffie. Ben blij dat ik vandaag niet zo ver hoef, want het is koud en het regent. Omdat ik met dit weer geen zin heb in pauzes, zijn we een uur eerder in Montréal dan gepland. En dan ben ik weer op bekend terrein, want hier heb ik vorig jaar twee keer gewerkt. Larressingle
Dagje lekker niks. Beetje rustig met de ezel over een veld gedrenteld, om hem weer eens goed te laten eten. En de grijpvoorraad hout voor de kachel aangevuld, omdat het wel aardig is om iets terug te doen. En verder een beetje gelummeld en gelezen. Morgen 10 kilometer. Castelnau-sur-l’Auvignon Condom Larressingle
De 5 euro die ik na het ontbijt neerleg, wil Jean-Pierre niet aannemen; ik heb immers gewerkt als betaling? Maar als ik zeg dat het niet voor hem is, maar dat hij het moet gebruiken voor de volgende pelgrim die langskomt, en het misschien nog harder nodig heeft dan ik, accepteert hij het toch. We hoeven vandaag weer niet heel ver, een kilometer of 15; als het goed is, heeft Anita haar vriendin Martine in Larressingle gevraagd of ik een nachtje in haar gîte mag overnachten. Het weer doet vandaag rare dingen: het ene moment moet de poncho aan, en het volgende moment loopt het zweet in straaltjes van mijn rug, omdat de zon zo schijnt; en het ene moment is het windstil, en het volgende moment moet ik mijn hoed vasthouden omdat hij er anders vandoor gaat. We moeten vandaag weer een stad, maar ik maak me geen zorgen meer: Frimousse heeft inmiddels begrepen dat hem in een stad niets kan gebeuren als hij heel dicht bij me blijft, en heel goed naar me luistert. Bovendien ben ik in Condom al vaker geweest, dus ik ken hier de weg een beetje en weet welke kant we op moeten. Om half 4 zijn we bij La Halte, onze gîte voor vannacht, maar er is niemand. Ik zet mijn tas alvast in de tuin, en rek en strek wat. Een uur later is er nog steeds niemand. Ik loop een rondje met Frimousse, en laat hem het gras aan allebei de kanten van de straat maaien. Dat brengt ons weer een uur verder, maar er is nog steeds niemand. Ik begin een beetje te twijfelen. Sta ik wel bij de goeie gîte? Heeft Martine het bericht over mijn komst misschien niet ontvangen omdat ze met vakantie is? Het wordt inmiddels behoorlijk laat, en het zal lastig worden om nu nog iets anders te vinden. Onder het eten nemen we het vervolg van mijn reis door, en stuiten op een probleem: Anita komt morgenavond laat pas thuis van vakantie, dus ik kan niet overnachten in Montréal. De volgende optie zou dan Lamothe op 20 kilometer zijn, maar dat is te duur, of Éauze op 27 kilometer, en dat is te ver. En dus stelt Martine voor dat ik morgen een rustdag neem. Ik kan zonder probleem voor niets nog een nacht bij haar blijven, dan zaterdag 10 kilometer lopen naar Anita in Montréal, en zondag 17 kilometer naar de donativo in Éauze. |
||
Copyright © 2013-2024 elPeregrino.nl - All Rights Reserved Powered by WordPress & Atahualpa |
Recente reacties