In 2014 liep ik van Wateringen in Nederland (in het Westland) naar Fisterra in Spanje (ten westen van Santiago de Compostela).
Daarna besloot ik om niet terug te keren naar Nederland, maar verder te zwerven.
Sinds begin 2022 heb ik, na bijna 8 jaar zwerven in Noord-Spanje en heel Frankrijk, een huisje in de Loire-Atlantique in Frankrijk.
Ik volg momenteel een opleiding waarmee ik straks aan de slag kan in de hulpverlening.
|
Van de hospitaleros van Fin del Camino kreeg ik het advies om bij het vliegveld te gaan staan als ik wilde liften. Dat was maar een kilometer of 3, 4 verderop, en daar kwam het meeste verkeer, en vooral ook vrachtverkeer. Helaas bleken dat Spaanse kilometers te zijn, en zouden we elders spreken over ruim 10 kilometer. Bovendien stortregende het heel de ochtend, dus verzopen en moe kwam ik uiteindelijk om een uur of 12 bij het vliegveld aan. Ik was dus al helemaal voorbereid op wildkamperen in de buurt van het vliegveld; regen is geen goed weer om te liften. Gelukkig hield het op met regenen toen ik aankwam bij de oprit van de snelweg, en kon de poncho uit. Met een poncho kun je een lift wel vergeten, want een drijfnatte lifter maakt de stoelen nat.
Helaas bleek de oprit waar ik stond geen handige plek: er kwam bijna geen verkeer langs; ik denk dat het vrachtverkeer van het vliegveld een andere weg gebruikt. Een lokale bewoner dacht er blijkbaar hetzelfde over, want hij reed een extra rondje over de rotonde, en pikte me op om me een kilometer verder bij een andere oprit neer te zetten. Ik kon daar kiezen tussen de weg naar Lugo en de weg naar Oviedo. Ik was van plan om over Lugo te reizen, maar hij wist bijna zeker dat er meer verkeer naar Oviedo ging. Ik geloofde hem op zijn woord, en posteerde me op de oprit van de snelweg naar Oviedo.
Na een minuut of 5 stopte er al een auto; hij kon me maar een kilometer of 10 meenemen, maar als ik wilde, mocht ik instappen. Omdat ik de kaart rond Santiago niet goed in mijn hoofd had, en bang was dat ik dan op een onmogelijke plek zou komen te staan, nam ik het risico en sloeg zijn aanbod af.
Een paar auto’s later ging er alweer iemand in de ankers, en vroeg waar ik heen wilde. Ik zei dat ik eerst Oviedo wilde bereiken, maar uiteindelijk richting Santander wilde. Dat kwam goed uit, lachte hij, hij en zijn vrouw waren namelijk onderweg naar Santander. Na een hele ochtend van vloeken en tieren op het weer en het lange stuk lopen, weigerde mijn brein te geloven wat mijn oren hoorden. Nou ja, krabbelde ik terug, ik hoefde niet helemaal naar Santander, maar naar San Vicente de la Barquera. Dat kende hij wel, zei hij, en hij zou me er graag afzetten.
Toen ik mijn rugzak, hoed en wandelstok in de achterbak had gegooid, en zelf plaatsgenomen had op de achterbank, begon het langzaam tot me door te dringen dat het lopen nu echt voorbij was: na een ochtend vechten tegen de regen, en een lift van een kilometer, had ik nu ineens een lift van ruim 500 kilometer te pakken, en zou ik afgezet worden aan het begin van het volgende hoofdstuk in mijn leven.
Gelukkig had dit stel begrip voor mijn emotie en mijn vermoeidheid, en mocht ik op de achterbank heerlijk alleen zijn met mijn gedachten. Alleen toen we halverwege de rit even koffie en een broodje haalden, werd ik geacht deel te nemen aan een gesprek.
Uiteindelijk werd ik op de afrit van de snelweg afgezet, en moest ik voor de laatste 6 kilometer nog even wat anders zoeken. Ik vond het wel toepasselijk om lekker naar El Galeón te lopen.
Daar aangekomen hoefde ik nog niet echt aan het werk, maar mocht ik rustig mijn tas uitpakken (in mijn eigen kamertje!) en mijn spullen in de was doen. Maar omdat ik er nu toch was, heb ik ook maar geholpen met het klaarzetten van de ontbijttafel. En toen er blaren verzorgd moesten worden, werd ik wel geacht goed op te letten, zodat ik dat straks ook zou kunnen. Wat ik niet erg vind, want Sofia is een beetje beroemd om haar blaren-verzorg-kunsten (vroeger verpleegster geweest, geloof ik).
Morgen de eerste echte dag als hospitalero.
-
-
Nog een klein stukje.
-
-
Ik ben er bijna.
-
-
El Galeón.
Gisteravond heb ik samen met Andreas boodschappen gedaan en in de albergue gegeten. Gewoon wat olijven, zoute pinda’s, brood, schapenkaas, chorizo, bier, wijn en orujo de hierbas; meer heeft een pelgrim niet nodig. We waren het erover eens dat we de reis niet beter afgesloten zouden hebben in een restaurant.
Vandaag heb ik mijn tocht helemaal afgerond door mijn schelp aan de zee terug te geven. Al sinds voor mijn vertrek was ik van plan aan het einde van de reis mijn schelp in zee te gooien, en dat was inderdaad een prima manier om er een punt achter te zetten. Ik ben in mijn eentje naar Cabo Fisterra gelopen; een wandelingetje van zo’n 3 kilometer, en heerlijk zonder rugzak.
Behalve dat je op Cabo Fisterra je schelp in het water kunt slingeren (en je schoenen kunt verbranden, zoals veel mensen doen), kun je er ook je laatste stempel halen, bij de vuurtoren. Dat leek me een leuk idee. Maar ik ben best iemand die graag tolerant wil zijn en begrip wil tonen, maar geld vragen aan een pelgrim voor een stempel, dat gaat me echt te ver. Ik ben er dus maar van uit gegaan dat mevrouw nog wel ergens een lichaamsholte zou hebben waar de zon niet zo heel vaak schijnt, en waar de stempel zonder al teveel excessief geweld eenvoudig ingebracht zou kunnen worden.
En zo liep ik dus weer 3 kilometer terug zonder schelp en zonder stempel. En toen brak heel even de zon door in een verder stormachtige en regenachtige dag. Dus dat was goed.
Het klinkt misschien gek, maar de rugzak voelt anders zonder de schelp. 5 Maanden lang ben ik me ervan bewust geweest dat die schelp daar hing. En dat iedereen kon zien dat ik pelgrim was; ik hoorde dat mensen ook regelmatig tegen elkaar zeggen. Maar nu zit mijn pelgrimage erop, en ben ik dus gewoon iemand die met een rugzak onderweg is.
Het was een uur of 12 tegen de tijd dat ik uit Fisterra kon vertrekken richting San Vicente de la Barquera. Het plan was om eerst vanuit het dorpengebied rond Fisterra in of bij A Coruña te komen, en van daar de snelweg te nemen richting Santander. Ik begon met auto’s met een buitenlands kenteken te zoeken in het dorp; als je als buitenlander in Spanje huiswaarts wilt vertrekken, is de kans erg groot dat je richting de Franse grens gaat, en die kant moet ik ook op. Helaas bleken de paar buitenlandse auto’s die er waren nog wat verder zuidwaarts te trekken. En die ene Nederlandse camper vertelde niet eens wat hij van plan was; die gaf alleen maar wat gas bij toen hij me zag zwaaien. En er was 1 afgetrapte Franse blauwe bestelbus waar ik wel wat van verwachtte, maar hoe vaak ik ook langsliep, de bestuurder vertoonde zich niet.
Uiteindelijk besloot ik dus maar gewoon Fisterra uit te lopen, en mijn duim op te steken naar auto’s. Het riep het een en ander aan herinneringen op: ik heb een paar jaar van en naar de middelbare school gelift. Zoals het hoort met liften, reden de eerste 100 auto’s me straal voorbij; sommigen gebaarden dat ze maar een klein stukje gingen, de meesten deden alsof ze me niet zagen. Totdat er een afgetrapte Franse blauwe bestelbus aan kwam rijden, die direct in de ankers ging toen ik mijn duim opstak. Er zaten 2 jonge vrouwen in; een soort Franse Thelma and Louise, maar dan met stekels en piercings; ze hebben de burgelijkheid achter zich gelaten, toeren nu door Europa met hun busje, en zijn net een maand in Portugal geweest.
De dames konden me niet heel ver meenemen, maar ze zetten me wel precies op de juiste plek neer om opgepikt te worden door 2 jonge jongens die onderweg waren naar Santiago de Compostela. Goed, het was niet A Coruña, maar het was een grote stad, en de jongens waren speciaal omgekeerd om een keer een lifter mee te kunnen nemen.
Ik heb in het verleden weleens tegen mensen gezegd dat ze als een idioot rijden. Ik neem dat nu allemaal terug. Deze bestuurder heeft in no-time bewezen dat Einstein er naast zat, en dat de mens best wel sneller dan het licht kan reizen; ik kwam eerder in Santiago aan dan ik vertrokken was uit Fisterra. Uiteindelijk is het een wonder dat we slechts 1 keer bijna geplet zijn tegen de grille van een tegemoet komende vrachtwagen. Maar ik heb het afgelopen half jaar vrijwel niet in een auto gezeten, en mijn tocht zit er toch op, dus ik vond het allemaal prachtig. Wat hem er alleen maar van overtuigde dat er best nog een beetje gas bij kon, want hij zag in zijn spiegel dat ik niet bang was.
Aangekomen in Santiago was het duidelijk dat ik San Vicente de la Barquera vanavond niet meer zou gaan halen. Op zich had ik daar ook niet op gerekend, maar omdat het regende, betekende dat wel een probleempje. Daarbij is het bedrag in mijn portemonnee geslonken naar €4,50, en voor dat geld kun je in Santiago niet in een albergue terecht. Ik besluit me weer te melden bij de Huiskamer van de Lage Landen; zij zijn ongetwijfeld meer thuis in deze stad, en bovendien kan ik daar mijn eigen taal spreken. Door hun tussenkomst kan ik nog een nachtje slapen in de albergue waar ik afgelopen weekend ook heb geslapen toen ik in Santiago was.
Vanuit Fisterra heb ik vanmorgen naar El Galeón gebeld om te zeggen dat ik verwacht morgen te arriveren. Ik hoop dat ik gelijk krijg.
Ondertussen werpt DreamOrDonate, de site die ik gebruik om donaties te ontvangen, zich op als een erg starre en bureaucratische organisatie: ik heb momenteel een tegoed van €23,25, maar het minimumbedrag dat ik naar mijn bankrekening kan laten overmaken is €25,00. En het maakt niet uit dat ik aangeef dat ik, door mijn ervaring als ontwikkelaar van websites, weet dat dat gel*l is, en dat het een kleine moeite moet zijn om dat te omzeilen; en dat ik geen donaties meer verwacht, omdat mijn doel behaald is; ‘nee’ is ‘nee’.
-
-
0,00 KM
-
-
Het einde van de wereld.
-
-
Geen benul dat hij bijna aan het einde van de wereld is…
Olveiroa Raso Cee Corcubión Sardiñeiro Escaselas Fisterra
155 Dagen. Zo’n 3.000 kilometer. En nu zit het erop…
Ik ben er: Fisterra; het einde van de wereld.
Om eerlijk te zijn, heb ik het einde van de wereld nog niet gezien. Ik ben nu in het dorp Fisterra, en vanavond of morgenochtend loop ik naar Cabo Fisterra om daar mijn schelp terug te geven aan de zee. En dan zit het er echt op. En haast ik me naar San Vicente de la Barquera voor het volgende hoofdstuk van mijn verhaal.
Met mijn dieet van de afgelopen weken was het niet heel raar dat ik, na de dag regen en wind gisteren, vanmorgen nogal gammel was. Na een paar uurtjes lopen trok dat echter aardig weg, en heb ik toch de volledige 32 kilometer naar Fisterra kunnen lopen. Vandaag was het weer trouwens weer heel de dag huilen, maar gelukkig begon het pas in de middag te regenen. Nou ja, gelukkig… Die regen zorgt er wel voor dat ik nu mijn laatste tientje besteed heb aan een albergue.
Onderweg kwam ik Andreas weer tegen (hij vertrekt altijd eerder dan ik), en de laatste 10 kilometer hebben we samen gelopen. We slapen in dezelfde albergue, en hij heeft beloofd dat hij vanavond op wijn trakteert, dus dat is dan wel weer oké.
Meer verhaaltjes in de komende dagen; nu is het tijd om te douchen, en daarna te gaan beseffen dat de tocht er op zit.
We nemen nog geen afscheid, want ik ben nog niet uit geschreven. Maar vandaag wel.
-
-
De albergue vanmorgen bij vertrek.
-
-
Linksaf naar Fisterra, rechtsaf naar Muxia.
-
-
Op die berg in de verte ligt Fisterra.
-
-
De gemeentegrens van Fisterra.
-
-
Vlakbij Fisterra.
Negreira Pesadoira Ponte de Olveira Olveiroa
Ik word wakker van regen op mijn tent. Tent en was dus weer nat in de rugzak.
Omdat ik vroeg wakker ben, ben ik ook vroeg op pad. En wat ik al die tijd al dacht, is waar: er is geen zak aan om zo vroeg in de ochtend te lopen.
Het blijft heel de ochtend regenen, en aan het einde van de ochtend gaat de regen over in stortregen. Om 1 uur heb ik, door het vechten tegen regen en wind, het gevoel dat ik er al een hele dag op heb zitten. In de middag neemt de regen wat af, maar droog wordt het niet.
In Ponte de Olveiroa, na een kilometer of 30, besluit ik me bij de refugio te melden. Helaas blijkt deze (donativo) refugio reserveringen te accepteren, en is hij helemaal volgeboekt door pussy-pilgrims. De donativo-refugio wordt dus helemaal bezet door toeristen die genoeg geld hebben om hun rugzak door een taxi te laten vervoeren, waardoor de echte pelgrim nog een paar kilometer verder moet naar een duurdere albergue; de wereld op zijn kop.
Onderweg kom ik Andreas tegen, en samen komen we net op tijd aan in Olveiroa om daar de laatste 2 bedden in de gemeentelijke albergue te claimen. De partikuliere albergue in diezelfde plaats is ook al vol; we blijken tussen 3 georganiseerde groepen pussy-pilgrims beland te zijn, en het is mega-druk.
Ik heb nog instant-soep, schapenkaas en chorizo in mijn rugzak; met een stokbrood en een blikje tonijn uit het winkeltje heb ik voor 2 en een halve euro een feestmaal.
Als het me morgen weer lukt om zo’n lange haal te maken (ik betwijfel het een beetje, want alles is nat), dan kom ik morgen aan in Fisterra.
Eindpunt (overnachting)Naam | Albergue de Peregrinos | Plaats | Olveira | Prijs per nacht | €6,00 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Bij de prijs inbegrepen. | Eten | 1 Restaurant in het dorp, en die is ook gelijk het winkeltje; geeft een idee van de prijzen. |
Santiago de Compostela Pineiro Nedreira
5 Oktober 2014, exact 5 maanden na mijn vertrek uit Wateringen, heb ik mijn stempel gehaald bij het Oficina do Peregrinos in Santiago de Compostela. Gelukkig was ik vroeg, dus de rij voor me was maar zo’n 20 mensen lang. Ik heb besloten geen compostela (certificaat) te nemen; ik heb er niks mee, en ik kan er niks mee. Na de stempel nog een uurtje doorgebracht in de Huiskamer van de Lage Landen, in hetzelfde pand. Vervolgens nog even terug naar het plein voor de kathedraal, voor een paar selfies en een ‘rondje’, en toen kon ik om 11:00 eindelijk richting Fisterra. Half en half hoopte ik in Santiago Maarten nog tegen te komen, maar dat zou natuurlijk wel heel toevallig geweest zijn, (Maarten, als je dit leest: stuur me even een berichtje; ik heb je e-mailadres niet, en ik ben benieuwd hoe het je vergaan is.)
Omdat in Santiago alle winkels gewoon open zijn, dringt het pas buiten de stad tot me door dat het vandaag zondag is, en dat ik het kopen van een brood dus wel kan vergeten. Ik zal dus voor Negreira een kampeerplaats moeten vinden, zodat ik morgen in Negreira weer boodschappen kan doen. Omdat het fruit waar ik met mijn wandelstok tegen tik (appels, peren, vijgen) weigert de bijbehorende boom los te laten, bestaat het dieet vandaag uit chocoladebroodjes en mueslirepen.
‘s Ochtends en aan het begin van de middag is het prachtig weer. Daarna komen er geleidelijk aan wat wolken binnen drijven, en mijn vertrouwen dat het best droog zal blijven, gaat langzaam over in de hoop dat ik in ieder geval voor de regen de tent op kan zetten.
Uiteindelijk vind ik geen geschikte plek, en beland ik toch in Negreira. Ik besluit me dan maar bij de gemeentelijke albergue te melden, want die zal in ieder geval goedkoper zijn dan partikuliere albergues. Onderweg door het stadje word ik door verschillende mensen, andere pelgrims en hospitaleros van partikuliere albergues, gewaarschuwd dat de gemeentelijke albergue vol is. Ik doe of ik gek ben en loop toch door; een partikuliere albergue is sowieso te duur. Aangekomen bij de albergue blijkt die inderdaad vol, en om die reden is de hospitalera even naar huis; een briefje meldt dat ze om 8 uur terug zal zijn. Dat is 2 uur wachten; ik neem het risico.
8 Uur blijkt half zeven te worden, dus dat is mooi. En als ik vraag of ik mijn tent op mag zetten, is dat geen probleem. En voordat ik de kans krijg om te vragen of ik moet betalen, is ze alweer vertrokken; goed, ik heb nu geen stempel, maar spaar wel 6 euro uit voor een overnachting. Omdat ik geld voor een overnachting uitspaar, gun ik mezelf het pelgrimsmenu voor 7 euro waar ik onderweg reclame voor zag.
Vanmorgen in Santiago ben ik nog een paar bekende gezichten tegengekomen, dus ik heb wat afscheid kunnen nemen. Alex, een Griek die heel krampachtig op zoek was naar camino-vrienden, en uiteindelijk opgenomen werd door een groep joviale Spanjaarden; Chebbi (Chevvi? Chibbi? Chivvi?), een Spaanse IT’er die zich niet kon voorstellen dat ik genoeg had van de IT; Dahrma, een Indonesische jongen die sinds een jaar of 10 in Spanje woont; allemaal jonge mensen, en ze gaan allemaal met de bus naar Fisterra.
In de albergue kom ik Gérard tegen; ik kom hem al sinds Oviedo elke dag minstens 1 keer tegen, en vaak overnachten we in dezelfde albergue. Gérard is een Fransman die in etappes loopt. Etappe 1 was van Turijn in Italië naar Le Puy in Frankrijk. Etappe 2, 3 jaar geleden, was van Le Puy naar Irún in Spanje; daarbij heeft hij zijn knieën zo kapot gelopen dat hij een half jaar lang geen trappen heeft kunnen lopen zonder hulp. Daarna heeft hij zo hard getraind, dat hij nu over de Camino del Norte en de Camino Primitivo naar Santiago heeft gelopen. Hij heeft besloten dat laatste stukje naar Fisterra (100 kilometer) er ook nog maar bij te doen. Even voor de volledigheid: Gérard is 70 jaar. En dan niet van het type ‘haantje’; als je hem ziet lopen, is het gewoon een bedeesde oude man die een stukje gaat wandelen, maar dan met een rugzak.
Van Gérard hoor ik dat Andreas waarschijnlijk ook ergens in het dorp logeert; die zal ik dus van de week ook nog wel tegenkomen.
En op de valreep heb ik mijn setje reserve-veters nog nodig, dus die 11 gram heb ik ook niet voor niets meegesleept.
-
-
Kathedralen staan altijd in de steigers als ik langskom.
-
-
Selfie.
-
-
Bruggetje.
Eindpunt (overnachting)Naam | Albergue de Peregrinos | Plaats | Negreira | Prijs per nacht | €6,00 voor een bed, niets voor een tent | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Nee. | Eten | Verschillende restaurants en winkels in het stadje op 10 minuten lopen. |
O Pedrouzo Santiago de Compostela
Goed, dat iedereen hier lijkt te moeten bellen onderweg, dat is tot daar aan toe. Maar als er een groep Spanjaarden met een radio vlak achter me loopt, besluit ik om kwart voor twaalf tot een vroege lunch. Het brood is 2 dagen oud, maar de 2 blikjes tonijn maken een hoop goed. Omdat het dierendag is, geef ik de kat die op tafel wil springen maar 1 schop.
In een soort polonaise lopen we op Santiago de Compostela aan. Maar dan gebeurt er een klein wondertje: net voor je Santiago inloopt, is er een vakantiepark/bar/souvenirwinkel, en iedereen besluit daar even pauze te houden. En zo kan het gebeuren dat ik helemaal in mijn eentje Santiago inloop; geen anderen voor me en geen anderen achter me.
Eenmaal de eerste bocht om zie ik natuurlijk wel weer anderen, en als ik even pauze houd om dit op te schrijven, word ik ook weer gepasseerd door anderen, maar mijn eerste stappen in Santiago de Compostela heb ik helemaal alleen gezet, en niet in polonaise.
Verder kan ik trouwens melden dat ik verrassend weinig emotie voel als ik Santiago inloop. Ik weet niet of dat komt doordat vanaf het begin Fisterra mijn doel is geweest, of dat ik gewoon een kouwe kikker ben. Of misschien ben ik er gewoon nog niet uit of ik nou blij of verdrietig moet zijn dat het afgelopen is.
Als ik Santiago inloop miezert het, en het ziet er naar uit dat het erger zal worden. Toch al geen weer om te kamperen, en ik verwacht ook niet dat ik mijn stempel zo vlot voor elkaar zal hebben dat ik vanmiddag de stad nog uit kan om een plek in het wild te zoeken. Ik meld me daarom bij de eerste albergue die adverteert met een fatsoenlijke prijs. Tegen de tijd dat ik de was aan het doen ben (waarom moet dat altijd buiten?) regent het echt.
Morgenochtend loop ik langs de kathedraal voor een kaarsje en een stempel, en dan gelijk door de stad uit richting Fisterra.
O, en op de valreep nog even een tip die ik al een paar maanden vergeet te vermelden (hoewel ik misschien een open deur intrap): rekken en strekken. Als je dat niet doet, ontwikkel je wat ik het ‘pelgrimsloopje’ noem; dat is een soort O-benige waggel die er bepaald oncharmant uitziet. Dus in ieder geval ‘s morgens voor vertrek en ‘s middags na aankomst even met gestrekte benen met de handen naar de vloer, en even een huis, tafel of lantaarnpaal ‘wegduwen’ (zoals je hardlopers weleens ziet doen).
En terwijl ik dit zit te tikken, komt de bevestiging binnen dat ik van de week aan de slag kan bij El Galeón.
-
-
We naderen Santiago.
-
-
Eerste blik op Santiago.
-
-
In Santiago.
Ik heb zojuist de berichten geplaatst voor 30 september t/m 4 oktober, en een video toegevoegd aan het bericht van 29 september.
Eindpunt (overnachting)Naam | Fin del Camino | Plaats | Santiago de Compostela | Prijs per nacht | €8,00 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Bij de prijs inbegrepen. | Eten | Magnetron aanwezig. Enorme supermarkt en verschillende restaurants in de buurt. |
A Casteñada Arzúa Salceda O Pedrouzo
Als ik vandaag 30 kilometer gelopen zou hebben, zou ik in A Lavacolla terecht gekomen zijn, en veroordeeld zijn tot een albergue. Ik besluit daarom in O Pedrouzo een pak wijn en een zak chips te kopen (ik ben er nog niet uit of ik wat te vieren of wat te verwerken heb, maar vanavond wil ik wat te drinken), en dan een plekje in het bos te zoeken. Dat blijkt niet moeilijk: een prachtig veld ligt op me te wachten net buiten O Pedrouzo. Ik ben trouwens niet de eerste die er zo over denkt: de sporen van een vorige kampeerder liggen er nog (pen, halve fles wijn, resten van een vuurtje).
De wandeling was prima vandaag. Ik werd wakker onder een prachtige sterrenhemel (geprobeerd te fotograferen, maar daarvoor is mijn camera niet goed genoeg), brak mijn tent af terwijl de eerste wandelaars naar me zwaaiden, en heb bijna heel de dag zon gehad. Tijdens een mini-lunch even de mail gecheckt, maar nog geen bevestiging van El Galeón ontvangen.
Dat ik geen 30 kilometer gelopen had, wist ik, maar ik ben toch wat verbaasd dat ik na zo’n heerlijke dag lopen maar 20 kilometer heb afgelegd.
Na verse walnoten gisteren, kreeg ik vandaag verse vijgen kado van Moeder Natuur.
-
-
Ik ben geen liefhebber van graffiti, maar degene die op elke vuilnisbak een regel uit Imagine van John Lennon schrijft, raakt wel iets.
-
-
Wildkamperen.
Eindpunt (overnachting)Naam | wildkamperen | Plaats | O Pedrouzo |
Even een vluggertje vanuit een café waar ik ben neergestreken voor een patatje, een biertje en wifi. Ik ga ervan uit dat ik, wegens wildkamperen, de komende week geen wifi zal hebben. Vandaar dat ik nu alvast laat weten dat ik verwacht morgen (zaterdag) in Santiago de Compostela te arriveren, en dinsdag of woensdag in Fisterra. De ‘officiële’ bevestiging volgt zodra ik een kans zie.
Ponte Ferreira Melide Boente A Castañeda
Ik dacht dat de Camino Primitivo in Arzúa aansluit op de Camino Frances, maar dat blijkt al in Melide te zijn, 20 kilometer eerder.
Melide zou mijn halte zijn voor vandaag. Wegens omstandigheden was ik echter vroeg wakker, en dus ook vroeg in Melide. Ik besloot er daarom nog 5 kilometer bij te doen, en door te lopen naar Boente. Maar omdat ik lekker liep, en omdat het geen weer en geen omgeving was om in een albergue te slapen, en omdat er na de albergue van afgelopen nacht serieus bespaard moest worden, besloot ik ook Boente voorbij te lopen, en een mooi plekje in de natuur te zoeken.
In Melide heb ik ook mijn eerste Frances-pelgrims gezien: met rugzakjes kleiner dan het lunchpakket dat ik vroeger meenam naar mijn werk lopen ze, vrolijk tikkend met hun aluminium wandelstokjes, pelgrimpje te spelen; op de Camino Frances is het allang niet gek meer om je rugzak door een taxi te laten vervoeren. Uiteraard waren er ook wel bij die serieuzer bezig waren, en dat waren de enigen die ik na Melide nog zag; het was half drie geweest, dus de ‘pelgrims’ die alleen de laatste 100 kilometer lopen, waren al ingecheckt in een stapelbed.
Als ik morgen, net als vandaag, een kilometer of 30 doe, heb ik de Camino Frances na 2 dagen alweer achter me; als het goed is, loop ik dan overmorgen rond het middaguur Santiago binnen. Als ik mijn stempel dan vlot voor elkaar heb, kan ik ‘s middags al onderweg zijn naar Fisterra.
-
-
Hierin wordt (werd) eten bewaard.
-
-
Voor alle duidelijkheid: dit is een paddestoel.
-
-
El Pequeño Oasis: water gratis, fruit voor weinig, geld in het bakje aub.
-
-
Het uitzicht vanuit mijn tent.
-
-
Mooi plaatje.
Eindpunt (overnachting)Naam | wildkamperen | Plaats | A Castañeda |
Lugo San Antonio San Roman de Retorta Ponte Ferreira
Toen ik gisteren uit verveling de aangeplakte briefjes bij de receptie van de albergue stond te lezen, las ik dat ik, om in aanmerking te komen voor een compostela (certificaat dat je verklaart dat je naar Santiago gelopen hebt), vanaf Lugo 2 stempels per dag moet verzamelen: 1 halverwege de route, en 1 aan het eind. Ik denk nog steeds niet dat ik een compostela wil, maar voor de zekerheid haal ik vanaf nu toch maar 2 stempels per dag; als ik me bedenk, en ik heb ze niet, heb ik een probleem.
Op de Camino Primitivo geldt dat dus vanaf Lugo; op de Frances zal dat dan zo’n beetje vanaf Léon zijn, en op de Del Norte misschien vanaf Gijon. ‘t Is maar dat je ‘t weet.
Mijn gids vermeldt vandaag een albergue op 20 kilometer en één op 50 kilometer. Makkelijke keuze dus.
Als ik net Lugo uit ben, kom ik echter Andreas tegen, de Duitser met wie ik van de week een avondje goedkoop aan de boemel geweest ben. Hij wijst me op een partikuliere albergue op 27 kilometer. Omdat het een partikuliere albergue is, is de kans groter dat ik mijn tent op mag zetten (met korting), en bovendien serveert deze albergue ook eten; de albergue op 20 kilometer is in een dorp zonder winkels of cafés.
Ik besluit mijn plan dus om te gooien en naar Ponte Ferreira door te lopen. En dat is een slecht plan: mijn tent mag ik niet opzetten, korting kan ik dus ook wel vergeten, en het enige gerecht op de kaart is paella met vis, waar bovendien 9 euro voor betaald moet worden; er zijn geen winkels, cafés of restaurants in de buurt. En dan lopen er ook nog eens 3 kinderen schreeuwend rond te rennen. Ik besluit te gaan voor een broodje ei voor €3,50 en een biertje, en deze albergue zo snel mogelijk te vergeten.
Morgen ben ik met een kilometer of 20 in Melide. Ik ga er maar van uit dat een albergue met 130 bedden (…) niet zo heel duur zal zijn. En winkels zijn er ook in Melide, dus ik kan er ook brood kopen voor bij de berg beleg die ik in mijn tas heb.
Eindpunt (overnachting)Naam | Albergue Ponte Ferreira | Plaats | Ponte Ferreira | Prijs per nacht | €11,00 | Douche | Bij de prijs inbegrepen. | Wifi | Is er wel, maar zo rampzalig slecht dat ik niet eens probeer mijn blog bij te werken. | Eten | Paella. |
|
Privacy De applicatie die wordt gebruikt voor het verzamelen van statistieken over het bezoek op deze website, anonimiseert de verzamelde informatie door de laatste byte van het IP-adres te verwijderen. Ook respecteert deze applicatie de Do Not Track instelling van je browser.
Helaas zijn de ontwikkelaars van WordPress en de WordPress plug-ins minder respectvol. Je privacy kan daarom helaas niet gegarandeerd worden op deze website.
|
Recente reacties