In 2014 liep ik van Wateringen in Nederland (in het Westland) naar Fisterra in Spanje (ten westen van Santiago de Compostela).
Daarna besloot ik om niet terug te keren naar Nederland, maar verder te zwerven.
Sinds begin 2022 heb ik, na bijna 8 jaar zwerven in Noord-Spanje en heel Frankrijk, een huisje in de Loire-Atlantique in Frankrijk.
Ik volg momenteel een opleiding waarmee ik straks aan de slag kan in de hulpverlening.
|
In Frankrijk had ik me al twee keer aangemeld voor een cursus EHBO. En ook al twee keer vond ik vervolgens werk aan de andere kant van Frankrijk, en moest ik me weer afmelden.
Dus toen ik gisteren hoorde dat er ‘s avonds een reanimatiecursus zou zijn voor een aantal vrijwilligers en compagnons, vroeg ik direct of ik misschien aan kon sluiten. En dat kon.
Die is alvast binnen…
Mijn bliksembezoek aan Vlaardingen en Schiedam zou nog een mooi staartje hebben, schreef ik van de week. Nou, wat dacht je hier bijvoorbeeld van…?
Het plan was om, onderweg van Avignon naar Vlaardingen, drie keer te overnachten: de eerste keer in Rodez bij Emmaüs, om de collega’s even gedag te zeggen en direct ook mijn caravan in de tuin te zetten bij Claude; de tweede keer bij Emmaüs in Bourges, waar collega ‘le petit Robert‘ heen gegaan was (ik was zelf ‘le grand Robert‘); en de derde keer in het noorden van Frankrijk, waar collega ‘le gros‘ bij een Emmaüs zou zitten. Maar in Rodez hoorde ik dat le petit Robert zich inmiddels bij Cyrille (‘le gros‘) bij Emmaüs Touraine had gevoegd. Waardoor 2 overnachtingen samengevoegd werden tot 1 overnachting.
Voor het geval je het nog niet doorhebt, trouwens: ik ben dit verhaaltje een beetje aan het rekken, om de spanning erin te houden…
En dus duurde mijn reis een dag korter dan gepland. Ik had natuurlijk een nachtje extra in Rodez kunnen blijven. Of in Touraine. Of Jeroen en Leoni bellen of ik een dagje eerder mocht aankomen.
Maar ik zag hierin een leuke kans om kennis te maken met Emmaus in Nederland (in Nederland is het zonder trema op de ‘u’). En dus zocht ik het adres op van Emmaus in Breda en reed ik daarheen, om te zien of er in Nederland, net als in Frankrijk, altijd een bed klaarstaat voor wie aanklopt.
Bij Emmaus in Breda trof ik de deur dicht en het licht uit. Maar op het moment dat ik de deur van de auto weer open deed om bij de kachel en de radio met mezelf de discussie te voeren of ik een goedkoop hotelletje zou zoeken of toch Jeroen en Lee zou bellen, kwam er een man uit het huis naast de Emmaus-winkel om het Emmaus-hek te open te doen en in de Emmaus-auto te stappen. (Eigenlijk weet ik niet of het een Emmaus-auto was, maar ik vond die zin zo grappig klinken.)
Uiteraard gooide ik mijn autodeur direct weer dicht, en schoot ik de man aan. De man vertelde me dat er hier sowieso geen bed klaar zou staan, maar dat ik dan bij Emmaus in Langeweg moest zijn. Maar dat ik dan wel moest wachten tot dinsdag, omdat de mensen in Langeweg nu van hun welverdiende weekend genoten.
Ja, m’n kont!
Ik had nu de naam Langeweg gehoord, en dus zocht ik het adres van Emmaus Langeweg op, en reed ik erheen; Langeweg ligt vlakbij Breda. In Langeweg trof ik de deur open, en dus ging ik naar binnen, waar ik uiteindelijk op de verdieping opgevangen werd door een bewoner. Deze bewoner wist niet zo heel goed wat hij moest met mijn vraag om een bed, en bood me dus een kop koffie en een koekje (zo Hollands) aan, en belde de coördinator, zoals de responsable in Nederland blijkbaar genoemd wordt.
In de keuken wachtend op deze coördinator las ik op het prikbord een memo van Emmaus Nederland, waarin stond dat er bij Emmaus in Nederland een tekort is aan managers. ( ← Mmmhh… Hier lijken we in de buurt te komen van de kern van dit verhaaltje, denk je ook niet…?)
De coördinator kwam, en verzekerde me dat hij me uiteraard niet op straat zou zetten. In het ergste geval kon ik op de bank in de woonkamer, maar bij nader onderzoek bleek de passantenkamer vrij. Omdat ik nog niet aan eten toegekomen was — om dit verhaaltje lekker kort te houden (…) heb ik niet verteld over mijn strubbelingen om in het zuiden van België te tanken — was er bovendien ook lasagne voor me.
Toen de formaliteiten afgerond waren, vroeg ik terloops naar de memo op het prikbord. Wat het begin was van een gesprek dat ermee eindigde dat ik Fred mijn visitekaartje gaf. En dat een vervolg kreeg toen hij me 2 dagen later mailde met de vraag in ieder geval alvast mijn CV en een motivatiebrief te sturen, en na te denken over een moment om weer naar Nederland te komen, want deze week kon hij helaas echt geen tijd vrijmaken om nader kennis te maken.
Het plan was eigenlijk om op zondag de terugreis naar Frankrijk te aanvaarden, maar ik besloot Fred te vragen of hij maandag misschien wel tijd zou hebben; als ik dan bijvoorbeeld van zondag op maandag weer bij Emmaus Langeweg zou kunnen slapen, zouden we maandag met elkaar kunnen praten. Maandag kon hij wel, maar dan alleen ‘s avonds; ik kon dan eventueel wel van maandag op dinsdag in Langeweg slapen. Ik vond de investering van een goedkope AirBnB voor de nacht van zondag op maandag gerechtvaardigd.
Maandagavond hebben Fred en ik een paar uur gesproken, en we hebben besloten dat ik bij een aantal Emmaus-vestigingen in Nederland een soort van stage ga lopen, steeds 2 weken tot een maand, en dat we dan samen besluiten bij welke van de 3 vestigingen die op zoek zijn naar een manager, ik ga beginnen.
Vandaag tussen de middag (ik ben nu weer in Rodez, waar ik vandaag als vrijwilliger heb geholpen met de ‘Grande Vente de Noël‘) had ik een mail van Fred: er zijn voorlopig al 4 Emmaus-vestigingen waar ik welkom ben.
En dus rijd ik deze week weer naar Nederland, waar ik in Langeweg de caravan stal, om dan eind deze week te beginnen bij Emmaus Parkwijk (Utrecht) tot ergens begin januari. Vervolgens ga ik dan ook nog naar Emmaus Haarzuilens (ook Utrecht) en Emmaus Tegelen, om uiteindelijk weer in Langeweg terecht te komen, waar ik ook nog zal meelopen. En wellicht volgen er nog meer.
De stage zal ik doen op dezelfde basis als ik tot nu toe gewend ben bij Emmaus: kost en inwoning, en zakgeld; maar uiteraard zal het werk wel verschillen. En als ik dan ‘voor het echie’ begin, zal ik gewoon salaris krijgen. Het salaris van de leidinggevenden in Nederland ligt overigens lang niet zo hoog als in Frankrijk, maar dat boeit me verrassend weinig: het is het werk waar het me om gaat.
Ik ben op een haar na volledig geïnstalleerd in Frankrijk. En dus pak ik mijn boeltje weer op om het in Nederland te gaan proberen.
En als het in Nederland onverhoopt niet lukt, moet ik in Frankrijk weer een heleboel zaken opnieuw in gang zetten.
Dus ik kan maar beter zorgen dat het in Nederland allemaal lukt. En als ik dan straks een salaris heb, ga ik op zoek naar een leuk bouwvalletje in Frankrijk dat ik gedurende de komende 15 jaar in de vakanties kan opknappen voor later.
Klinkt goed.
-
-
Visbank, Vlaardingen
-
-
Hoek van Holland
Ik heb weer even wat mensen gezien die ik al veel te lang niet gezien had. En ik heb mijn spullen weer allemaal zelf in opslag; of althans die die ik niet direct weggegooid heb.
En ik heb de zee weer eens gezien. Dat was een paar jaar geleden, en ik miste ‘m echt.
Op de terugweg vroeg ik onderdak bij Emmaüs Artois, in Bruay-la-Buissière, in het noorden van Frankrijk. De kamers waren allemaal bezet, maar ze hadden nog wel een caravan staan waar ik in kon. Ik ben nu ineens zo extreem tevreden met m’n eigen kleine, gammele, koude caravannetje…
En dit verhaal gaat nog een mooi staartje hebben, maar daarover later meer.
(Da’s een klifhenger.)
Een hele dikke dame. En erg slecht ter been.
Dus ik had haar in haar rolstoel naar haar kamer gereden (met een beetje hulp van de lift, uiteraard). En vervolgens ook nog een enorme berg bagage. En voor dat alles gaf ze me 15 euro fooi. Waarop dit hele korte gesprekje volgde:
- Dat is heel vriendelijk, mevrouw. Dank u wel.
- Ehh, ik ben een meneer.
Ja, dan kun je je excuses aanbieden, een keer of 3, maar je repareert het niet echt meer.
Het gebeurt niet vaak, dat ik met rood hoofd en een mond vol tanden sta.
Nee, ik heb het niet zo naar mijn zin op het moment.
Ik ben er inmiddels wel achter dat het nooit de bedoeling is geweest me te laten doorstromen naar de baan van technicien. Ik ben er bovendien wel achter dat het ook nooit de bedoeling is geweest me dag- en avonddiensten te laten werken. En ik ben er ook wel achter dat het niet echt de bedoeling is geweest me op te leiden voor de receptie, en me daar avonden te laten draaien. Als je daar dan nog bij optelt dat het ‘werk’ dat ik ‘s nachts doe, me inmiddels behoorlijk de keel uitkomt, mag het duidelijk zijn dat ik niet heel erg in mijn hum ben.
Ik heb gisteravond het rooster voor november ontvangen, en ik ben weer de hele maand alleen maar ‘s nachts ingedeeld.
En dus voel ik me nu een beetje als een gekooid dier, want volgens de Franse wet mag je een contract voor bepaalde tijd alleen verbreken als je ergens anders een contract voor onbepaalde tijd vindt, of bij overmacht, zoals ernstige nalatigheid van één van de partijen, of een doktersverklaring dat de werknemer het werk niet aankan (of als beide partijen het eens zijn over een beëindiging, maar dat kan ik wel vergeten, want er is verder ook niemand die de nachten wil werken).
Donderdag en vrijdag ben ik vrij, dus dan wil ik bij het arbeidsbureau langsgaan om ze naar mijn contract te laten kijken, om te zien of dat genoeg afwijkt van de realiteit om het te verbreken. (Ja, ik weet het: ik ben elke dag vrij, want ik werk ‘s nachts. Maar als ik werk, ben ik overdag verrot, want ik slaap ‘s nachts niet, en overdag ook niet.)
Als ik het contract kan verbreken, ga ik wel een onzekere periode tegemoet, want ik heb nog niet genoeg arbeidsverleden om recht te hebben op een uitkering. Waar ik natuurlijk sowieso al geen recht op zou hebben als ik degene ben die het contract verbreekt. Maar ik denk toch dat een nieuwe zoektocht naar werk beter zou zijn dan te proberen dit nog drie en een halve maand vol te houden.
Dus dit is gelijk ook een open sollicitatie: harde werker, sociaal, meertalig en pragmatisch, zoekt werk, ergens in Europa, en is voor bijna alles in.
Goed, ik ga niet op kantoor zitten. Maar bijna al het werk dat je op kantoor kunt doen, kun je ook vanuit een caravan in Frankrijk met een abonnement zonder data-limiet doen.
En ik ga niet hele nachten voor me uit zitten staren met een paar uurtjes schoonmaken tussendoor. Dat heb ik een paar maanden geprobeerd, en daar word ik niet echt gelukkig van.
Maar verder? Bel of mail me!
O, trouwens: mijn micro-entreprise heb ik alweer uitgeschreven. Een beetje vanwege de administratie die me ontzettend in de weg zat, maar vooral vanwege de Franse regeltjes waar ik mijn vingers niet helemaal achter krijg, en die me enorm zenuwachtig maken dat ik op een gegeven moment een naheffing of iets dergelijks zou kunnen krijgen, omdat ik iets over het hoofd gezien heb.
Er zijn mensen die ik niet ken, maar die toch dit blog lezen, omdat ze geïnteresseerd zijn in zwerven in Frankrijk, of in zich vestigen in Frankrijk. Dat weet ik, want die mensen zoeken soms contact met me.
Dit bericht is voor die mensen.
Ik weet namelijk uit betrouwbare bron dat het Hôtel d’Europe in Avignon (zuid-Frankrijk) vrij dringend op zoek is naar mensen. En dan gaat het vooral om kruiers en valets. Het is namelijk zo dat er, op een ploeg van 8, één is die onlangs getrouwd is en graag wat dichter bij zijn vrouw wil gaan wonen, één die eind van de maand vertrekt omdat hij ander werk heeft gevonden, en het gerucht gaat dat er ook nog één per eind van de maand de ploeg verlaat om de klusjesman van het hotel te worden.
Er is dus plek. En vrij dringend.
Een vereiste is in ieder geval wel dat je Frans spreekt. Daarbij is Engels ook wel fijn. En er komen hier behoorlijk wat Chinezen, dus als je toevallig Chinees spreekt, ben je, denk ik, bij voorbaat al aangenomen.
Verder is het handig als je er geen bezwaar tegen hebt om nachtdiensten te werken; de meeste van de collega’s doen dat liever niet, dus reken er gewoon op dat je altijd in de nacht werkt. De nacht is trouwens wel het eenvoudigste werk, want er zijn heel weinig gasten die ‘s nachts aankomen of weggaan; het gaat ‘s nachts dus vooral om je aanwezigheid.
En waarschijnlijk wil het hotel voor dit werk alleen mannen. De hotellerie is natuurlijk sowieso al erg conservatief, en dan zet je geen vrouwen in om koffers te sjouwen en auto’s in de garage te zetten. Maar daarbij zit het hotel in het centrum van de stad, met een paar nachtkroegen om de hoek, en dan is het handig om iemand aan de receptie te hebben die dronkenlappen er met 1 blik van kan overtuigen dat ze beter elders herrie kunnen gaan schoppen (hoewel er nog nooit iets ernstigs gebeurd is). Mijn lange haar en tattoos zijn dan ook geen bezwaar (hoewel het haar wel in een staart moet, en ik geen tattoos in mijn gezicht heb); de oorbellen moeten wel uit.
Dus, als je een plekkie zoekt voor een paar maanden of langer… Reken op het minimumloon, maar bij de camping, op 10 minuten lopen, kun je voor een euro of 300 per maand staan, inclusief elektriciteit (tenten verboden in de wintermaanden).
Als we elkaar niet persoonlijk kennen, kan ik niet als kruiwagen voor je optreden, maar dan nog mag je best contact met me opnemen als je vragen hebt. Maar liever gewoon met het hotel zelf.
Deze website is overigens geen officieel kanaal van het hotel, dus ik kan niet garanderen dat je uitgenodigd zult worden.
Ik ben inmiddels een week of 2 in Avignon; de vaste bezoeker van dit blog heeft inmiddels wel begrepen dat ik na elke verhuizing even nodig heb om te aarden en mijn nieuwe draai te vinden.
Laat ik met het werk beginnen. Dat stelt niks voor.
Ik begin om kwart voor elf ‘s avonds. Of eigenlijk om 22h42, om precies te zijn. Ik heb namelijk een werkweek van 39 uur. En als je 39 door 5 deelt, krijg je werkdagen van 7h48. Nee, dat meen je niet. Ja, dat meen ik wel.
De ‘werkdag’ begint dan met een uurtje wachten. Of eigenlijk 1 uur en 18 minuten, want om middernacht begin ik met een beetje schoonmaak. Voor die tijd moet ik aanwezig zijn, want er is ‘s avonds maar 1 receptionist, en die mag z’n plek niet verlaten; het kan weleens voorkomen dat een gast nog laat arriveert en naar z’n kamer begeleid moet worden, of dat er een auto in of uit de parkeergarage moet. Goed, dan de schoonmaak: het toilet op de begane grond moet schoongemaakt, de marmeren vloer van de lounge moet opgewreven (gelukkig is daar een machine voor), en de mat van de entree moet gestofzuigd. En dat is dan zo rond 1h30 klaar. “Zo,“, zei de collega die me inwerkte de eerste avond, “dan zet ik nu de wekker op kwart voor zes, en dan zoeken we een plekje om te gaan liggen.“. En ik dacht dat-ie een geintje maakte…
Hij maakte dus geen geintje: mijn collega’s doen een dutje van 1h30 tot 5h40. Die eerste nacht heb ik dat ook geprobeerd. Met als gevolg dat ik overdag geen oog meer dicht deed, en de volgende avond al helemaal verrot was toen ik nog met werken moest beginnen. Ik houd mezelf nu dus wakker ‘s nachts; de eerste 2 weken heb ik online films gekeken, maar met 2 films per nacht ben je daar vrij snel klaar mee.
En dus gaat vanaf vandaag de laptop mee, zodat ik de beschikking heb over alle tools die ik nodig kan hebben om een beetje te programmeren; ik heb nog een projectje liggen dat ik een maand of wat geleden opzij heb gelegd om me los te kunnen weken van Emmaüs, en ik heb ook nog een interessant nieuw project in mijn hoofd. En zo zou je dus kunnen zeggen dat ik weer betaald word om te programmeren. Maar dan zonder klanten of opdrachten.
En dan Avignon. Wat een heerlijke stad!
Ik was al nooit zo’n liefhebber van steden, en sinds mijn wandeling in 2014 was ik er helemaal allergisch voor. Maar Avignon is net even anders; in ieder geval het centrum.
Avignon is de prefectuur (hoofdstad) van het departement Vaucluse, en heeft als zodanig een centrale plek in de regio. Maar wat men hier heel goed heeft gedaan, is alle grote winkelketens naar Le Pontet sturen, een kleinere gemeente die tegen Avignon aan ligt. Wat betekent dat al die ongezellige koopfabrieken, waar Frankrijk zo vol mee staat, de sfeer in de stad niet verzieken, en er in het centrum volop plaats in voor gezelligere dingen. Zo bestaat de helft van het centrum uit restaurants, bistro’s, eettentjes en bars; dat geeft natuurlijk al heel veel sfeer. Verder heel veel theater; er is natuurlijk het jaarlijkse theaterfestival, maar daarbuiten zijn er ook heel veel theaters, theatertjes en theaterscholen. En omdat de ongezellige winkelketens in Le Pontet zitten, is er in het centrum van Avignon plaats voor de kleine ondernemers, zoals boekwinkeltjes, tweedehands-winkeltjes (kleding, stripboeken, muziek), enzovoort, enzovoort. Nou ja, in het kort: een stad waar de sfeer nog niet is doodgeslagen door de commercie.
Heel veel ijswinkeltjes ook, trouwens. De temperatuur ligt hier nog steeds rond de 30 graden, en ik heb al een kapitaal uitgegeven aan ijsjes. En over die temperatuur gesproken: die is er mede verantwoordelijk voor dat het straatbeeld hier gezellig goed gevuld is met rokken en rokjes, jurken en jurkjes; noem mij maar ouderwets, maar ik houd daar wel van. (Voor de dames mag ik daaraan toevoegen dat, terwijl noordelijker in Frankrijk de mannen steeds vrouwelijker worden, bijna op het Italiaanse af, de mannen in het zuiden van Frankrijk nog gewoon mannen mogen zijn, compleet met brede schouders en borsthaar. Wat mij uiteraard ook goed uitkomt, al heeft dat minder te maken met het straatbeeld, en meer met de spiegel.)
Dus ik ben vooralsnog erg enthousiast over Avignon. Zo enthousiast zelfs, dat het de eerste stad is, tussen verder dorpjes, op mijn — korte — lijstje met plaatsen waar ik me eventueel zou kunnen vestigen, als ik eindelijk klaar ben om ergens neer te strijken.
Zo woon ik de komende maanden:
En hier werk ik:
-
-
-
-
Kijk die vloer eens glimmen…
Goed, en ook nog een linkje erbij: Hôtel d’Europe.
Nee, dat zijn niet de winnende getallen van de Loto. Dat zijn de nummers van de Franse departementen waar ik gewoond en gewerkt heb. Na de Lot (46), de Dordogne (24), de Gers (32), Cantal (15), Corrèze (19), Pyrénées-Atlantiques (64), de Aveyron (12), en Savoie (73), ben ik nu aanbeland in de Vaucluse (84).
Waar de middagtemperatuur nog heerlijk schommelt rond de 30 graden.
Maandagmiddag, na het sluiten van de laatste appartementen in Val d’Isère, en het schoonmaken van mijn kamer daar, ben ik naar Isère gereden (het departement; niet te verwarren met de plaats Val d’Isère, want die twee hebben niets met elkaar te maken, en liggen een paar honderd kilometer uit elkaar), waar ik mijn caravan gestald had. Vanwege gebrek aan zin om mijn zooi op te ruimen in een enorme pestbende geslapen, maar toch erg blij om weer ‘thuis’ te zijn.
Dinsdagochtend besloten dat ik nog steeds geen zin had om mijn zooi op te ruimen, maar lekker te vertrekken richting Avignon. Bovendien besloten mezelf de péage (tolweg) kado te doen. Ik ben eigenlijk zeer tegen het betalen van tol, en het was bij elkaar een euro of 25, maar het verschil tussen 4 en een half uur en 2 en een half uur won toch: ik had zin om aan te komen.
En toen kon ik het opruimen niet langer uitstellen. Wat een soort twee-dagen-durend spelletje Tetris werd: in de periode voor mijn vertrek naar Val d’Is had ik alles een plekje gegeven, en pasten al mijn spullen precies in alle kastjes; maar naar Val d’Is had ik al mijn kleren, toiletspullen, eten, kookspullen, enzovoort meegenomen, en uiteraard wist ik na 2 maanden afwezigheid niet meer wat nou ook alweer waar moest.
En zo verloor ik dus veel te veel tijd: volgens mij is er heel veel te zien in Avignon, maar ik heb er nog geen tijd voor gehad.
Morgenavond begin ik met werken; ik heb de eerste weken alleen maar nachtdiensten, om het hotel en het werk te leren kennen. Vandaag ben ik mijn werktenue wezen halen; voor het eerst in mijn leven dat ik een polo draag…
Ik hoop wel dat ik morgen overdag een beetje zal kunnen slapen, anders zou die eerste nacht weleens heel zwaar kunnen worden.
En dit is die beroemde brug van Avignon, waar zo gedanst wordt, met rechts op de foto het Pausenpaleis; foto genomen vanaf de ingang van de camping.
Ik schreef al dat ik de sfeer in Val d’Isère, of beter gezegd bij Chalet Skadi, misschien niet leuk genoeg vond om er een hele winter door te brengen. Afgelopen donderdag werd ik gebeld door de regio-manager, met de vraag of ik misschien zin had om in de winter terug te komen, en de mededeling dat er eigenlijk in het intersaison (de periode tussen de seizoenen, wanneer er geen gasten zijn, en er dus groter onderhoud gedaan kan worden) ook wel werk voor me was als ik dat wilde. Ik heb haar toen eerlijk gezegd dat ik niet zeker was of ik het wel 5 maanden zou uithouden met mijn manager.
Afgelopen vrijdag, bij de zoveelste nonsens-discussie waarbij ik persé het onderspit moest delven, omdat dat nou eenmaal is wat onderkloten horen te doen, besloot ik dat ik er genoeg van had, en joeg ik de kogel door de kerk. Ik ben middenin de discussie weggelopen om een mail te sturen aan de regio-manager om aan te geven dat ik niet geïnteresseerd was in de winter, en dat ik nog even moest nadenken over het intersaison. Vervolgens ben ik teruggegaan naar mijn manager om hem te zeggen dat ik zojuist die mail verstuurd had. Het enige dat hij kon verzinnen, was me heel belazerd aankijken.
Waarmee ik in ieder geval een deur had dichtgegooid.
Gelukkig stond een andere deur al op een kiertje.
Halverwege vorige week kreeg ik een mail van een 5-sterren hotel in Avignon, met de vraag of ik misschien geïnteresseerd was in een baan als Bagagiste/Voiturier/Employé polyvalent. Wat zo’n beetje neerkomt op degene die de bagage naar de kamers van de gasten brengt (bagagiste), degene die de auto’s van de gasten in de parkeergarage zet (voiturier), en degene die alle voorkomende klusjes opknapt waarvoor op dat moment even niemand anders beschikbaar is (employé polyvalent). Niet persé helemaal het werk dat ik zoek, maar het is werk, en dus een kans om de deur in Val d’Is dicht te smijten. En dus schreef ik dat ik best eens langs wilde komen om kennis te maken.
Gisteren was mijn vrije dag, en dus een logische dag om naar Avignon te rijden voor een gesprek.
Even een zijstraatje: toen ik ‘s morgens om 7 uur vertrok, was het 8°; ‘s middags in Avignon was het 34°; ‘s avonds om 0h30 terug in Val d’Is was het 10°. Het was even schakelen. Avignon ligt dan ook zo’n 400 kilometer zuidelijker dan Val d’Is. Ik leg straks uit waarom dat fijn is.
Het gesprek ging ongeveer zo:
- “Wat me, buiten uw CV, zo enorm bevalt, is uw leeftijd. En het feit dat u geen Fransman bent.“
- “Ik ben helemaal in de war. Ik had u uitgenodigd als bagagiste, maar ik heb vanmorgen gehoord dat onze technicien vertrekt, en nu ik u zo voor me heb, denk ik eigenlijk dat u daar perfect voor bent.“
- “Ik heb vanmiddag nog een paar sollicitatiegesprekken, maar eigenlijk wil ik gewoon u.“
- “Ik moet vanmiddag echt die andere gesprekken ook nog doen, maar ik ben heel positief over ons gesprek.“
Ik denk dat ik nauwelijks nog hoef te vertellen dat ik vanmorgen voor acht uur al een mail ontving om te melden dat ik 6 september kan beginnen. Het gaat voorlopig om een contract voor bepaalde tijd, tot half februari, wanneer het hotel een maand sluit voor het jaarlijks onderhoud. Daarna kan ik dan, als ik dat wil, verlengen met een nieuw contract voor bepaalde tijd, of met een contract voor onbepaalde tijd. Maar dat zien we allemaal tegen die tijd wel.
Ik begin als bagagiste, in ploegendienst, en dan gaan we van daar uit verder kijken; ik geloof dat het nog niet 100% zeker is dat de technicien vertrekt.
Ik begin pas op 6 september omdat ik zelf had aangegeven dat ik verplichtingen heb tot en met 3 september, en dan nog 2 dagen nodig heb om mijn caravan naar Avignon te slepen.
En dat is dus waarom het fijn is dat Avignon zuidelijker en lager ligt dan de skigebieden in Savoie: dit werk komt niet met logement, en dus woon ik van de winter in mijn caravan. En daar kijk ik echt enorm naar uit. Ik ben het zo ontzettend zat om constant mensen om me heen te hebben die echt in geen enkel opzicht mijn type zijn. En gelukkig is er in Avignon een camping die het hele jaar open is. En die op loopafstand is van het hotel. Ik heb die 300 euro per maand graag over voor een beetje privacy.
Dus volgende week maandag werk ik tot 13h00, zoals iedere maandag. Dan rijd ik naar mijn caravan in Isère, waar ik ook slaap. En dan heb ik 2 dagen om de caravan in Avignon te installeren, en begin ik 6 september om 22h45 met een nachtdienst.
Ik zal je niet langer ongevraagd lastig vallen met bergplaatjes.
Wie ze toch graag wil zien, kan terecht op mijn Flickr-profiel, in het album Val d’Isère.
|
Privacy De applicatie die wordt gebruikt voor het verzamelen van statistieken over het bezoek op deze website, anonimiseert de verzamelde informatie door de laatste byte van het IP-adres te verwijderen. Ook respecteert deze applicatie de Do Not Track instelling van je browser.
Helaas zijn de ontwikkelaars van WordPress en de WordPress plug-ins minder respectvol. Je privacy kan daarom helaas niet gegarandeerd worden op deze website.
|
Recente reacties