Als ik geloofde in voortekenen, zou ik gezegd hebben dat die ruimschoots aanwezig waren.
Donderdag schreef ik al dat ik naar Mirande moest, als ik niet op straat wilde slapen. En dus maakten ze bij 115 wat geld voor me vrij voor een buskaartje — achteraf weggegooid geld, want met mijn sympathieke kop kun je die 25 kilometer makkelijk liften — en ging ik naar Mirande.
In Mirande moest ik eerst langs de gendarmerie, die razendsnel controleerde of ik geen terrorist ben, om me vervolgens, met mijn bewijs van goed gedrag (een bonnetje met mijn naam en geboortedatum, een stempel en een krabbel) te melden bij het hôpital. Dat hôpital blijkt niet het ziekenhuis, maar het voormalig ziekenhuis, dat nu bejaardentehuis is. Omdat de beschermheilige van deze, blijkbaar, katholieke instelling Sint Jacob is, is men op zijn minst moreel verplicht mensen op te vangen die dat nodig hebben. Althans, ik denk dat de reden is dat men hier 2 kamers voor SDF (Sans Domicile Fixe; daklozen) heeft, want als ik de kou in de lucht goed interpreteer, zou een stemming onder het personeel een andere invulling aan die ruimte geven: de enige die ons als echte mensen lijkt te zien, is de man die ons 2 keer per dag een dienblad met eten geeft, door het raam van de keuken. (En dan bedoel ik natuurlijk door het open raam van de keuken; duhhh…) Dat eten is trouwens prima: 2 keer per dag warm, vlees of vis, inclusief soep en toetje, en op het dienblad van de avond ligt het ontbijt er ook bij.
Ik zeg ‘ons’, want in het local tref ik Emile, die ik eerder deze week al ontmoet heb in Auch, en met wie ik het best kan vinden. De gesprekken die we hebben, komen steeds weer op het belang van werk; niet alleen om onafhankelijk te zijn, maar ook om geestelijk actief te blijven.
De opvang in Mirande is voor maximaal 2 nachten per maand, en dus vertrekt Emile vrijdagochtend (vrijdagmiddag eigenlijk, na de copieuze lunch) naar Éauze. De opvang in Auch is nog steeds vol, dus ik heb hem verteld dat de opvang in Éauze gerund wordt door het Rode Kruis, en dus te eten heeft; hij is daar welkom. Ik hoop dat ik mezelf daarmee niet in de voet schiet, want ik moet zelf zaterdagochtend vertrekken uit Mirande.
Op zaterdagochtend bel ik om 9h02 met 115. Uiteindelijk kom ik er om 9h20 pas door, en uiteraard is Auch dan al vol (Auch is de hoofdstad van de Gers, en dus het drukste, en bovendien serveert de opvang eten, en heeft maar 15 bedden). In Éauze zijn ook allebei de bedden bezet (…); ik mag naar Condom als ik dat wil.
Vorig weekend was ik ook al in Condom, dus ik weet dat daar geen eten geserveerd wordt, en dat het Rode Kruis, de Secours Populaire en de Resto Du Cœur dicht zijn in het weekend. Maar de straat serveert ook geen eten, en de temperatuur ligt ’s nachts rond de 0°, dus ik lift naar Condom; 60 kilometer, maar zoals gezegd, heb je met mijn hoofd geen buskaartje nodig.
Uiteindelijk zijn er 4 auto’s nodig om me naar Condom te brengen, en elke keer komt het gesprek weer op het belang van werk.
In Condom wordt ik opgevangen door de man met de sleutel van de opvang. Terwijl hij met me meeloopt, maken we een praatje, waarbij hij me vraagt of ik al lang zo leef, of ik op zoek ben naar werk of van de RSA leef, en wat voor werk ik dan zoek.
Als hij me de sleutel overhandigt, vraag ik hem of er in Condom nog andere organisaties zijn, waar ik misschien in het weekend terecht kan voor iets te eten. Hij schudt mistroostig zijn hoofd, denkt even na, en geeft me dan een tientje uit eigen zak.
In Condom mag ik ook 2 nachten blijven.
Vanmorgen belde ik weer om 9h02 met 115, maar dit keer kwam ik er direct door. Ik was op tijd, en kreeg een bed; de medewerkster leek oprecht blij dat ze vandaag direct ‘ja’ kon zeggen.
De eerste auto die me meenam (van de 2), werd bestuurd door een jonge vrouw die mensen opleidt voor werk in de wijnbouw. Ze wist zeker dat er op dit moment werk was bij de wijnbouwers, en gaf me 2 adressen van organisaties die personeel werven, in Auch.
Aangekomen in Auch ging ik eerst langs de opvang om mijn rugzak af te gooien; de opvang is dicht van 12h tot 18h30, en het is geen pretje om een hele middag die rugzak mee te moeten slepen.
Ik was nauwelijks binnen, had mijn rugzak nog niet losgemaakt en nog geen koffie ingeschonken, toen ik al naar het kantoortje geroepen werd: ‘Ik heb hier een telefoonnummer dat je moet bellen; het is Emmaüs, en ze zoeken een chauffeur!‘. Ik nam heel even de tijd om mijn rugzak in een hoek te mikken en een bak koffie in te schenken, en belde. De man aan de andere kant van de lijn was kort en bondig: ‘Heb je een rijbewijs? Kun je vanmiddag hier zijn? Dan zie ik je straks!‘. Dat ging me even te snel, en ik heb een halve minuut naar de telefoon zitten staren toen hij had opgehangen. Dus toen nam de hulpverlening het even van me over: Laurent zocht op internet de treinverbinding naar Rodez, en Muriel belde met Regar om te zien of die mij wat geld voor zouden kunnen schieten voor een treinkaartje. Eigenlijk kon er geen geld voorgeschoten worden voor een treinkaartje naar werk, en al helemaal niet in een ander departement, maar Muriel kent de directrice goed genoeg om het toch te regelen, en zo was ik een uur later onderweg.
En nu ben ik dus in Rodez (uitspreken zoals je het schrijft; niet verfransen naar ‘Rodé’) in Aveyron, het 7e Franse departement van mijn zwerftocht na mijn pelgrimage.
Emmaüs is een keten van tweedehandswinkels. De mensen die hier werken, zijn allemaal mensen die op straat terechtgekomen zijn, maar bereid zijn om te werken om daar weer uit te komen. De winkel zit in een groot pand waar de medewerkers ook wonen; we wonen hier nu met zijn achttienen. Iedereen heeft een eigen kamer, ingericht met meubels uit de winkel; er is een gezamenlijke keuken waar 4 voormalig koks het eten voor iedereen verzorgen; tussen de middag eten we gezamenlijk, en ’s morgens en ’s avonds kun je kiezen of je in de kantine eet, of het eten meeneemt naar je kamer. We werken van dinsdag tot en met zaterdag, en buiten die tijden mag je zelf weten wat je uitspookt, of, zoals Olivier het zei: ‘Je bent vrij om te doen en te gebruiken wat je wilt, zolang je tussen 8h en 12h, en tussen 13h30 en 17h30 maar aanwezig en helder bent.‘. Buiten de kamer en het eten zijn er ook nog douches en wasmachines; kleding en meubilair kunnen we in de winkel uitzoeken, en zaken als zeep, shampoo en scheerspullen worden betaald door de gemeenschap. Er zijn 3 auto’s beschikbaar voor wie er eens 1 nodig heeft. En bovendien verdien ik 55 euro per week, plus 100 euro per maand.
Ik ga hier aan de slag als chauffeur op de bestelwagen, waarbij ik altijd 1 of 2 man bij me zal hebben om te sjouwen.
Het eerste stapje op de ladder is (weer) gezet.
Gefeliciteerd! Eindelijk een bericht wat uitzicht biedt op een wat stabielere toekomst! Succes met de job
Thanks!
Uiteindelijk was het maar een paar maanden ongemakkelijk, maar ik ben blij dat er beweging in zit.
Gefeliciteerd……………
Thanks!
En, hoe is de eerste week bevallen?
Zondag en maandag zijn mijn vrije dagen, dus dan neem ik de tijd om weer een stukje te schrijven. Laat ik het er voorlopig op houden dat ik ervan uit ga dat ik in ieder geval de winter hier doorbreng, en dat ik het arbeidsbureau heb laten weten dat ik niet meer op zoek ben naar werk.
Ik wacht de berichten met spanning af
Zie hier.