Geen heel spannend verhaal, maar ik vond het zelf wel erg grappig.
Zaterdag had ik een Nederlands stel in de winkel; althans, zij is Nederlandse, en hij is noord-Afrikaans (‘arab‘, zoals dat hier heet), maar spreekt goed Nederlands. Ik had ze al 2 keer eerder gezien, dus ik wist dat ze op zoek waren naar een kleine koelkast (“hoeft niet heel goed te koelen, een graad of 10-12 is prima, ’t is om kaas te maken”) en luidsprekers voor de computer.
Ik heb inmiddels geleerd dat mensen het over het algemeen fijn vinden om herkend te worden in de winkel, en dus wilde ik, voordat ze de vraag stelden, al antwoorden dat ik nog geen slecht-werkende koelkast of computer-boxen had. Maar ik zie hier verder zelden Nederlanders, en spreek dus altijd met iedereen Frans. Wat ik in hun richting slingerde, was
"Nee, ik heb nog geen ...frigo... , en ook geen ...baffles... voor de ...ordinateur... ."
Ze begrepen wat ik bedoelde, en leken het toch wel leuk te vinden dat ik ze herkende, en wist wat ze zochten.
Tot afgelopen zaterdag had ik altijd een mening over mensen die naar het buitenland verhuizen, en dan ineens hun moedertaal niet meer lijken te kennen.
Als ik een paar seconden heb om me voor te bereiden, kan ik het overigens nog wel; ik ben degene die er altijd bij geroepen wordt als we Engelse of Duitse (of Nederlandse) toeristen in de winkel hebben.
Dusz…
…Alors…